St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Er is in heel Israël vrijwel geen plek te vinden is waar Jezus gelopen heeft. Archeologen vertellen dat de bodem van Israël na 2000 jaar zo'n 6 meter hoger ligt! Alleen de rivier de Jordaan ligt nog even diep, of ligt zelfs iets dieper door het feit dat het water de bodem verder heeft uitgesleten.

Meer van Galileia en Dode Zee

In de rivierstroom liggen twee meren: het Meer van Galilea (ook Meer van Tiberias genoemd) en de Dode Zee. Rond het Meer van Galilea is het vol leven. de grond is er vruchtbaar en er liggen welvarende steden, en het meer wemelt van vissen. Maar ga je slechts 80 kilometer verder, dan kom je bij de Dode Zee, daar is alles doods en ziltig. Er is geen spoor van leven - geen vis houdt het eruit. Geen steden, geen bomen, geen struiken. Niet voor niets noemen mensen dit de Dode Zee. Het water is zo zout dat je er niet eens in kunt verdrinken. Alles en iedereen blijft drijven,

Waarom zijn deze twee meren, die zo dicht bij elkaar liggen, zo verschillend dat het ene meer symbool van leven, het andere meer symbool van de dood is geworden? De oplossing is eigenlijk heel eenvoudig: het meer van Galilea ontvangt het water van de Jordaan en geeft het weer aan de Jordaan terug. Daarom ook is er leven mogelijk. het water van de Dode Zee gaat niet meer verder, en vormt het eindpunt van de rivier. Er vindt geen wisselwerking plaats. daardoor is het water brak geworden, ziltig en zout. Daarom verdwijnt alle leven erin, de Dode Zee draagt de dood in haar schoot. Het is de enige rivier in de wereld die niet in zee uitloopt, maar verdampt in de hitte van de woestijn.

Wat een symboliek, de mens die alles voor zichzelf houdt, die niets meedeelt, die zich afsluit voor anderen, kwijnt weg en sterft af. Mensen die alleen maar ‘ik’ kun­nen zeggen en ‘ik’ kunnen denken, verliezen hun contacten, en zien hun vrienden verdwijnen. Wat overblijft is de dood. Maar er zijn ook mensen die de liefde die ze ontvangen weer doorgeven aan anderen. Mensen die ‘jij’ denken en ‘jij’ doen, rond hen ontstaat liefde vriendschap en dankbaarheid. Bij zulke mensen voel je je thuis, daarom ook vinden de wonderen van liefde (bv. de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging) die Jezus verricht ook plaats bij het Meer van Galilea en niet bij de Dode Zee.

In het evangelie horen we dat Jezus zegt: ‘werkt niet voor brood dat vergaat.’ Jezus kent de mensen en kent ook hun énige zorg: eten en drinken, geld verdienen en geld bezitten. Maar geld noch bezit maken de mens écht gelukkig, daar is méér voor nodig! Hoeveel mensen gaan er niet gebukt onder alle zorgen van elke dag? Als je ziet onder welke zorgen mensen gebukt gaan, dan weet je dat een mens niet leeft van brood alleen. Voor leven is méér nodig, brood heb je nodig, maar je leeft pas écht door vrede, liefde, vriendschap en geluk. Daarom, een hand om je schouder, een kus op je wang, dam heb je dat even hard nodig als dagelijks brood.

Het evangelie van dit weekend en ook van de volgende zondagen is genomen uit de ‘broodrede’ van Johannes, en daarin verwijst Jezus meer dan eens, naar het manna in de woestijn. Vandaar de keuze voor het Mannaverhaal uit het boek Exodus. En Mozes legt hen uit: ‘dit is het brood dat de Heer u te eten geeft.’ En deze manna verwijst naar de Thora, de les die Exodus geeft is. Als je leeft onder Gods (tien) geboden, wordt het leven pas echt leefbaar en het voedsel pas echt smakelijk. Ook Jezus deed bij het Meer van Galilea zijn wonderbaarlijke brood­vermenigvuldiging. Was dat nou zo’n wonder, Jezus heeft ons geleerd dat wij mensen tot grotere wonderen in staat zijn, als wij met elkaar ons brood willen breken en delen, en dat wereldwijd! Geleerde mensen hebben uitgerekend dat de aarde voldoende opbrengt om elk mens van voedsel te kunnen voorzien.

Hoe komt het dan dat in de westerse wereld er voedsel doorgedraaid wordt en in de zuidelijke wereld mensen sterven van de honger? Een westerse wereld die alles voor zichzelf houdt zal uiteindelijk een Dode Zee worden, waarin menselijk leven niet meer mogelijk is. Hebben wij nog eerbied voor ons voedsel? Of zijn we ervan overtuigd dat we dat allemaal zelf hebben verdiend? Hebben we nog eerbied voor het wonder? Mijn moeder maakte vroeger een kruisteken over het brood, en daarmee gaf ze aan dat ze wist dat het brood uiteindelijk van God komt. God zorgt voor de groeikracht, zoals God ook zorgt voor nieuw menselijk leven, al zijn er mensen die menen dat zij kinderen maken vanuit hun menselijke potentie.

Gelovige mensen weten dat zij met het krijgen van kinderen krachten in zichzelf mogen aanspreken die met God van doen hebben. Hoe gaan wij vaak om met ons voedsel? We geven onze boterhammenworst menselijke gezichtjes, dat is leuk voor de kinderen. Misschien vindt u mij een pietlut, maar ik moet die worst niet. Eten heeft voor mij te maken met het leven, waarvan God ons zo royaal voorziet. In gebaren van brood en wijn geeft Gods Zoon zich als gebroken brood en een beker uitgegoten wijn. Dat kost bij elkaar maar een paar kwartjes. Maar er zit een hele opdracht in. Het betekent dat wij, in Gods naam, meewerken aan een wereld waarin geen lichamen meer worden gebroken en geen onschuldig bloed meer wordt vergoten. Als we feestvieren of rouwen delen we met elkaar de (koffietafel.) Bij deze gewoonte sluit Jezus zich aan, Hij geeft zichzelf als gebroken brood.

En ‘niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden en vriendinnen’ is zijn levensmotto. Tot de dag van vandaag mogen wij van die opdracht leven. Als het ons zal lukken, zijn er veel mensen die ín ons Gods mee stemmen. Mensen, sta maar op. Eerlijk zullen we alles delen. Eucharistie-vieren is doen wat Jezus deed. Wij moeten brood voor de wereld worden. Dan zal het ons weinig interesseren waar ons brood eigenlijk blijft. iedereen heeft recht om zijn of haar stuk van dat brood af te breken. Daarmee breken ze ook een stuk af van ons menselijk egoïsme, van ‘ieder voor zich en God voor ons allen.’ Een vriendelijk woord, een hartelijk gebaar hoeven we vandaag niet voor onszelf te houden, die mogen we doorgeven, vooral aan mensen die dat vandaag het meest kunnen gebruiken! Zo mogen wij voor elkaar het Meer van Galilea zijn, daar waar we alles houden voor ons zelf, vissen we in troebel water tot we zelf een Dode Zee worden waar geen leven meer in te vinden is. Breken en delen maakt het leven van ons en anderen heel vruchtbaar. Het is een wonder: dat een broodvermenigvuldiging, een brood voor vandaag aanwezig zal zijn.

Ambro Bakker s.m.a.