St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Lachen is gezond

Beste parochianen, het is al heel wat langer geleden toen ik last had van een paar duiven bij ons in de kerk. In de parochievergadering stelde toen iemand voor om vergif te strooien. Een ander vond dat je ze gewoon moest afschieten. Ik had een beter idee: ik stelde toen voor om die duiven te dopen, de eerste communie te laten doen en te vormen. Daarna houden de meesten van hen de kerk wel voor gezien. Het is een wrang mopje, want het lijkt wel alsof we in de kerk altijd ernstig en heel serieus moeten kijken. Elke predikant weet dat wanneer hij een grapje maakt, er hoogstens hier en daar gegniffeld wordt. Maar God heeft ons niet voor niets mogelijkheden gegeven om te lachen. Laten we die mogelijkheid gebruiken en ontspan de spieren.

Natuurlijk weet ik dat er ook veel beroerdigheid in de wereld is, maar alleen de lach kan ons dan weer terugbrengen tot wie en wat wij eigenlijk zijn: kwetsbare mensen die zo goed en zo kwaad als we kunnen het leven zo goed mogelijk proberen te leven. Laten we eerlijk zijn: van ons lichaam maakt onze monden de meeste overuren. Dieren gebruiken hun mond ook veel, om te bijten, te likken, te zuigen, te proeven, te kauwen, te slikken, te hoesten, te gapen, te snauwen, te schreeuwen en te grommen. Als mensen hebben wij deze lijst uitgebreid Want wij gebruiken onze mond ook om te fluiten, te lachen en te glimlachen, te kussen en te roken. Het is niet zo verbazingwekkend dat de mond omschreven wordt als ‘het slagveld van het gezicht.’ Zo’n slagveld vertoont sporen van slijtage. Naarmate we zelf ouder worden kun je aan de ruststand van de mond zien wat er in je leven is gebeurd. De stand van de mond richt zich ernaar.

Voor een mens die een leven vol verdriet en zorgen heeft gehad, is het vaak moeilijk om de mondhoeken op te trekken tot een brede grijns. Zelfs op gelukkig momenten, de mondhoeken blijven naar beneden wijzen. Alleen mensen kunnen lachen, we zouden vreemd opkijken als opeens onze hond of kat zou beginnen te lachen! Maar mensen lachen vaak wel. En elke bioloog kan ons vertellen dat we tijdens het lachen veel minder spieren gebruiken dan wanneer we boos kijken! Dan moeten we ons echt inspannen. Dus waarom zouden we ons niet meer leren ontspannen en wat minder boos kijken? Lachen mag toch van God. Lachen relativeert het leven, maakt problemen niet groter dan ze al zijn.

Mensen kunnen lachen, glimlachen, schaterlachen, hun buik laten schudden van het lachen. Lachen als een boer die kiespijn heeft. In het woordenboek stond dat je zelf kunt lachen als een geit op een zinken dak! Soms lachen mensen zich een breuk, een bult, een ongeluk, zelfs een beroerte! Er gaat veel verkeerd in ons leven en in onze wereld. Maar wij blijven alleen gezond, als de boog niet altijd gespannen blijft. Wordt er in de Bijbel dan ook gelachen? Eigenlijk maar bitter weinig, want in alle vier evangelies kom je het woord lachen niet eens tegen! Wel lees je hier en daar dat Jezus gehuild heeft bij het dode dochtertje van Jaïrus, bij zijn dode vriend Lazarus. En als hij over Jeruzalem heen kijkt en voorspelt dat van Jeruzalem geen steen op de andere zal blijven liggen, dan schiet zijn gemoed vol.’
Op deze plaats staat nu tegenwoordig een kerkje dat Dominus Flevit heet. Dat betekent: ‘de plaats waar de Heer heeft gehuild!’ Maar ik ben nergens een kerkje tegengekomen met de naam: ‘hier heeft de Heer gelachen’. Maar er zit meer humor in de Bijbel dan je zou verwachten. Jezus weet daarvan mee te praten, Hij zegt onder andere:

En ook weten we via Johannes dat Jezus - samen met zijn moeder - op een bruiloft is geweest. Maar zal Jezus wel niet als een muurbloempje aan de kant zijn blijven zitten. Hij vertelt immers ook een parabel over een koning die een bruiloftsfeest hield? Daar zat iemand tussen die het feest niet van harte meevierde, die mensen hadden zelfs niet de moeite genomen om zich voor het feest te kleden. Nou, dat heeft hij geweten. hij werd buiten de deur gezet, want een feest lukt pas, als we allemaal meedoen en niet zitten te kniezen en te zeuren en eten en drinken met lange tanden. Ook weten we dat er mensen naar Jezus toekomen die Hem vragen: ‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes de Doper wel, en uw leerlingen dat niet?’ Jezus antwoordt dan: ‘Zolang de bruidegom nog in hun midden is, zullen ze feest vieren!’ Jezus ziet het leven is één groot bruiloftsfeest, waarop elk mens welkom is - hoe die ook is. Het leven mag één feest zijn, en laten we eerlijk zijn, want daar moet toch op gedronken en gezongen worden! De moraal van dit verhaal is denk ik duidelijk. Onze gemoedstoestand is een soort bril waardoor we naar elkaar en naar het leven kijken.

Zijn we heel verdrietig en wie is dat nooit, dan zien we alles grijs en grauw en dan stoort het ons als anderen lachen of grapjes maken. Maar als we goed in ons vel zitten, als we blij zijn, dan zien we ook allerlei dingen waar we mee lachen kunnen. Nu is een gemoedstoestand niet iets dat je met een knop kunt regelen. als je iets heel verdrietigs hebt meegemaakt, dan kun je niet zomaar een knop omdraaien en doen ‘alsof er dan niets gebeurd is’. Maar je bent een gelukkig mens als je gevoel voor humor hebt, want dan is nooit alles pikzwart maar let je vooral ook op de dingen die leuk zijn en goed gaan. En die dingen kunnen je verder helpen. We weten dat ons leven maar betrekkelijk is. Maar, als we aan het einde van ons leven zijn gekomen - en dat horen we elke zondag in het evangelie - mogen we leven van Jezus' belofte: lieve mensen, wie het laatst lacht, lacht het best! Lachen mag van God, ook hier in onze kerk.

Ambro Bakker s.m.a.