De titel van de overweging

In het evangelie van vandaag horen we Jezus zeggen: ‘Ik zal de Vader vragen, en Hij zal u een andere helper geven. De Geest is Jezus’ grootste en blijvende gave aan de kerk en aan de apostelen. Hij zal hen aan de Heer gelijkvormig maken, zodat zij zijn bedoelingen begrijpen en zijn Geest verstaan. Wat vóór alles en in alles van ons gevraagd wordt is, Geloof en Liefde ook als ze voor ons een raadsel en een kruisiging zijn, ja, dan vooral. Wie God niet bemint, bemint ook zijn broeder en zuster niet op de juiste wijze. Voor ons alleen blijft het nodig ons telkens opnieuw te bezinnen op de evangelische eenvoud die aan het christelijk leven eigen is. Echte liefde verleent eenvoud.
In die tijd zei Jezus: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben.’ Het klinkt zo gewoon, alsof op een achternamiddag een wijze goeroe aan het woord is. Maar het is er een puinhoop: Judas was uit de kring verdwenen, Petrus en Thomas hadden zich ook niet van hun fraaiste kant laten zien, veel leerlingen waren na de dood van Jezus via de achterdeur stilletjes verdwenen. Deze herinnering aan de woorden van Jezus wordt opgehaald zo'n tien jaar na het heengaan van Jezus, als de eerste christengemeenschappen uiteen dreigen te vallen. Er is een conflict. Petrus vindt dat de volgelingen van Jezus zich aan de Joodse wetten moeten houden, terwijl Paulus dat niet noodzakelijk vindt. Er dreigt een scheuring in de kerk.
Jezus was een geboren en getogen Jood. En Joden hebben een geweldige eerbied voor de wet van Mozes. De wet is voor hen geen vrijheidsbeknotting, maar een levensgezel. Zij koesteren de wet, zoals een moeder haar kind koestert. Het was bijna vanzelfsprekend dat de eerste christenen allemaal joden waren. Maar Paulus komt in contact met de niet-joden, voor wie de Wet van Mozes niet dezelfde betekenis had als voor de joden. Daar lag de conflictstof. Daar dreigde de eerste scheuring in de kerk. ‘Mijn vrede geef Ik u’, had Jezus gezegd. Maar nu is er een conflict.
Bij een conflict zijn er altijd drie mogelijkheden: een scheiding, een oorlogsverklaring of een uitputtend gesprek. Een scheiding is de gemakkelijkste weg, maar niet de beste. Je kunt ook de oorlogsverklaring zoeken, dan zoek je bondgenoten, verzamel je de tegenstanders. Zij er voldoende bij elkaar, dan kun je de andere kant afmaken. De jonge kerk heeft voor de derde mogelijkheid gekozen: het gesprek, hoe moeilijk ook. Standpunten werden uiteengezet. Er zijn woorden gevallen, keihard, zonder iets weg te slikken. Maar wel met één doel voor ogen: sámen moeten we eruit komen. ‘Mijn vrede geef ik u’, had Jezus gezegd. Ze kregen die vrede niet cadeau. De woordenwisseling was fel. Overeenstemming leek uitgesloten, totdat ze de gehele gemeente in het beslissingsproces inschakelden en er een oplossing gevonden werd. ‘Ik zal jullie een helper zenden’, had de man van Nazareth gezegd: ‘De Geest van waarheid, vrede en liefde zal ik je doorgeven.’ In het christelijk Westen gelooft men dat de Geest aan ieder persoonlijk is gegeven en door haar aan de gemeenschap. In het christelijk Oosten gelooft men dat de Geest eerst aan de gemeenschap is gegeven en door haar aan elk individu.
Deze twee opvattingen horen samen. Ze vullen elkaar aan. Johannes geeft de heilige Geest een naam. Hij noemt haar Paracletos. Dit Griekse woord laat zich moeilijk in het Nederlands vertalen. Maar het betekent zoiets als: advocaat, trooster, raadgever, maar misschien is in onze tijd het woord ombudsman wel de beste vertaling. De Geest alleen kan ons die vrede geven. Dat kunnen we zelf niet. Ons hart is vaak vanbinnen te veel verscheurd. Er is een grote breuk tussen ons denken en doen, tussen ons gevoel en ons verstand, tussen onze wil en ons niet kunnen. Jezus wil vlak voor zijn afscheid ons een weg wijzen. Of eigenlijk is het geen afscheid. Op drie manieren wil Hij bij ons blijven: in zijn Woord, in zijn Geest, in zijn Vrede. En die vrede is geen wereldse vrede, maar een innerlijke vrede. Jezus belooft ons zijn vrede. Hij geeft die ook. Maar het is intussen duidelijk; je krijgt ze niet cadeau. Aan vrede zal gewerkt moeten worden....
De komende week vieren we de Hemelvaart van Jezus. Dat betekent ook dat Hij niet meer zichtbaar, niet meer waarneembaar is, binnen de horizon van onze zintuigelijke waarneming. Je zou de pijn van het gemis verwachten. En toch is die helemaal afwezig. In plaats daarvan de verwachting van vervulling met een bijzondere kracht: de heilige Geest. Natuurlijk, wij moeten de handen uit de mouwen steken, doen wat we kunnen, ons verstand gebruiken, op plannen maken. en ga zo maar door. Maar tegelijk weten dat het uiteindeljk niet op onze drukdoenerij aankomt, maar op een stuwende kracht vanuit diepere lagen, een kracht die Jezus bij zijn Vader uit laat stromen over zijn kerk en over iedereen die daarvoor open en ontvankelijk wil zijn: de kracht van de heilige Geest. En die reikt dan verder waar wij met al onze menselijke inspanning kunnen komen. Deze bemoediging heeft Jezus bij zijn afscheid aan zijn vrienden meegegeven en blijft ook in onze tijd aan ieder van ons gegeven...
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam