Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

EERSTE COMMUNIE

Vanaf eind januari hebben we zes kinderen voorbereid op hun Eerste Heilige Communie. Twee dames hebben de groep geleid. Het was dit jaar een bijzonder kleine groep. Maar dat maakte deze voorbereiding wel heel bijzonder, omdat we veel aandacht konden geven aan elk kind persoonlijk. We hebben het eerst samen gehad over de betekenis van je naam en hoe belangrijk het is dat ook anderen een naam hebben, zodat je elkaar kunt aanspreken. En dat je straat en je stad een naam hebben, zodat je de weg kunt vragen of opzoeken en vindt waar je moet zijn. En wat betekent je naam? Daarna hebben we het gehad over het doopsel. Wat dat betekent en waarom we gedoopt zijn. En natuurlijk hebben we gesproken over het samen delen met elkaar. Er waren verschillende kindervieringen en we hebben uitgebreid de kerk, de sacristie en de kluis tot in details laten zien, zodat de Eerste Communicanten zich thuis voelen in ons kerkgebouw.

En met de ouders kwamen we tweemaal samen rond praktische zaken natuurlijk, maar ook voor bezinning over onderwerpen als: samen bidden, over opvoeden in geloven in deze tijd, en een bezinning over wat de eucharistie eigenlijk ook voor u als volwassene betekent. Ik ben ervan overtuigd dat de kinderen goed zijn voorbereid. Fijn dat ze samen vandaag hun Eerste Communie mogen doen. Maar wij hopen natuurlijk dat het niet bij de eerste communie blijft, maar dat ze ook daarna hun tweede en derde communie doen. Met andere woorden dat we elkaar mogen blijven zien, minstens in de gezinsvieringen die speciaal op ook op uw kinderen is gericht.

De kinderen hebben het vandaag gehad over het evangelie van Johannes 6:1-15, waarin het gaat over ‘5 broden en 2 vissen’. Op dit moment zijn ze in de parochiezaal, waar dit verhaal op hun eigen niveau alle aandacht krijgt. Over dit broodwonder wil ik het ook vanmorgen met u hebben.

Jaren geleden was ik op weg van Hilversum naar Den Helder naar een bruidspaar. Tussen Alkmaar en Den Helder, langs het Noord Hollands Kanaal, stopte m’n auto plotseling. Tijd om de ANWB te waarschuwen had ik niet. Gelukkig heeft een vriendelijke Duitser, op weg naar Texel, me meegenomen. Hij heeft me zelfs voor de kerk afgezet! Toen de man onderweg hoorde dat ik priester was, sloeg hij onder het rijden met zijn beide vuisten op het stuur en zei: ‘Ich glaube an Gott, aber nicht an seinen Bodenpersonal!’ - Ik geloof wel in God, maar niet in zijn grondpersoneel!

Ik dacht: die man heeft natuurlijk ooit een fikse ruzie met z'n pastoor of dominee gehad. Maar de oorzaak bleek toch veel dieper te liggen. Als opgroeiend kind had hij de crisisjaren meegemaakt. Sindsdien had hij een hekel gekregen aan mensen die met hun vingertje voortdurend naar de hemel wijzen, terwijl de wereld in brand staat. Hij vertelde me dat in de crisisjaren 'n Duitse krant een spotprent publiceerde, waarbij ’n dikgebuikte pastoor met zijn vingertje naar de hemel wees, terwijl voor hem in de kerkbanken broodmagere mensen zaten. Onder de spotprent stond: "Nicht allein vom Brot wird der Mensch leben!" - een mens leeft niet van brood alleen!

Soms denk ik bij me zelf: is God eigenlijk niet op dezelfde manier bezig als zijn grondpersoneel? ‘Een mens leeft niet van brood alleen. Ik ben het Brood dat eeuwig leven geeft.’ Heeft Jezus geen gemakkelijk praten? In onze dagen zijn er miljoenen mensen die honger lijden. Wat betekenen de woorden uit het evangelie voor hen? Hoe reageren zij op het woord van Jezus: ’Ik ben het Brood van het eeuwig leven?’ Waarom zouden arme mensen niet mogen bedelen om een stukje leeftocht? Wat doe je - ook in onze tijd - met een God die zijn kinderen wél bevrijdt uit de slavernij van Egypte, maar die daarna zijn kinderen laat verpieteren in de woestijn? Wat heb je aan een God die dagelijks tienduizenden nieuwe mensen op de wereld zet - geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis - maar die daarna weer van honger sterven?

Voor hongerige mensen moet het evangelie van de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging klinken als een onrealistisch sprookje. Jezus zorgt dat er brood is voor 5000 mensen en meer. Waarom gebeurt dat niet in onze tijd, denk ik dan. Niet dat er niet voldoende voedsel op de wereld is. Geleerde mensen hebben uitgerekend dat er op aarde voldoende kleding, voedsel en huisvesting is voor alle mensen die op deze wereld wonen. Hoe komt 't dan toch dat jaarlijks 15 miljoen mensen aan honger sterven en er op aarde zo'n 140 miljoen mensen ondervoed zijn?

Is de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging dan niet meer dan een ordinair sprookje? Ik denk dat de vier evangelisten ons toch iets ánders willen zeggen. Zij vinden de gebeurtenis zo belangrijk dat we het verhaal tegen komen in alle vier de evangelies. En niet vier, maar zesmaal! En het gaat hierbij niet om een banaal sprookje, maar het verhaal gaat vooral over Jezus die net uit de woestijn komt waar Hij 40 dagen en nachten heeft gevast, en waar Hij door de duivel is bekoord. ‘Als je de Zoon van God bent, verander deze stenen dan in brood!’ En Jezus antwoordt dan: ‘Een mens leeft niet van brood alleen maar van elk woord dat voortkomt uit de mond van God."

Jezus wil geen stuntman zijn die uit niets brood tevoorschijn tovert. Hij wil horen bij diegenen die dagelijks zweten en zwoegen voor hun brood. Hij neemt 5 broden en 2 vissen, slaat zijn ogen ten hemel en breekt het voor hen die honger hebben. Alsof Hij wil zeggen: Ik wil helemaal bij jullie zijn... niet als voedsel dat vergaat, maar als brood voor 't eeuwige leven... en als je dat begrijpt, begint vanzelf het wonder van breken en delen wel. Pas als je durft delen met elkaar - in Gods naam - is Gods spel met de mensen mogelijk. Bovendien zegt Jezus iets heel belangrijks tegen zijn leerlingen: ‘Geven jullie ze maar te eten!’ Het is alsof Hij het heeft tegen ons: honger in Afrika? Begin maar te delen! Dan is er voldoende voor Iedereen!

Hoe kom je aan zoveel brood? Andere vraag: hoe gaan wij om met onze welvaart? Op een zuinige, natellende manier? Houden we zoveel mogelijk in reserve? Een appeltje voor de dorst? Als je zo denkt, dan kun je het wonder wel vergeten. Dan lukt dat delen nooit! Maar je kunt ook als Jezus doen: ‘begin maar te breken en te delen! Dan zien we wel hoever we komen!’

Tenslotte: tegenwoordig kopen we ons brood gesneden. Dat snijden deden we vroeger thuis aan tafel. Voordat moeder het kapje eraf sneed, maakt zij met het kartelmes ’n kruis over het brood. Ze gaf daar mee aan dat ze er van overtuigd was dat alle goeds van God komt. Dat gebaar is nu versleten. En de meesten van ons vinden het zelfs niet eens belangrijk om voor en na het eten te bidden. Wij hebben het brood immers zelf verdiend en zelf betaald! Maar als we ons dagelijks brood niet meer ervaren als een geschenk uit de hemel, dan verdwijnt ook de behoefte om dat brood met anderen te delen, want we hebben het immers zélf verdiend!

De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging leert ons dat Jezus geen stuntman is, geen tovenaar, geen sprookjesverteller. Geen man die het goed zou doen op de plaatselijke kermis, maar een mens die als geen ander door had dat alle goeds in ons leven - en zeker ons dagelijks brood - uit de handen komt van de Vader en dat het bestemd is om te breken en te delen - in Gods naam!

Van harte mag ik u feliciteren met de Eerste Communie van uw kinderen. Ze zijn, even als u, bij ons welkom om niet alleen vandaag, maar blijvend het brood van God met elkaar te delen. – in Gods naam.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus