De titel van de overweging

Als Maria naar Elisabeth toegaat is ze al enkele maanden zwanger. Een boodschap van God had haar dat aan gekondigd. God vraagt heel wat van Maria: want ze zal zwanger worden nog voordat ze getrouwd is. En het kind dat ze zal krijgen zal ook nog eens Zoon van God genoemd worden. Dat moet ze op voorhand allemaal maar aannemen.
Zoals God ooit Abraham riep om zijn land te verlaten, zoals God Mozes riep om zij volk weg te voeren uit de slavernij in Egypte, zo roept God nu een vrouw met de naam: Maria. God roept haar om af te gaan op een belofte om een stap te zetten naar een onzekere toekomst. Maria gelooft erin, ze stemt er mee in. Ze zegt: ‘Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord’.
Het woord dienstbaarheid is vaak misbruikt. Het is gebruikt om te zorgen dat arbeiders hun bazen bleven gehoorzamen, en de vrouwen hun mannen. Dat soort dienstbaarheid wordt hier niet bedoeld. Het antwoord dat Maria aan Elisabeth geeft is verre van onderdanig. Wat dienstbaarheid aan God is blijkt uit het Magnificat. Dienstbaarheid aan God is wél iets anders dan dienstbaarheid aan de mensen die het voor het zeggen hebben. Het Magnificat is eigenlijk een revolutionair lied. Het gaat immers over heersers die verheven worden en over kleine mensen die juist verheven worden. Dienen van God berekent niet het zoveel mogelijk mensen naar de zin maken, want bij God veranderen de bestaande verhoudingen.
Dat blijkt ook als je dit verhaal vergelijkt met het verhaal dat er vóór staat. Het verhaal van de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper, aan Zacharias. Zacharias is een priester. En dat jaar was hij aan de beurt om dienst te doen in het allerheiligste van de tempel. Een héle eer. Dáár, in het allerheiligste, verschijnt hem een engel die aankondigt dat hij een zoon zal krijgen die vele mensen zal bekeren. Maar Zacharias gelooft er niets van. Hij is toch al oud, zegt hij, en zijn vrouw Elisabeth trouwens ook. Dat kán toch niet meer, een zoon krijgen. Zijn ongeloof wordt gestraft, hij zal moeten zwijgen tot het kind geboren is.
Het verhaal van Zacharias lijkt op dat van Maria, Ook als daar wordt gevraagd te geloven in iets dat onmogelijk lijkt. Maar Maria gelooft het wél. Als je de verhalen vergelijkt vallen de verschillen op. Zacharias is een belangrijk persoon, een priester, maar niet zijn kind wordt de belangrijkste, maar het kind van een onbekende vrouw. En niet in het Allerheiligste van de tempel wordt de Messias aangekondigd, maar in Nazareth in Galilea. Wie heeft daar ooit van gehoord in die tijd, Nazareth, een klein stadje in een uithoek van het land. Maria is de eerste die gelooft dat Jezus de Zoon van God is. De tweede die dat ook gelooft is Elisabeth. Elisabeth is solidair met Maria en bevestigd haar in haar geloof.
Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, springt haar kind op in haar schoot. Elisabeth wordt vervuld met de heilige Geest en roept met luide stem: ‘Maria, jij bent de gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van de Heer naar mij toekomt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is. En Maria sprak: ‘Mijn hart prijst hoog de Heer. En hier begin Maria met het indrukwekkende Magnificat!
Het gaat vandaag over twee vrouwen die op het keerpunt van de geschiedenis staan. En dat in die tijd, in Palestina. Vrouwen tellen daar nauwelijks mee. Vrouwen mochten niet eens in de tempel komen, hoogstens in het voorhof. En vrouwen mogen geen onderwijs volgen. Bij Jezus was dat anders, Jezus had veel vrouwen als leerling. Denk aan Maria Magdalena, en aan de zusters Maria en Marta, en aan de Samaritaanse vrouw. Vrouwen zijn ook weer de eerste getuigen van zijn verrijzenis, Ze staan aan het begin en het einde – of liever gezegd: het nieuwe begin – van zijn leven. Maria staat op een mijlpaal in de geschiedenis van God met zijn volk. De belofte die aan Abraham gegeven was, zal door haar werkelijkheid worden. Aan Abraham gezegd: ‘Door u zal zegen komen over alle geslachten op aarde’.
Maria verheugt zich in haar lied over die belofte, Want als Abraham, de vader is van alle gelovigen, zo is Maria de moeder van alle gelovigen. Zegen zal er komen over alle arme en kleine mensen. Het zijn profetische worden die Maria spreekt. Geen onderdanige woorden, maar strijdbare. In het rijk van God zullen bestaande verhoudingen op hun kop gezet worden. Vrouwen hebben daar een bijzondere taak in, samen met anderen die in de bestaande orde op de tweede plaats komen. Want van hen verwacht God dat ze opkomen voor de rechten van anderen, maar ook voor de rechten van zichzelf en van elkaar. Geen onderdanigheid, maar dienstbaarheid aan God. Daarin wil Maria ons blijven inspireren. Zie maar: waar vrouwen een stapje doen uit de bestaande machtsverhoudingen daar kan iets nieuws groeien, nieuw leven. Ook rond de beweging van Jezus van Nazareth.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
H. Augustinus Amsterdam