De titel van de overweging
Gouden regel
- Hoe wil ik als mens behandeld worden?
- Als ik zo behandeld wil worden, dan willen andere mensen ook zo behandeld worden;
- Dus moet ik andere mensen zo behandelen als ik ik behandeld wil worden.
Van huis hebben we vaak het meegekregen: ‘met ons brood wordt niet geknoeid!’ Een gouden regel voor wie in de naoorlogs jaren opgroeide. en eigenlijk is dat voor veel mensen nog zo. Al passen broodtrommeltjes niet meer in onze jeugdsubcultuur en leggen ze het af tegen de broodjes gezond en luxe versnaperingen in de schoolkantines. Brood staat voor meer dan het product van de warme bakker, brood behoort bij de basis, een soort oer-voedsel; zo het hoort bij ons leven. In de Bijbel wordt opvallend vaak over voedsel gesproken. De profeet Elia ligt machteloos neer en wordt aangestoten door een engel die zegt: ‘Elia, sta op en eet!’ Elia eet en loopt 40 dagen en nachten aan één stuk naar de berg Horeb.
Bekend zijn ook de broodverhalen in de woestijn, een heel volk op weg, moedeloos en hulpeloos, en dan ligt er iets op de grond. ‘wat is dat?’ (Mannah in het Hebreeuws). Latere generaties zullen juichen en zingen: ‘want Brood uit de hemel heeft Hij ons gegeven’. Brood betekent in de Schrift volstrekte solidariteit van de Eeuwige met de mens onderweg, voor de mens is de bekoring groot om af te haken. In het evangelie van Johannes horen we zeggen: ‘Ik ben het brood des levens’.Jezus roept niet alleen op tot navolging, Jezus zegt niet alleen: kom en volg mij en draag je kruis. Jezus wijst ons niet alleen een begaanbare weg, Jezus wil zelf die weg zijn, voedsel voor mensen onderweg. God kan doordringen tot in het hart van ons bestaan. We mogen ons letterlijk door Jezus laten bezielen en zijn Geest in ons midden belichamen. Wij zijn meer dan schakels in een biologische reeks. In de gang van ons bestaan breekt het Licht van de Eeuwige door in zijn Zoon, de Gezalfde, Jezus Messias. Dan verdwijnt het noodlot, en zelfs het lot van de dood heeft dan niet het laatste woord. God neemt ons in zijn Zoon op in de onverwoestbare intimiteit van zijn eigen bestaan. Simpele gebaren: brood en wijn, maar wat spreekt daar een kracht uit!
Laatst was ik in het AMC, het Academisch Medisch Centrum van Amsterdam, een oud-parochiaan van me was stervende. We stonden rond het bed, midden in de nacht: haar man, kinderen en kleinkinderen. Ze lag op de intensive care, te midden van draden, bellen en indrukwekkende regelkastjes. En daar sta je dan met brood en wijn en wat zalf. Wat verschillen ze van de uitgekiende medicamenten en professionaliteit van de artsen en verpleegkundig personeel, met hun uitgekiende onderzoeksrapporten. Stel je voor, je staat daar midden in de nacht met brood en wijn en wat zalf. En dan die laatste oogopslag, een blik van verstandhouding, een moment van uiterste rust en vrede. En dan verdwijnt de patiënt in een coma waar ze niet meer uit komt. En je gaat naar huis en denkt: wat een kracht spreekt uit zulke eenvoudige gebaren!
Voor buitenstaanders zinloos, voor mensen die geloven een onverwoestbaar teken, waarin je mensen tot in de dood nabij mag zijn. Met eenvoudige middelen raak je de diepste diepte van het leven, Brood en wijn. De Joden morden, omdat Jezus gezegd had: ‘Ik ben het brood van het eeuwig leven.’ In plaats van Joden mogen we misschien vertalen: ‘Volk van Juda’. Dat is beter, want dan kan het ingevuld worden door ‘mensen van Nederland’. Ze worden dan mensen zoals wij, bij ons hoor je ook dat gemor. Het is blijkbaar moeilijk om los te komen uit onze eigen beklemming. Alles is erop gericht ons leven zelf in stand te houden. Alleen door te verliezen, van die nieuwe spijs te eten, ons leven te veranderen in hem, vinden wij de laatste vrijheid waaraan zelfs de dood niets meer kan afdoen. Overal in de wereld, waar de nacht is gevallen, verzamelt zich een onverwoestbare hoop op licht, een nieuwe morgen. Zo herdenken wij Jezus, die wij vanmorgen weer ontvangen en die van ons vraagt om met zijn Lichaam ook zijn levensopgave in ons vlees en bloed te laten worden.
Nog belangrijker dan het feit dat brood en wijn veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus, is het feit dat weer daardoor zelf alles veranderd Jezus die zicht tot zijn dood heeft gegeven aan elk mens die honger heeft en die zichzelf wilde geven aan mensen die zijn bloed wel konden drinken! Zoek het geluk niet altijd zo bij jezelf, dan blijf je hongeren. Alleen wie naast zijn brood z'n liefde deelt, kan je verzadigen, ‘wie zijn leven verliest, zal het vinden.’ Dat klinkt vreemd, maar het sluit aan bij onze oer menselijke ervaringen, dat het zaliger is te geven dan te ontvangen.
Eucharistie vieren is doen wat Jezus deed, wij moeten brood voor de wereld worden. Als we brood voor anderen zijn geworden, zal het ons maar weinig interesseren waar ons brood eigenlijk blijft. Iedereen mag van ons brood een stuk afbreken, en daarmee breken we een stuk af van ons menselijk egoïsme van: ‘ieder voor zich en God voor ons allen’.
Jezus gaf Zichzelf door, maar wat geven wij elkaar door? Natuurlijk is het niet moeilijk om met elkaar de gelukkige dagen te delen. Uit volle borst zingen we dan tot in de late uurtjes: ‘en we gaan nog niet naar huis’. Maar durven we het ook aan om in elkaars verdriet te delen? Dan voel je hoe leeg je handen kunnen zijn’. Als 't verdriet je leven binnenvalt, bal je je vuisten, dan word je opstandig en het enige wat je kunt delen zijn je hopeloze tranen. Maar voor God zullen die tranen voldoende zijn... De profeet Elia, zo hoorden we in de eerste lezing, was ook dit aan het einde van zijn Latijn: ‘was ik maar dood...’ Hij probeerde hij zijn verantwoordelijk te ontvluchten. Maar de Eeuwige ziet Elia: ‘hij geeft hem brood en een kruik water’. Er is dan een beweging tussen een ‘was-ik-maar-dood-houding’ en de zekerheid dat Jezus ons voedsel voor het eeuwig leven geeft.
Jezus is de nieuwe Mozes, houd daarom op met het gemor, want het nieuwe land, van die nieuwe wereld, is dan in zicht. Jezus wil brood voor onderweg zijn, zeker als mensen door het leven ontmoedigd raken. God is altijd dichterbij dan je denkt. En tot de dag van vandaag herhalen we de woorden die God sprak tot de profeet Elia: ‘Beste mensen, sta op en eet’ en weet dat u altijd verbonden bent met God de Vader, het Eeuwige leven. Amen
Ambro Bakker s.m.a.