De titel van de overweging
Johannes de Doper, hij werd vorige week al ten tonele gevoerd. Een sterke profeet, overtuigd van zijn gelijk dat de Messias zal komen en te vuur en te zwaard een einde zal stellen aan alle ongerechtigheid. Weg met de Romeinse bezetting Weg me alle corruptie! Weg met de overdreven belastingen. Weg met iedere vorm van onrechtvaardigheid! Maar hoe ‘anders verschijnt Johannes de Doper vandaag. We ontmoeten hem, in de gevangenis opgesloten, onzeker en twijfelend: ‘Is Jezus wel de Messias?’
Jezus beantwoordt in ieder geval niet aan het beeld dat Johannes de Doper van de Messias had. Vandaar dat op de vraag die hij aan Jezus laat stellen: Ben jij nu de komende of hebben wij een ander te verwachten? Jezus geeft geen direct antwoord op deze vraag. Ook Johannes de Doper moet de weg gaan van alle leerlingen. Hij moet zijn ogen openen en kijken naar wat er rondom hem gebeurt. Het ‘zien’ van Jezus daden, van zijn wijze van leven, moet ook deze grote profeet en voorloper tot geloof brengen. Want inderdaad, wat Jezus realiseerde werd al eerder door de profeet Jesaja aangekondigd.
We hebben het vandaag in de lezing uit het Oude Testament beluisterd. We kunnen het zo samenvatten: aan alle armen zal de blijde boodschap worden gebracht. Niet met grote woorden, maar door voor hen zorg te dragen in hun concrete levensomstandigheden, door hen nabij te zijn in de moeilijkheden en problemen waarmee zij geconfronteerd worden. Als wij vandaag met ons hart willen luisteren, leren we Jezus kennen zoals Hij in zijn diepste wezen is. Degene die het opneemt voor de arme, verdrukte en uitgestoten mensen. Hij doet dat niet met holle slogans en loze beloften, maar door hen als mensen te benaderen, door hen als mensen te respecteren, door hen als mensen tot hun recht te laten komen. Ouder geworden heb ik begrepen dat we allemaal de neiging hebben ons terug te trekken uit die wereld vol zorgen. Iedereen heeft de neiging zijn wereld af te schermen met krantenpapier, om zo de vrieskou buiten je leven te houden. Vooral met Kerstmis vertonen we die neiging: even niet zeuren! Dan worden we boos op iedereen die onze Kerstdroom komt verstoren. De wapens worden neergelegd voor enkele uren. Slagbomen gaan open, adempauze voor mensen, speelkwartier voor een kind.
Gelukkig dat er profeten zijn zoals Jesaia en Sint Jan de Doper. Zij halen ons weg uit onze droomwereld en drukken ons vandaag weer met onze neus op de feiten. Johannes de Doper is een geëerd profeet, hij is de hoop van vele vrome mensen in Israël. Maar hij is nu opzijgeschoven. Duizenden waren indertijd naar de Jordaan gekomen om zich te laten dopen. Maar Johannes ondergaat het lot van alle profeten die - tegen de heersende meningen in - ijsbloemendromen proberen door te prikken. Zij verscheuren onze papieren krantenwereld en daarmee elke papieren vrede. Maar dat pikt niemand! Profeteren: prima - maar het moet wél leuk blijven! Johannes ondergaat het lot van alle profeten: hun vonkende blik is te gevaarlijk, tergt de trots van de zelfverzekerden. Hun profetie is ondragelijk in een wereld vol corruptie. Daarom moeten hun stemmen worden gesmoord, omdat ze zich blijvend laten verontrusten door de schreeuw die klinkt over de velden van Effrata. Hun stemmen die duizenden meesleepten, moeten worden gesmoord. De bomen moeten eerst kaal voor er een nieuwe lente komt. De graankorrel moet de donkere aarde in om tot nieuw leven te komen. Het wrede mensenverhaal moet ten einde voor het definitieve begin. En zo sterven de rechtvaardigen: hun koppen moeten worden gesneld.
Ze sneuvelen, de een na de ander: Martin Luther King, Patrice Loemoemba (intussen een haast vergeten naam), Dag Hammerskjöld, Anne Frank, Etty Hillesum, Steve Biko, Sint Jan de Doper, Jezus van Nazareth. Profeten zijn gedrevenen. Zoals Johannes de Doper moést getuigen van het licht dat ieder mens verlicht. Hij was geen toevallige voorbijganger, geen ooggetuige die het verder voor gezien houdt. Nee, hij is een gedrevene, die heil wil brengen in een duistere wereld, die van alle kanten kraakt in haar voegen van ongerechtigheid. Hij protesteert tegen een manier van leven die - ook vandaag nog! - duizenden mensen het leven kost. Johannes noemt het onrecht bij name en wijst het concreet aan. Dat pikken de mensen niet: hij moet worden uitgespuwd. De gevestigde machten kunnen hem wel uitkotsen en ze doen dat dan ook! En zo belandt Johannes de Doper in de gevangenis. Ze zullen hem wel een kopje kleiner maken.
Hevige twijfels overvallen Johannes. Jarenlang heeft hij mensen opgeroepen zich te bekeren. Waar bleef die bijl die rotte bomen zou omhakken om ze vervolgens in het vuur te werpen? Waar bleef de wan die het kaf van het koren zou scheiden? Johannes laat via zijn leerlingen aan Jezus vragen: "Zijt Gij de komende of hebben wij een ander te verwachten?" Johannes stelt zijn vraag vanuit diepe twijfels. Hij stelt die vraag vanuit de duisternis van zijn bestaan, in de gevangenis. Hij voelt dat hij al met één been in het graf staat. Koning Herodes wil wraak. Jezus blijft rustig onder zijn vraag. Hij wordt niet onzeker, wordt niet kwaad, is niet teleurgesteld in Johannes.
Wij zouden ánders reageren. Wat is dat nu voor een profeet die op het einde van zijn leven struikelt! Jezus wijst Johannes op wat er gebeurt: blinden zien, doven horen, melaatsen worden genezen, doden staan op. Vervolgens tekent Jezus een grandioos portret van Johannes. Hij haalt hem niet omlaag, maar zet een standbeeld voor hem neer. Jezus geeft hem een ereplaats naast de Dokwerker op het Waterlooplein in Amsterdam en naast het beeld van Zadkine in het hartje van Rotterdam. Een standbeeld voor een mens die zelfs in de gevangenis zich niet druk maakt om zijn eigen leven, maar zich angstig en bezorgd afvraagt of het verhaal van God zal worden doorverteld. Daarmee behoort Sint Jan tot diegenen die meer bezorgd zijn om de komst van het Rijk Gods dan om zijn eigen bestaan.
Maar Jezus stelt hem vanmorgen gerust: Johannes, het verhaal gaat door! Na tweeduizend jaar worden vandaag in miljoenen kerken en kapellen over heel de wereld de profetenwoorden van Johannes doorverteld. En ze schieten raak in de harten van ontelbare mensen. Johannes en Jezus blijken ook voor de dag van vandaag een boodschap te hebben, die bevrijding brengt voor mensen. En we hebben allemaal iets van dit visioen in ons zitten. We weten dat de woestijn ooit weer zal bloeien als een roos en dat er een eind zal komen aan alle pijn. Maar is het visioen wel krachtig genoeg in ons? Is het niet verbleekt bij het klimmen der jaren? Zijn anderen niet met het visioen op de loop gegaan, of hebben ze het op eigen maat geknipt? Hebben wij niet miljoenen mensen in de loop der tijd in de vrieskou gezet? Vooral jonge mensen leven nog van het visioen. Ze houden anti-kerstacties en plaatsen afgebrande kerstbomen voor de kerkdeur.
Vooral in de jaren zeventig was dit schering en inslag - tot ergernis van vele trouwe en minder trouwe kerkgangers. Is die stem van de jaren zeventig intussen al weer gesmoord? Met oogkleppen op doen we onze kerstinkopen, hoewel ik weet dat er ook onze tijd er mensen zijn die nauwelijks raad weten met alle vraatzucht. Ze kunnen het maar moeilijk verbinden met wat we eigenlijk met Kerstmis vieren. Mag je met Kerstmis dan niet lekker eten en drinken? Misschien dat de volgende kleine parabel ons kan helpen deze vraag te beantwoorden:
Er was eens een rijk man die zich wilde bekeren.
Hij bezat miljoenen en miljoenen,
maar toch voelde hij hoe leeg zijn leven was.
Hij ging naar een profeet en vroeg:
"Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?"
De profeet vroeg: "wat eet je gewoonlijk?"
De man antwoordde:
"ondanks mijn vele geld
eet ik bescheiden: brood met zout
en ik drink daarbij alleen wat water.
Daar heb ik voldoende aan!"
"Hoe krijg je dat in je hoofd", zei de profeet,
"als je het eeuwig leven wilt verwerven,
ga dan naar huis en eet een heerlijke biefstuk.
Neem er ook een fles goede en uitgelezen wijn bij."
En hij liet de man niet gaan voordat die beloofd had,
dat hij voortaan rijkelijk zou eten.
De leerlingen van de profeet begrepen er niets van:
hun meester had hen altijd geleerd sober te leven en nu dit...!
"Kijk", zei de profeet tegen zijn leerlingen,
"Pas als deze man vlees eet, zal hij zich realiseren
dat er armen zijn die brood nodig hebben.
Als hij alleen maar water en brood gebruikt,
zou hij kunnen denken dat de armen van deze wereld
wel met stenen toe kunnen..."
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Zusters van Amersfoort