De titel van de overweging

Boven de haardvuren hing vroeger een hangijzer. Twee staven in elkaar gedraaid, met een grote ring, waaraan een ketel werd opgehangen. Wie dat hangijzer eraf moest halen, moet het stuk ijzer zo snel mogelijk laten vallen, want anders verbrandt je je handen. Met het verdwijnen van de oude haardvuren zijn de hete hangijzers niet verdwenen!
Er zijn nog steeds een aantal zaken waar je beter niet over kunt praten, wat dan breken de discussie in alle hevigheid los. Vrouwen tot priester wijden of tot diaken is zo'n heet hangijzer. En of bisschoppen en priesters die trouwen. Of de discussies rond euthanasie en abortus. Allemaal van die hete hangijzers, waar menigeen zijn vingers aan brandt!
Ook het feest van vandaag is zo'n heet hangijzer. Want wat vieren we met Hemelvaart? Natuurlijk zijn we blij met een extra vrije dag! Dan voelen we ons in de zevende hemel, zeker als de zon schijnt (al regent het op Hemelvaartsdag vaak zo hard dat je de hele dag wel in je hemelbed zou willen blijven liggen!). De hemel is 'n heet hangijzer. Je kunt er je mond danig aan verbranden. We zeggen dat we in de hemel geloven: het is een plaats waar we later voor eeuwig gelukkig zullen zijn! Maar, als dat zo is, waarom heeft bijna geen mens zin om te gaan hemelen?
Eigenlijk hebben we niet zoveel zin in de hemel. Andere woorden zijn ons aardser en liever. Woorden als geld, brood, liefde, tafel, man, vrouw, vriend en vriendin, lachen en liefhebben. Deze woorden zijn heel wat concreter dan die verre hemel waar we naar op weg zijn. Laat die hemel nog maar een tijdje wachten, want wij luisteren liever naar woorden die horen bij deze wereld waarin we nu leven! Het woord hemel reserveren we dan liever als een troostwoord voor bij een uitvaart: ‘Dat de engelen u mogen begeleiden naar het paradijs’, zingen we bij een uitvaart elkaar dan troostrijk toe. Want zonder dat woord hemel zouden onze goede wensen voor de dode onaf zijn.
Waar is de hemel? Toen ik jong was keek ik spannend naar de eerste maanlandingen. Toen de Russische ruimtevaarder Joeri Gagarin terugkwam van zijn eerste ruimtevlucht, zei hij smalend: ‘Ik ben God in de ruimte niet tegen gekomen!’ Velen jaren later was het duidelijk dat dat gezegd werd door de Russische propaganda. Nog steeds zijn er mensen die menen dat Jezus ergens achter de wolken zweeft. Blijkbaar hebben de woorden van de profeten nog niet écht wortel in ons geschoten. De profeten die ons zo vaak voorhouden: zoek de wonderen toch niet altijd aan de andere kant van de zee. Want wonderen liggen in je eigen hart en op je eigen lippen! Het verhaal van Hemelvaart spot niet met de wetten van de ruimtevaart. Jezus is niet de Enige die erin is geslaagd om zich te onttrekken aan de zwaartekracht! Dan zouden wij ook wezenloos naar de wolken moeten blijven staren, met het bizarre gevoel dat Jezus ons in de steek gelaten heeft! Zijn we sinds Hemelvaart dan Jezus kwijt? Waartoe zijn wij dan op aarde? ‘Om hier en hiernamaals gelukkig te zijn’ zegt de oude catechismus. Ons denken zit vastgeroest. In het Bijbelse denken staat voorop dat de hemel er is voor het leven op aarde. Vanuit de hemel houdt God het besef wakker dat deze aarde nog steeds niet Zijn aarde is! Er bestaat nog steeds een grote spanning tussen wat de wereld is en wat hij zou moeten zijn. Zouden wij niet mogen zeggen dat de hemel de onvermoede kracht is, die er op gericht is om God en mensen met elkaar te verzoenen. De hemel, als een gebeuren dat mensen optilt. De hemel als een weldadige arm die verdrukten definitief uit de put haalt. Zoals Jezus die van stad tot stad trok om zieken te genezen, om de Blijde Boodschap te verkondigen.
Hemelvaart is niet naar de wolken blijven staren en wachten op een wonder. Het feest van Hemelvaart vraagt dat wij Jezus' werk voortzetten! Als de vrienden van Jezus na Hemelvaart wegtrekken naar alle uithoeken van de wereld om daar de boodschap van het Rijk Gods te verkondigen, laten zij de hemel niet achter zich. Zij nemen Gods Rijk met zich mee. Het Koninkrijk ligt in hun handen: als een belofte, als een steun onderweg. De leerlingen weten - zeker sinds het Pinksterfeest dat zij deze wereld mogen omvormen tot een écht Mokum. Daarmee komt Jezus' bede in vervulling: God, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Van een stel bange wezels worden de leerlingen verkondigers van het eerste uur. Van een stel gedesillusioneerde mannen worden zij mensen die deze wereld veranderen in de richting van God. En sindsdien zijn er veel mensen in hun spoor verder gegaan.
Ook voor hen was Jezus bijna verworden tot herinnering, maar langzaamaan groeit bij hen het besef dat Jezus niet dood is maar leeft! Hun Heer is Gods heerlijkheid binnengegaan. Nu moeten zij in Zijn naam duivels uitdrijven en zieken de handen opleggen en de boodschap van het Rijk Gods verkondigen. Het verhaal van Hemelvaart is geen sprookje uit de tijd van vóór de ruimtereizen. Het is de eis om alles - zelfs de ruimtevaart - ondergeschikt te maken aan de eis van God om deze wereld voor elk mens bewoonbaar te maken en bewoonbaar te houden. Zo vormt Hemelvaart de verbinding tussen Paasmorgen en Pinksteren. God zendt ons zijn Geest, bezielt ons met zijn Geest: om te getuigen van zijn Koninkrijk. En hoe de hemel eruit zal zien na onze dood, laat dat maar over aan God. Maar één ding is wel duidelijk: als we tijdens ons leven elkaar geen glimp van de hemel kunnen laten zien, dan leven we van ijdele dromen. Gods hemel kan werkelijkheid worden, waar wij ons niet afsluiten voor elkaar, maar waar wij heel concreet in Jezus' naam de straat op gaan.
Hemelvaart is niet omhoogkijken, maar om je heen durven kijken: naar de mens die in nood is. Het is de Koninklijke weg naar de hemel die Jezus in zijn aardse leven zelf is gegaan!
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam