De titel van de overweging

Deze lezingen van vandaag hebben in de loop der tijd zeer tot de verbeelding gesproken. De wereldberoemde Renaissance-kunstenaar Michelangelo schilderde het Genesisverhaal van Gods schepping en de zondeval centraal op de broeiende plafonds van de Sixtijnse kapel in Rome. Adam en Eva worden er zonder omwegen uit het paradijs verjaagd. Een spannend verhaal over twee mensen: Adam en Eva, die flink over de schreef zijn gegaan. Zij hebben zich met God willen meten. Nu zijn zij op de vlucht. Hun ogen zijn open gegaan en ze ontdekten dat ze eigenlijk niets hadden om zich mee te bedekken.
Adam en Eva proberen zich te verbergen en willen geen spoor achterlaten. Maar God zegt: Adam, waar ben je en Eva, waarom ben je met je man op de vlucht geslagen. En wat hebben jullie te verbergen? Sinds Adam en Eva zijn we eigenlijk allemaal vluchtelingen geworden, want het lijkt wel alsof we allemaal wat voor God te verbergen hebben! Elk mens wordt bij tijd en wijle gearresteerd door zijn of haar geweten. Dan knaagt het vanbinnen aan je. Dan voel je dat je verkeerd zit. In 't nauw gedreven probeer je op de vlucht te slaan, zoek je vluchtwegen. Dan denk je bij jezelf: ik ben ook maar een mens, ik heb me zelf ook niet gemaakt. Bovendien is ook de ander die ik benadeel niet zo'n lieverdje. Of: de wereld is nu eenmaal aan de harde kant, je moet knokken en telkens compromissen sluiten om je hoofd boven water te houden!
Wat kan ik beuren, wat kan ik eraan verdienen? De vastentijd helpt ons om samen na te denken over al die vluchtwegen in ons leven: de bekoringen. Van bekoring naar bekering. Het scheelt maar één letter, maar daar draait het precies om. Teruggaan naar de grondvragen van je bestaan. Weten dat het leven meer is dan genot, dan alcohol, dan drugs, dan seks om de seks, dan sabelbont, dan de duurste auto, dan het mooiste bankstel. ‘Het leven’, zegt Jezus, ‘is meer dan brood alleen’. Jezus wil niet afhankelijk zijn van al die zaken. Staande op de bovenbouw van de tempelpoort, maakt Hij de duivel duidelijk dat Hij geen godsdienstige macht begeert. Vlak daarna, staande op een hoge berg, deelt Hij de duivel mee dat Hij geen enkele politieke macht op het oog heeft. Zijn Rijk is niet van deze wereld.
Machten zwelgen altijd in iets; feestvierende machten in luxe, genot en spilzucht, de arrogante macht van mensen die willen bewijzen dat zij beter leven dan wie ook. Jezus knielt voor geen enkele macht. Hij buigt alleen voor God. De machten stellen niets voor, want. Gods macht is alles. Dat is de naakte waarheid, die ook Adam en Eva hebben ontdekt. ‘En leid ons niet in bekoring’. Zo bidden wij al vanaf onze kinderjaren. De grootste bekoring in elk mens is het feit dat je in je leven je eigen lot denkt te kunnen bepalen. Steeds meer laten mensen zich voeden door het gouden kalf van de welvaart. Daar hebben we alles voor over! We raken steeds minder gewend om ons te laten voeden door het brood van het Evangelie. Wij kiezen liever voor de delicatessen van onze consumptiemaatschappij…
Misschien kent u de prachtige en indringende roman ‘de Gebroeders Karamazov’ van de Russische schrijver Dostojewski. Ook in dit boek kunt u het verhaal van Jezus' bekoring teruglezen. De grootinquisiteur roept Jezus opnieuw ter verantwoording: waarom heb jij, Jezus, je kracht niet gebruikt om van stenen brood te maken, miljoenen mensen die honger hebben, zouden dan nu te eten hebben! Waarom heb jij, Jezus, de heerschappij van de wereld niet op je schouders genomen, dan zouden oorlog, twist en tweedracht definitief tot het verleden behoren. Waarom ging jij, Jezus, niet in op de vraag naar het wonder? Dan zouden nu alle mensen die ziek zijn daar nu van kunnen profiteren! De aanklacht is duidelijk: Jezus: waarom ben je geen machtige, heersende Jezus, écht een Zoon van God? Maar Jezus wil geen tovenaar, geen magiër zijn, Hij haalt de Schrift er als getuige bij: ‘Een mens leeft niet van brood alleen’. Waarom kijken mensen altijd naar het ongewone? Geniet toch van je bestaan! Zijn mensen dan alleen maar geïnteresseerd in wat de wereld opbrengt? Geven wij toe aan de bekoring of streven we naar bekering? Een bekering die vraagt om gerechtigheid, om solidariteit met de armen en ontrechten. We weten sinds Jezus dat geen mens honger hoeft te lijden, als we broederlijk leren delen.
In 't Onze Vader bidden we iedere keer weer: ‘God, leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade!’ De grootste bekoring in het leven is dat we ons levenslot in eigen handen willen nemen, ons leven helemaal zélf willen bepalen. Jezus gaat niet in op de bekoring. Heersen is voor Hem dienen. Stenen in brood veranderen is voor Hem leren breken en delen. En als dat gebeurt, ontstaan er wonderen van goedheid. Laat je voeden met het brood van het Evangelie en niet met de delicatessen van onze consumptiemaatschappij. Nog meer dan een tijd van vasten is dit een tijd van bekeren. We krijgen de kans om ons weer om te keren naar God en zijn Evangelie. Het kan nooit misgaan in ons leven, als God achter ons stuur zit, maar we moeten onze levensstuur dan wel uit handen durven en willen geven!
In de eerste twee lezingen wordt het verband gelegd met de hele heilsgeschiedenis tussen de mens en God, en tussen Adam en Eva. Zij kunnen de beproeving niet doorstaan. Het is het verhaal van de zondeval. Waar alle mensen niet slagen, daar slaat Jezus van Nazareth, als nieuwe Adam groter dan Mozes: mens van God, goddelijk mens. In de tweede lezing hamert Paulus hier op. De genade van God laat zich niet afmeten naar de misstanden van Adam, zegt Paulus. De fout van één mens bracht allen de dood, maar God schonk Jezus Zijn gave, Hij is sterker dan de zonde. De trouw en vooral de gehoorzaamheid van Hem, de Zoon van Gods heeft de ongehoorzaamheid van allen weer goedgemaakt. Gesteld voor de ultieme keuze in het leven heeft Jezus aan de verleider in de woestijn duidelijk gemaakt waar het om gaat: het is een kwestie van: het is er op of er onder!
Ambro Bakker s.m.a.