Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

WERKERS VAN HET ELFDE UUR

werkers van het elfde uur

Het is al weer jaren geleden dat ik aan het sterfbed stond van iemand die met eigen handen een grote zaak had opgebouwd. Daar was hij maar wat trots op! De laatste dagen lag hij wat te piekeren in z'n bed. Hij zei tegen me: ‘Pater, ik heb m'n hele leven geprobeerd zo goed mogelijk te leven. Elke dag heb ik gebeden voor iedereen die dat maar nodig had. Ik heb grote bedragen overgemaakt naar de Derde Wereld en naar onze eigen parochiekerk. Ze zijn allemaal niet slechter van mij geworden! Denkt u dat dat allemaal voldoende is om in de hemel te komen?"

Gelukkig hield ik mijn lippen op elkaar. Ik vind het sterfbed geen plaats om met mensen in discussie te gaan. Maar het is mij wel opgevallen dat mensen inderdaad sterven zoals ze hebben geleefd: deze man stond aan het einde van zijn leven gewoon zijn kas op te maken! Inkomsten en uitgaven werden keurig tegen elkaar weggestreept. En dan maar hopen bij God op een positief saldo!

Mensen sterven zoals ze hebben geleefd. Dat is langzamerhand mijn vaste overtuiging. De wijze van sterven drukt vaak het gehalte van je leven uit. Als je leeft als boekhouder, ga je dood als boekhouder. Maar dat betekent nog niet dat God zich als een boekhouder gedraagt. Integendeel, bij Hem tellen de inkomsten zwaarder dan de uitgaven. God weet dat ons menselijk kasboek nooit zal kloppen. Daarom stuurde Hij ook zijn Zoon. Hij moest de rekening definitief vereffenen! Als je daar zó tegen aankijkt, dan snap je iets van de parabel van de ‘Werkers van het elfde uur’.

Laten we het maar eerlijk zeggen: de parabel die we zojuist gehoord hebben is aanstootgevend. Als een werkgever zo zijn werknemers zou behandelen, kwam het binnen de kortste keren tot een staking! Hetzelfde werk, hetzelfde loon, dat is pas rechtvaardig! Iedereen die de hitte van de dag heeft gedragen, heeft recht op een betere en hogere beloning dan diegene die pas aan komt zetten als de dag bijna voorbij is en de klus geklaard! Maar dat is rechtvaardigheid volgens menselijke opvattingen. God rekent blijkbaar anders. God vergoedt niet volgens een vaststaand tarief, Hij geeft in overvloed. Zijn maat is barmhartigheid.

Petrus zegt tegen Jezus: ‘Ik heb alles achter me gelaten om U te volgen’. Wat krijg ik ervoor terug? Jezus vertelt dan de parabel van de ‘werkers van het elfde uur’. Daar krijgen de laatsten evenveel uitbetaald als de eersten. De mensen die de hitte van de dag hebben gedragen ontvangen hetzelfde als de laatbloeiers. Valt dat even tegen! Heb ik daar elke dag voor gebeden? Ben ik daarom elk weekend naar de kerk gegaan? Heb ik daarom zoveel gegeven voor de Derde Wereld? We zouden voor al die dingen in klinkende munt door God betaald willen worden. Maar wie God zijn eigen rekening presenteert, verrekent zich grondig!

Hoe kijken wij tegen zijn Vader aan? Dat is de vraag die Jezus stelt. Zijn Vader is geen boekhouder, die heel ons doen en laten nauwkeurig registreert. Wie meent dat hij op éigen kracht de hemel kan bereiken, heeft zich grondig misgerekend. God wil goed zijn voor mensen zonder onderscheid. Zo verzet Jezus zich tegen de mentaliteit van mensen die menen het op eigen kracht in deze wereld wel te kunnen klaren. De heilige Theresia zei aan op haar sterfbed: ‘Eigenlijk is alles slechts genade! Een gave van God’. We hebben nergens recht op en krijgen toch van alles.

God is geen boekhouder. Bij Hem mag er van alles in overvloed zijn en voor iedereen: voor vroege vogels en laatbloeiers. Leven in overvloed. Op de bruiloft van Kana stroomde er 300 liter wijn over de tafel! Kijk eens naar 't wonder van Kafarnaùm: 10.000 mensen verzadigd en nog 12 korven brood over! En dan het wonder bij het meer: een boot tot de rand toe gevuld met vis, zelfs zo zwaarbeladen dat de boot in de diepte dreigt te verdwijnen! Zouden wij dan afgunstig moeten zijn omdat alles wat van God komt gratis is?

Ieder van ons draagt zijn eigen geschiedenis met zich mee. Eigenlijk is elk mens een laatbloeier. Allemaal zijn we werkers van het elfde uur. Als we ons eigen leven onderzoeken, maar dan oprecht, zullen we tot de conclusie komen dat ons hele leven een geschenk van God is. Zonder Hem zijn we niets. Dankzij Hem mogen we alles worden, zelfs Kind van God, En die uitnodiging geldt voor iedereen: voor de vroege vogels, maar ook voor hen die pas laat tot bloei komen. Wij zouden niet jaloers mogen zijn, maar juist gelukkig, als mensen zich bekeren tot God, ook als dat pas gebeurt op een moment waarop het menselijkerwijze gezien te laat is. Voor God bestaat dat ‘bijna te laat’ niet, voor Hem is iedereen ‘op tijd’, die tijdens zijn leven zich omdraait en zijn hart bekeert tot de Allerhoogste.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus