De titel van de overweging

Het hoogfeest 'Christus Koning van het heelal' wordt vandaag gevierd op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het viert de universele heerschappij van Jezus. Het is tevens het laatste evangelie van Matteüs. Daarna komen weer de vier Adventsweken en de komende Kerstvieringen. En dan gaat het verder met het evangelie van Marcus.
GOD IS EEN KONING EN EEN GOEDE HERDER
De Russische romanschrijver Leo Tolstoi laat ons een Koning zien die vooral zelf God wil zien als een Goede Herder. De koning legt zijn hermelijnen mantel en zijn kroon af en bekleed daarmee als een herder. Zelf trekt hij de oude vuile mantel van de herder aan en doet de herderstas om. De herder gaat op de troon zitten, neem de gouden scepter en wijst naar beneden waar de koning staat als een arme man. ‘Kijk’ legt hij uit, ‘dat doet God’. Hij werd zoals u daar nu staat. Hij legde zijn koningskleed af net als u’.
Tolstoi maakt gebruik van een eeuwenoud beeld van God: niet zoals koning, maar zoals een Goede Herder. Daarmee laat hij God neerdalen van zijn hemelhoge troon en plaatst Hij Hem tussen de gewone mensen. God verbindt zich met zijn volk zoals een herder met zijn kudde. Hij gaat een relatie aan met wie Hem wil volgen. Een persoonlijke band, getekend door aandacht en liefdevolle zorg van Gods kant. In psalm 23, die als titel ‘God is mijn Herder’ draagt, zorgt God voor mensen, zoals een herder zorgt voor het welzijn van zijn kudde. Is er voldoende eten en drinken? Krijgen de dieren op tijd rust? Dreigen er ook gevaren: roofdieren, ziekten, verwondingen, gevaar om te dwalen. Hoe kunnen die afgewend worden?
In de eerste lezing van vandaag is profeet Ezechiël ontstemd over de leiders van zijn tijd (zesde eeuw voor Christus), een Babylonische ballingschap. Zijn dat nu herders ze zorgen meer voor zichzelf dan voor elkaar. Door verwaarlozing is het volk verstrooid geraakt in ballingschap. Daarom zal God zelf zijn kudde naar zijn mensen omzien. Ezechiël vertrouwt erop dat het weer goed zal komen. De herder zal zorgen voor zijn kudde. Dat betekent: het verdwaalde dier opzoeken en terughalen; het gewonde dier verbinden, het zieke dier genezen.
Op het feest van Christus Koning dat wij vandaag vieren wordt Koning Christus door Matteüs als oordelende rechter voorgesteld. Zouden deze woorden aan het eind van Jezus’ rede over de eindtijd niet eerder bedoeld zijn als een instructie en je levensles? Zouden wij van rol durven wisselen: Herder- Koning of Koning-Herder? Of als eerste, de laatste (Herder) willen zijn. Binnenkort begint de Advent. Het oude kerkelijke jaar is bijna voorbij. Als laatste feest van het kerkelijk jaar vieren we het feest van Christus Koning. Daarmee is de cirkel rond. We zijn begonnen met de geboorte van een nieuwe Koning en vandaag gaat het over Christus Koning. Of gaat het over de komst van de Goede Herder? Eén jaar hebben we de tijd gehad om te ontdekken waar het koningschap van Christus uit bestaat. In die tijd staan Pilatus en Jezus lijnrecht tegenover elkaar.
Pilatus, de machtige heerser, gezeten op de Romeinse troon, omgeven door duizenden stoere militairen. Hij beschikt over leven en dood. Tegenover hem staat Jezus. Hij is de geslagene, genadeloos onderuitgehaald. Hij heeft een spotmantel om zijn schouders. Zijn handen zijn geboeid, teken van machteloosheid. Daar staat Hij alleen tegenover die machtige landvoogd. Een regelrechte confrontatie tussen écht gezag en ordinaire macht. Wie is er eigenlijk bang voor wie? Wie staat er eigenlijk terecht in het proces contra Jezus van Nazareth? Pilatus wast zijn handen in onschuld. Hij vraagt de spotkoning: ‘Ben jij koning?’ Hoe komt Pilatus aan die vraag, heeft iemand hem dat ingefluisterd? Of is hij ook onder de indruk geraakt van Jezus optreden en houding? Maar Jezus geeft een ontwijkend antwoord: ‘Mijn Koninkrijk is niet van hier.’ Dat ziet Pilatus ook wel. Hij begrijpt best dat Jezus geen gevaar oplevert voor de staatsveiligheid. Waarom, is het volk zo op Hem gebeten? Hij probeert een zwaktebod. Het volk wil brood en spelen. Pilatus denkt: ‘Het is beter dat één man. Een koning, sterft voor het volk dan dat een heel volk ten gronde gaat’. Koning Jezus wordt overgeleverd aan de beulen...
De troon van de machtige Pilatus is intussen onderuitgehaald. Koning Jezus staat na 2023 jaar nog stevig overeind. In zijn voetspoor hebben velen gewerkt aan een andere wereld. De vruchten zijn er gekomen: vruchten van vrede, gerechtigheid en de heelheid van Gods Schepping. Al zijn we nog steeds onderweg! Jezus een koning, een goede herder. In het evangelie van vanmorgen gaat het om het eindoordeel. Dan staan de schapen tegenover de bokken. Dan wordt er recht gesproken: het Laatste Oordeel. En ik denk dat God dan maar één vraag voor ieder van ons heeft. De vraag van: mens, waar is je broer, waar is je zuster? Heb je die langs de kant van je levensweg laten staan? Weggedrukt misschien in de berm van je leven, genadeloos over het hoofd gezien, fijngeknepen, doodgezwegen? Gods Naam betekent ‘Ik-ben-er-voor-jou’. Hebben wij Zijn naam in ons leven waargemaakt door er te zijn voor elkaar zoals God er is voor ons? Of hebben wij ons laten meeslepen door de ‘machten’ van onze tijd: eerzucht en heerszucht, en goederen?
Jezus als koning? Machteloos staat Jezus dan tegenover machtige landvoogden. Zul je ze kunnen verdragen, de hielenlikkers, de baantjesjagers, de roddelpers? Kun je de frustraties aan die op je schouders terecht zullen komen? Hoe ziet jouw koninkrijk er eigenlijk uit? Is het begonnen me de beste bedoelingen of met de gevaarlijke politiek van Blut und Boden, Lebensraum? Kun je standhouden, Koning Jezus, tegen de arrogantie van de macht? Of zal ten onder gaan in de tragiek van alle macht: My Kingdom for a Horse? Maar koning Jezus blijkt toch uit het andere hout gesneden. Zijn intocht in Jeruzalem doet Hij niet hoog te paard, maar op de rug van een ezel. Zittend op een ezel verkondigt Hij: ‘Mijn Koningschap is niet van hier, is niet gebaseerd op macht en geweld, maar op onderlinge liefde en dienstbaarheid’.
Dat zijn de fundamenten van Koning Jezus. Terwijl wij het ene compromis sluiten na het andere, kijkt Koning Jezus Pilatus als een Goede Herder recht in de ogen. Aan zijn handen geboeid blijft hij een vrij mens. De werkelijke gevangene zit tegenover Hem op de troon. Zo blijft Jezus zichzelf ten einde toe. Je mond opendoen als het gaat om de situatie van rechtelozen. Het is de weg van Jezus. Maar iedereen die Zijn weg wil bewandelen zal merken dat die wegvoert langs de Pilatussen van deze wereld. Jezus was het niet te doen om populariteit, hield geen rekening met kijk- en luistercijfers. Hij wilde er zijn voor ons zoals God er is voor Hem. Over het eindoordeel gesproken: deze weg van Jezus blijkt een smalle weg, want je koningsmantel is tot spotmantel worden. Maar het is de enige weg die voert naar Gods hemel op aarde. Zolang we het maar aandurven om niet onze eigen haan koning te laten kraaien, maar ons leven durven toevertrouwen aan de weg van de Herder, onze Christus Koning!
Ambro Bakker s.m.a.