Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

IEDEREEN IS ANDERS

trap in vertrouwen

Misschien heeft u het al gehoord: tijdens de laatste overstromingen in Limburg stond een pastoor vóór de kerk. Hij stond met zijn voeten in het water. Er kwam een boot langs. Parochianen vroegen hem aan boord te gaan. Dat deed de pastoor niet, want zo zei hij ‘ik vertrouw op God.’ Een half uur later stond hij tot zijn middel in het water. Weer kwam er een boot langs. Maar de pastoor ging niet mee, hij vertrouwde wel op God.

En weer een uur later stond hij tot zijn lippen in het water. Wéér kwam er een boot langs, maar de pastoor weigerde opnieuw in te stappen, want hij vertrouwde op God. Toen is de pastoor verdronken. Boven in de hemel kwam hij bij Petrus. De pastoor begon tegen hem uit te varen en zei: ‘Ik heb mijn parochianen een voorbeeld willen stellen door hen te wijzen op hun Godsvertrouwen, waarom heeft je Baas mij dan niet gered?’ ‘Ja, dat weet ik ook niet’, zei Petrus, ‘want we hebben tot drie keer toe een boot naar je gestuurd!’.

Op God kun je blijkbaar vertrouwen, maar kun je ook mensen vertrouwen? Dat is andere koek. Kun je buitenlanders vertrouwen en de vele vluchtelingen? En dichterbij: kun je de mensen met wie je leeft vertrouwen? Hoe vaak wordt dat vertrouwen beschaamd? Daarom is er in de wereld veel wantrouwen. Maar er is niets wat ons leven zo kan ondermijnen dan wantrouwen, elkaar geen vertrouwen geven, altijd tegenover elkaar een slag om de arm proberen te houden. Maar wanneer wij geen vertrouwen in elkaar hebben, dan komen we ook nooit tot geloof in elkaar. En waar mensen niet in elkaar geloven, valt niet te leven en te werken. Dan kun je praten wat je wilt, maar je komt nooit een stap verder. Vertrouwen in elkaar, geloof in elkaar, zijn niet aan te praten, niet te bewijzen. Het is er of het is er niet. Je vertrouwt elkaar of je doet dat niet. Je kunt vertrouwen niet maken of kopen, maar alleen maar van iemand krijgen en aan iemand geven.

Vertrouwen in elkaar, niet ergens om, niet om er zelf beter van te worden, maar uit respect voor elkaars leven en elkaars eerlijke bedoelingen, hoe verkeerd die misschien ook uit mogen vallen. Wantrouwen ontstaat ook als mensen elkaar te dicht op de huid zitten. Als het waar is wat anderen tegen je zeggen, dan zou dat weleens consequenties voor je leven kunnen hebben. Dan hou je de ander maar liever op een afstand, dan vind je het maar beter om je te verschuilen achter wantrouwen. Wantrouwen is een groot kwaad, onze wereld blijkt ervan aan elkaar te hangen. Oost en West wantrouwen elkaar, evenals Noord en Zuid. Armen en rijken wantrouwen elkaar. Er zijn echtgenoten die elkaar wantrouwen, ouders hun kinderen, kinderen hun ouders. Er is zelfs veel wantrouwen onder geliefden en vrienden, wantrouwen tussen broers en zussen.

Zo verging het ook Jezus van Nazareth. Hij werd door de dorpelingen hevig gewantrouwd. Ze vonden eigenlijk wel dat Hij met grote wijsheid sprak, en dat verbaasde hen ook. Maar een dergelijke wijsheid accepteren van iemand die ze zo goed kennen - hij is toch de zoon van een timmerman die we kennen - dat is toch te veel eer voor een eenvoudig stadsgenoot? En dat is nu nog zo: je laat je niet zo gemakkelijk de les lezen door iemand die je goed kent. Het valt dan ook niet mee om de les gelezen krijgen van je eigen kind, je buren of je man of vrouw. Dat kan weleens te veel gevraagd zijn.

Het valt me vaak op dat het moeilijker is om iemand de waarheid te zeggen naarmate je elkaar beter kent. Je denkt: wij vertrouwen elkaar, we zijn vrienden, maar uitgerekend dan moet je uiterst voorzichtig zijn met je woorden. Mensen die elkaar goed kennen, houden er niet van als ze door de ander op hun plaats gezet worden. Je kent elkaars achtergronden, elkaars sterke en zwakke plekken en je bent eerder geneigd met gelijke munt terug te slaan dan te incasseren. En dat is niet zo bevorderlijk voor het onderlinge vertrouwen.

Je wordt niet zo gemakkelijk geëerd in de plaats waar je vandaan komt. Een profeet wordt niet in eigen vaderstad gewaardeerd. Toch denk ik dat vertrouwen in elkaar de enige basis is om tot geloof en tot liefde te komen. Geloof in elkaar, ook geloof in God. Dat vraagt om een wederzijds respect en vertrouwen. Vertrouwen wil zeggen: de ander volop de kans geven een plaats in jouw leven te krijgen en je niet afsluiten voor het onverwachte dat een ander je kan geven. Niet bij voorbaat iemand al in een bepaalde hoek plaatsen, waar die van zijn leven niet meer uitkomt.

Als Jezus mensen tegenkomt die niets van Hem verwachten, dan kan Hij doen wat Hij wil, maar ze zullen Hem niet begrijpen. Wie in Jezus niet meer wil zien dan ‘de zoon van onze timmerman’, ziet ook inderdaad niets meer: Als je blijft vasthouden aan het beeld dat je van iemand hebt, dan zie je ook niet meer dan dat. Dan is er geen ruimte voor de ander om zich op een nieuwe, andere wijze te laten zien. Dan kan er ook maar weinig in die relatie tot de ander gebeuren. Waar mensen elkaar geen vertrouwen geven, niet in elkaar geloven, kunnen mensen haast niets meer uitrichten. Waar mensen niet in elkaar geloven, gebeuren er geen wonderen meer. Waar mensen niet in Jezus geloven kan Hij geen enkel wonder verrichten.

Eigenlijk zijn we een beetje bang voor een God die met zijn volk mee wil trekken, een God van het verbond, die vertrouwd is met wat mensen doen, die zijn eigen leven met het lot van mensen verbonden heeft. Als we wat minder wantrouwend tegenover elkaar zouden staan, zouden we in elkaar iets kunnen ontdekken van Zijn aanwezigheid in hen. Want God is aanwezig in je eigen man, vrouw, kind of vriend. Maar dan moet je je kwetsbaar durven opstellen, en dan moet je eigen fouten durven toegeven.

Het evangelie maakt ons vanmorgen duidelijk dat Jezus alleen zijn werk maar kan verrichten, als mensen Hem van harte vertrouwen, zich voor Hem open willen stellen, geen slag om de arm houden. Elders staat het in het evangelie: ‘en Hij verliet de stad, zonder dat Hij er wat uit kon richten’, want de gemeente was stokdoof voor zijn woorden van vertrouwen en liefde. Misschien mag het evangelie van vandaag ons uitnodigen om wonderen te ontdekken in onze eigen omgeving. En dat is erg moeilijk: Maar als het je lukt, zal je ontdekken dat onze wereld heus niet zo beroerd in elkaar zit als wij elkaar doen geloven. Dan leer je weer geloven in het wonder van mensen om je heen, dan groeit je vertrouwen. En dat is geloven in en houden van een God aan Wie wij ons vertrouwen geven, en aan Wie wij ons hele leven ook willen toevertrouwen: Van wantrouwen naar elkaar vertrouwen geven. Het is de enige weg die leidt naar ons geloof en naar de liefde. En dat is de opdracht die Jezus ons vandaag meegeeft. ‘Ik heb jullie een opdracht gegeven: jullie moeten elkaar liefhebben, zoals ik jullie heb liefgehad.

Wij leven in tegenwoordig in wat we noemen een multiculturele samenleving. We komen veel mensen tegen die ‘anders’ zijn dan wij. Voor degenen die daarvoor openstaan is het een uitdaging, want in die ontmoeting liggen ook je groeikansen. Je kunt er een beter en wijzer mens van worden. Van elkaar houden, tot over alle grenzen heen, accepteren dat elk mens anders is, maar dat we uiteindelijk toch allemaal kinderen zijn van een en dezelfde Vader, broers en zussen.

En dan de opdracht van Jezus vandaag: ‘Leef met elkaar van de Liefde’. En dat laatste geldt ook voor de mensen van de andere kant van de wereld. Waarom zou de liefde zo selectief zijn, dat ze op haar tocht door de wereld mensen overslaat? Soms zingen we wat al te gemakkelijk ‘Eer aan God in den hoge’, zonder vrede te sluiten met mensen om ons heen. Je mag Gods gloria niet bezingen, als je je niet daadwerkelijk inzet voor de afgeschrevenen ver weg en dichtbij. Iedereen is anders: gelukkig wel!

De kinderen zijn nu druk bezig in de parochiezaal. Ze hebben een blaadje gekregen met daarop drie mensen die alleen hun onderbroek aan hebben. Ze kregen er nog een ander blaadje bij met prachtige kleren. Die kunnen ze uitknippen en aan daar de drie ‘bijna blote mensen’ aantrekken. Ze zullen er prachtig uitzien. En als ze nu terugkomen zal een van de kinderen erover vertellen. Maar een ding is duidelijk: de drie mensen hebben dan verschillende kleren aan. En als iedereen zijn eigen kleding draagt, wordt de wereld veel kleurrijker!

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locaties: H.Augustinus