St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

wees eerlijk en oprecht

De Bijbel vergelijkt de opstanding van Jezus met het opstaan van elke dag. De zon gaat op, het is tijd om wakker te worden, dus gaat Jezus naar buiten, maar hoe, Hij is toch dood? Ach, wat dood, wat kan de dood Hem schelen, Jezus doet het eenvoudig alsof hij niet in het graf ligt, waarom vinden we in zijn graf ook niet de sporen van 'n gevecht op leven en dood.

De Bijbel vertelt ons hoe de doeken, waarin zijn lichaam gewikkeld waren, keurig lagen opgerold op een andere plek. Stel je voor: Jezus heeft daar dus in de vroege morgen heel rustig zijn kleren staan op te vouwen, zoals wij na het opstaan ons bed opmaken. Alsof er niets bijzonders aan de hand is! Er is een wonderlijke stilte in dit ochtenduur, er komt zelfs geen protest uit de hel.

Er zingen geen engelen zoals bij zijn geboorte, dat is vroeger wel eens anders geweest. In de woestijn had Jezus de dood overwonnen na een twistgesprek met de duivel over macht, geld en aanzien, maar nu is er zelfs geen plaats voor een twistgesprek. Geen twistgesprekken met een Magere Hein, Hij doet het woon gewoon niet meer mee, want de dood is lucht voor Jezus. Wij geven met Pasen de dood nog te veel eer, als wij alsmaar over Hem praten en zingen, dichten en schrijven, alsof we ons graag uit het graf willen laten halen! Maar op Pasen is de dood geen partijganger meer, niet eens de moeite waard meer om je daar druk over te maken. Dat doodgewone ‘opstaan’ van ons, elke dag wordt mogelijk door het ‘gewone opstaan’ van Jezus op deze Paasmorgen.

Eigenlijk is het Paasverhaal een humoristisch verhaal: Jezus loopt glimlachend naar buiten, alsof het om een stacaravan gaat, waar je naar believen in en uit kunt gaan. Jezus wandelt zó rustig door de tuin dat een van zijn vriendinnen denkt dat Hij de tuinman is. Hij vliegt niet tussen de bomen als een spookgestalte, Hij hóórt zo bij de lente-tuin, het moet de tuinman zelf zijn.

Als Jezus door een hof loopt, lijkt Hij zelf op een hovenier. Als Jezus door een fabriek loopt lijkt het wel alsof Hij bij de fabriek hoort. En als Jezus bij ons op kantoor komt, lijkt het wel alsof Hij er al jarenlang in werkt. Jezus laat zien dat Hij niet van de andere kant komt, maar te midden van mensen wil Jezus staan, want Hij hoort er toch helemaal bij. Wij lopen God soms al te gemakkelijk voorbij. Wij ontdekken God, maar zelden in de mensen om ons heen. De vrouw die Hem voor de tuinman hield zou hem haast voorbijlopen, omdat Hij zo helemaal bij die tuin hoort. Maar wie ontdekt het gelaat van Jezus nog in een ziek kind, in 'n bejaard en rimpelig gezicht, in het gezicht van lijdende mensen?

De Heer is waarlijk opgestaan, dat zongen enkele jaren geleden twee straatzangers op Sicilië. Een oude dame stond glimlachend te luisteren, een groep meisjes stond rare gezichten te trekken, een paar jongens begonnen hard mee te brullen. Een heer in maatpak veegde z'n brillenglazen schoon, want het ‘nieuwe leven’ kom je niet zo vaak op straat tegen. Een buurvrouw trok met één ruk het bovenraam dicht, want ze kreeg hoofdpijn van dat nieuwe leven. Een agent maakte een einde aan die herrie. Hij trok even nadenkend aan z’n snor en greep de twee straatzangers in hun kraag. Zij schudde ze door elkaar en het nieuwe leven was verdwenen. Die agent was een wijze man, Hij dacht dat nieuwe leven maakt tevéél leven. Hij begreep dat het niet echt kon zijn, want het lied klonk vals, valse zingers waren het! En hij had gelijk, want verderop in de straat haalden andere straatjongens intussen een juwelierswinkel leeg. De twee jongens zongen van het nieuwe leven om de aandacht van hun kornuiten af te trekken. Zingen over het nieuwe leven.

Ook wij kunnen ons Paaslied zingen om de aandacht af te leiden van het oude leven. Ook wij kunnen het Paasfeest vieren als een onderdeel van ons inbraakprogramma. Er wordt op het Paasfeest veel gezongen, er wordt ook veel vals gezongen, nou bedoel ik natuurlijk niet de leden van ons fraaie Latijns Parochiekoor. Zij zingen voortreffelijk en vol toewijding. Nee, ik heb het over onze eigen monden die vaak galmen van het nieuwe leven, terwijl ons hart vaak uitgaat naar de etalage van de juwelier. Maar met Pasen is de dood voorgoed van kant gemaakt. Dat zingen en belijden wij, dat kan wel waar zijn hoor ik jonge mensen zeggen, maar wij hebben zo weinig met de dood te maken.

Het feest van Pasen is vooral mensen die al met één been in het graf staan. Als je jong bent, houd je de dood op een afstand. Maar je kunt zelfs dood zijn zonder het te weten. Je kunt op je 18e al met één been in het graf staan. Zoals de straatzangers op Sicilië die met één been in het nieuwe leven stonden, maar met het andere been in het graf van voorbij. Dát is de dood: als je onder het zingen over het Licht van Pasen de kat blijft knijpen in het donker, en als je onder het zingen van het Paaslied de oude mens niet weet af te leggen. De oude mens die probeert beter te worden over de ruggen van anderen, desnoods ten koste van anderen, valse Zingers zijn het. Hun gekraai is voor God niet aan te horen, lawaai papegaaien, meer niet! Het eeuwig leven is niet een nieuw leven áchter de horizon van je leven, ergens vér achter je pensioen.

Christus is opgestaan, en niet alleen voor de mensen die vandaag de dag van hun AOW leven en met pensioen zijn. Elk mensenhart mag zingen van het nieuwe leven. Het mag vandaag gezongen worden tegen de verdrukking in. Het mag beginnen in een klein kamertje op driehoog achter, als we maar niet vals zingen. Christus is de Enige die ons de juiste toon kan aangeven. Dat vieren we met Pasen. Jezus brengt ons leven op de juiste toonhoogte, laat ons niet zakken, reikt ons de muzieksleutel aan. Bij Hem mogen we met z'n allen de toonladder op, richting nieuwe hemel en nieuwe aarde. Jezus is op Paasmorgen verrezen, ‘opgestaan’. En met Hém is de dood opgestaan om als portier van de hemeldienst te nemen bij God. Wie de opgestane Heer ontmoeten wil zal álles uit zijn handen moeten laten vallen.

Geloven in de verrijzenis kun je alleen met lege handen, met handen open en niet gebald tot harde vuisten. Zo kunnen wij straks na de communie zingen - zo zuiver als we maar kunnen (Verleih uns Frieden genädlich) in Uw genade, schenk ons vrede. Er is immers niemand anders die voor ons zou kunnen strijden dan U alleen, God. Zingen wij ons Paaslied zonder gebrom en met een zuiver hart, dan zal ons Paaslied vandaag geweldig klinken en kunnen wij elkaar eerlijk en oprecht een ‘hartelijk, zalig Pasen, en graag: God met ons!’.

Ambro Bakker s.m.a.