Fiat voluntas tua, sicut in caelo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

BROODREDE 2

Vertelt u het niet verder: Ik ben een keer echt Lazarus geweest! Nee, het is niet wat u denkt. Ik was in Israël en een gids vertelde ons dat we langs het graf van Lazarus kwamen. Datzelfde graf waar Jezus zijn vriend Lazarus weer het leven inriep. Het graf was in een rots uitgehouwen. Voor één dollar mocht iedereen ’n keer het graf in. En de gids riep dan”Sta op, Lazarus, kom uit je graf!”. Heerlijk om dan je dan één keer echt Lazarus te voelen! Zo zijn er veel plekken in het Heilige Land, waar je bij stil kan blijven staan. Ik geef u nog een voorbeeld:

In Israël liggen twee meren, die door de Jordaan met elkaar verbonden zijn. Het meer van Tiberias (ook Meer van Galilea genoemd) en de Dode Zee. Rond het meer van Galilea is het vol leven. De grond is er vruchtbaar en er liggen welvarende steden. Het meer wemelt van vissen. Maar ga je slechts 80 kilometer verder, dan kom je bij de Dode Zee. Daar is alles doods en ziltig. Er is geen spoor van leven - geen vis houdt het er uit. Geen steden, geen bomen, geen struiken. Niet voor niets noemen mensen dit de Dode Zee.

Waarom zijn deze twee meren, die zo dicht bij elkaar liggen, zo verschillend? Zo verschillend dat het ene meer symbool van leven, het andere meer symbool van de dood is geworden? De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig: het meer van Galilea ontvangt 't water van de Jordaan en geeft het weer aan de Jordaan terug. Daarom ook is er leven mogelijk. Het water van de Dode Zee gaat niet meer verder, vormt het eindpunt van de rivier. Er vindt geen wisselwerking plaats. Daardoor is het water brak geworden, ziltig en zout. Daarom verdwijnt alle leven er. De Dode Zee draagt de dood in haar schoot.

Wat een symboliek! De mens die alles voor zichzelf houdt, die niets meedeelt, die zich afsluit voor anderen, kwijnt weg en sterft af. Mensen die alleen maar "ik" kunnen zeggen en "ik" kunnen denken, verliezen hun contacten, zien hun vrienden verdwijnen. Wat overblijft is de dood. Maar er zijn ook mensen die de liefde die ze ontvangen weer doorgeven aan anderen. Mensen die "jij" denken en "jij" doen. Rond hen ontstaat liefde vriendschap en dankbaarheid. Bij zulke mensen voel je je thuis. Daarom ook vinden de wonderen van liefde (bv. de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging) die Jezus verricht ook plaats bij het Meer van Galilea en niet bij de Dode Zee.

In het evangelie horen we dat Jezus zegt: "Werkt niet voor brood dat vergaat." Jezus kent de mensen en kent ook hun énige zorg: eten en drinken, geld verdienen en geld bezitten. Maar geld noch bezit maken de mens écht gelukkig. Daar is méér voor nodig! Hoeveel mensen gaan er niet gebukt onder de zorgen van elke dag? Allen al in Nederland zoeken elke dag gemiddeld zo'n 22 mensen de rand van hun leven op. Als je ziet onder welke zorgen mensen gebukt gaan, dan weet je dat een mens niet leeft van brood alleen. Voor leven is méér nodig. Brood heb je nodig, maar je leeft pas écht door vrede, liefde, vriendschap en geluk. Een hand om je schouder, een kus op je wang, heb je even hard nodig als dagelijks brood.

Als we op zoek gaan naar geluk, zoeken we misschien teveel in ons zelf. Maar dan blijf je hongeren. Alleen de liefde die je geeft kan je honger verzadigen. Wie zijn leven geeft zal het winnen". Eucharistievieren is doen wat Jezus deed. Wij moeten brood voor de wereld worden. Dan zal het ons weinig interesseren waar ons brood eigenlijk blijft. Iedereen heeft recht om zijn of haar stuk van dat brood af te breken. Daarmee breken ze ook een stuk af van ons menselijk egoïsme, van "ieder voor zich en God voor ons allen." Zo mogen wij voor elkaar het Meer van Galilea zijn! Daar waar we alles houden voor ons zelf, blijven we vissen in troebel water tot we zelf een Dode Zee worden, waar geen leven meer in te vinden is. Aan ieder die keuze…

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen