Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

OMGAAN MET KRITIEK

Leve de vakantie! Velen van u gaan in deze maanden op reis. En God, wie weet waarnaartoe. In de lezing van vandaag vertelt Paulus dat ook wij op reis moeten gaan. Jezus terug is naar zijn Vader in de hemel en wij zijn nu zijn zaakwaarnemers. Toen Jezus er was, leefden de leerlingen in zijn schaduw. Nu zijn zij, nu zijn wij, aan beurt. En de hele wereld is ons domein. Wij moeten erop uittrekken, onze spullen pakken en het evangelie verkondigen - tot aan de grenzen van de aarde.

En Paulus zegt: Laat je onderweg aanblazen door de heilige Geest. Waai niet met alle winden mee, maar volg die ene Geest! Breng overal vrede, maak mensen tot mijn leerlingen. Sticht overal gemeenschappen, waarbinnen gerechtigheid en vrede onmiskenbare feiten zullen zijn. Ga maar op weg met die oude verhalen, die je van Jezus hebt gehoord over Gods bedoeling met deze wereld: over bevrijding en een zinvolle invulling van je leven. En vergeet ook de verhalen niet die wij samen hebben geschreven. Al die ontmoetingen met mensen, onze tochten, onze conflicten, onze vragen en ons zoeken naar antwoorden. En wat je als eerste mag meenemen naar het verre buitenland is Gods zegen over jullie.

Jezus de zoon vn de timmerman

Zij volgen Jezus, want ook Hij is niet thuisgebleven. Hij is de overal heengegaan om Gods Koninkrijk te verkondigen. Veel mensen zijn enthousiast geraakt, want Hij gebruikte niet alleen wijze woorden, hij dééd die woorden ook. Hij sprak niet over gezondheid, Hij gaf mensen hun gezondheid terug. Hij wees ons niet de weg, maar is zelf de weg geworden. Hij sprak niet de waarheid, Hij is zelf onze weg, waarheid en leven geworden.

In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus ook af en toe teruggaat naar zijn ouderlijk huis, terug naar de plaats waar Hij vandaan komt, Nazareth. Dat is de plek waar alle mensen Hem goed kennen. Overal in het land heeft Hij verteld over de goede dingen van het leven, over de stervende graankorrel die eerst in de aarde moet vallen om tot nieuw leven te komen. Ze hadden aan zijn lippen gehangen. Op 'n berghelling zijn het er wel vijfduizend! De hele dag hangen ze aan zijn lippen. Ze trekken Hem de woorden uit de mond. Zijn faam bereikt zelfs de stad Jeruzalem. Daar fronsen zich de eerste wenkbrauwen. Jezus had zich veel van zijn reis naar Nazareth voorgesteld. Vreemde en onbekende mensen hadden zijn woorden begrepen, waren er warm voor gelopen. Maar wat valt het bezoek aan zijn moederstad Hem tegen. Spuit elf geeft ook modder, roepen zijn dorpsgenoten. Waar haalt hij het vandaan, die klusjesman? Hij is toch de zoon van onze timmerman? Die briljante ideeën al die wonderen, dat kan toch helemaal niet! Dat kan niet van God komen, want wat moet God nu met een bouwvakkertje? Dat had Jezus niet verwacht. De mensen kenden hem daar toch, ze kennen toch zijn vader en moeder. Waarom reageren ze zo?

Het was vroeger beleid van het bisdom om nooit een pastoor te benoemen in de plaats waar hij geboren was. Want de mensen daar kenden z'n ouders, broers en zussen. De parochianen zouden al gauw schouderophalend tegen elkaar zeggen: “Is dat niet die jongen van Jansen van de Amstelveenseweg? Wat verbeeldt hij zich wel? Laat hij eerst maar eens naar zichzelf en zijn familie kijken!. Als pastoor word je dus met opzet de vreemde in gestuurd. Marcus zegt: ‘Geen profeet is heilzaam voor zijn eigen vaderstad. Jezus krijgt wat een kritiek. En hoe gaat Jezus daar mee om? Hoe gaan wij om met kritiek?

Moraal van dit verhaal: zo vergaat het mensen die angstvallig luisteren naar wat ánderen over je zeggen. Als je je te veel aantrekt van wat anderen zeggen, dan heb je geen leven! Op zich is kritiek niet erg. Je kunt er als mens beter van worden. Maar dan alleen als de kritiek gegeven wordt met het hart op de juiste plaats. Als mensen proberen om je met hun kritiek op te bouwen en niet af te breken. Vooral op een dorp, waar mensen elkaar door en door kennen, is de kritiek vaak niet van de lucht! Altijd heb je wat op elkaar aan te merken.

Dat mensen kritiek op je hebben is nog daaraantoe. Maar vaak is het geen opbouwende, maar een afbrekende kritiek. Mensen die je beoordelen naar de hoogte van het bedrag dat je op de bank hebt staan of de titels die je draagt. God maakt mensen steeds groter, wij maken elkaar steeds kleiner. Als een kind een verstandige opmerking maakt en als volwassene voelen we dat we het bij het verkeerde eind hebben, dan zeggen we: ‘hoor, spuit elf geeft ook modder!’

Het is moeilijk om profeten te ontdekken in mensen met wie wij het leven delen. Profeten zijn alleen profeten, als ze ver van ons af staan. Als je oog in oog staat met beroemde mensen, dan vallen ze vaak bitter tegen. In die vele jaren dat ik bij de KRO werkte heb ik heel wat zogenaamde BN-ers persoonlijk ontmoet. En wat vallen ze in de omgang al gauw door de mand. Dan blijken het gewone mensen te zijn, met hun eigenaardigheden, maar ook gelukkig met hun eigen aardigheden. Ik denk dat het de kunst is profeten te ontdekken in je naaste omgeving. Bijvoorbeeld in de mensen met wie je thuis het leven deelt, met mensen met wie je je geloof deelt. Je kent elkaar vaak van binnen en van buiten, maar kennen we elkaar echt? Wij hadden het vroeger op de lagere school al: de leukste meisjes zaten altijd in een andere klas, of op een andere school. En ik hoor soms vrouwen zeggen: de leukste mannen zijn altijd met een ánder getrouwd. Dat lijkt de les van vandaag: het gras van de buren is altijd groener dan het gras in je eigen tuintje. En ook het buitenland is altijd mooier dan je eigen landje. Hoewel, eerlijk gezegd de meesten van ons, na een paar weken, blij zijn dat we weer thuis zijn.

Voor de inwoners van Nazareth was het gesneden koek. Hij is iemand van ons. We kennen zijn ouders. Is hij dan zo belangrijk? laat Hij zijn malle fratsen maar gauw afleren! Dat wil zeggen: feitelijk willen ze Hem niet in hun leven toelaten. Jezus zal en moet de klusjesman blijven. Hij moet die malle overtrokken fratsen maar gauw afleren. Mens, doe toch normaal, dan doe je al gek genoeg! Ook in onze dagen zijn de profeten onder ons. Zelfs in ons eigen huis, mensen met wie wij dagelijks omgaan. Maar kunnen we nog luisteren naar wat we elkaar te zeggen hebben? In zijn moederstad Nazareth kon Jezus geen enkel wonder doen. Er zouden in de wereld veel meer wonderen gebeuren, als wij het getuigenis van profeten, die midden onder ons wonen, wat serieuzer zouden nemen!

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus