St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Maria Lichtmis

Kaarsen zijn belangrijk in het leven van een katholiek. Zij geven licht en warmte. Zonder licht is het donker in het leven. Gelukkig hebben we nu bijna overal elektrisch licht. Je hoeft maar een knopje in te drukken en je ziet elkaar weer. Maar tegenwoordig zie je vooral dat veel mensen, of ze nou geloven of niet, in onze kerk kaarsen branden.

Kaarsen zijn een uitdrukking van licht, en geven thuis gezelligheid en warmte. Ze ver­drij­ven de duisternis. In de Paasnacht is het heel donker in de kerk. Aan de Paaskaars worden honderden kleine kaarsjes aangestoken tot de hele kerk één grote lichtzee is.

In de Ardennen staat ergens een klein kerkje. Het heet Église des lampes Ardennes. Er is daar geen elektrisch licht. Als mensen binnenkomen, krijgen ze achterin een lampje mee. Wanneer er maar een paar mensen zijn, tekent dat licht zich griezelig af tegen het plafond. Je ziet grote schaduwen in het kerkje. Als er veel mensen zijn, wordt het een feest. Dan is er sfeer, gezelligheid en warmte. Weinig mensen in een helverlichte kerk is geen feest. Zoals in vele kerken, ook in onze Augustinuskerk, proberen we soms de achterste lampen in de kerk maar uit te laten. En hoogst merkwaardig: de meeste parochianen blijven dan liever in het donker zitten, want ze zijn al tientallen jaren verknocht aan hun eigen plekkie. We leven in een tijd van anderhalve meter afstand. Maar we kunnen zoveel, als de corona dat toestaat, toch proberen wat te schuilen bij elkaar. Samen met elkaar warmte zoeken, en met elkaar verlichtend zijn!

Waar veel licht is, kunnen we de duisternis en de spookbeelden buiten houden. Vooral kaarsen begeleiden een mens van zijn wieg tot het graf. Bij de doop wordt de Paaskaars ontstoken aan de paaskaars. Als klein kind kregen we het kaarslicht in handen met de opdracht om zelf licht in de wereld te zijn. Tijdens de Eerste Communie zullen de communicanten bij hun Eerste Communie opnieuw hun doopkaarsen aansteken. We kennen we de kaarsen van de groene Adventskrans, de kaarsjes van de kerstboom, de kaarsen van Maria Lichtmis, de gekruiste Blasiuskaarsen, de grote Paaskaars, beeld van Christus zelf, die als geen ander Licht-van-de-wereld wilde zijn.

In het licht van kaarsen worden wij hier steeds weer aan herinnerd. Jezus was in staat om met het licht dat zijn evangelie ons aanreikt donkere wolken te doen verdwijnen. En tenslotte branden op ons stervensuur en tijdens onze uitvaart nog eenmaal kaarsen. En dan zal ook de Paaskaars branden. Een teken dat zelfs de diepste duisternis van de dood niet het laatste woord heeft! Daarmee is het kaarslicht ook een symbool van ons eigen leven, van het begin van je leven tot het einde. Bovenop brandt het licht dat zelfs de duisternis van de dood kan doorbreken. Het kan. warmte geven. Daaronder is de was, die stil en bescheiden in de vlam vergaat. De was verzet zich niet: toonbeeld van bereidheid. Een kaars is bereid om daar te branden waar ze wordt neergezet. Wij mogen licht zijn in de wereld waarin wij leven. Zijn we dat licht niet zelf, dan ziet de wereld er griezelig uit. Dan tekenen spookbeelden zich af tegen de hemel. Dan wordt alles een beetje spookachtig. Maar waar wij met velen bij elkaar zijn, en massaal het licht aansteken, wordt de wereld, ons eigen leven, lichter en warmer.

Op 2 februari is het Maria Lichtmis. Zo noemden wij het feest vroeger. Tegenwoordig spreken we liever over de opdracht van Jezus in de tempel. Je zou verwachten dat heel Jeruzalem uit zou lopen op de dag dat Jezus de tempel werd binnengedragen. Maar het Kerstkind is niet gekomen om alle eer voor zichzelf op te eisen. Tot viermaal toe staat er in het Evangelie dat het Kind zich zal onderwerpen aan de Wet van God. Jezus staat daarmee in de traditie van zijn volk. Een Bar-Mitswa, 'n Zoon van de Wet, zal er uit dit kind groeien. En als niemand anders is Jezus trouw gebleven aan de wil van zijn hemelse Vader. Wat gebeurt er eigenlijk, op die 40e dag na de geboorte? Het heeft te maken met het oude Paasverhaal van Israël. De zonen van Egypte stierven, de eerstgeborenen van Israël werden gespaard. Maar Israël zei: dat is niet vanzelfsprekend, we zijn geen haar beter dan die mensen in Egypte. Het is puur genade van God. Daarom spreken wij af onze eerstgeborene aan God op te dragen. Dat zijn de coulissen van het verhaal.

Het verhaal zelf is een verhaal vol ontmoetingen. De priester neemt in de tempel met 'n droog en onbewogen gezicht de twee tortelduiven aan. Hij ziet de mensen nauwelijks staan. Je kind aangeven op 't gemeentehuis, zoiets is het. Zelf ben je blij en trots, maar de man achter het loket doet alsof 't de gewoonste zaak van de wereld is! Nadat de korte plechtigheid achter de rug is, komen er twee mensen op Jozef en Maria af: een man en een vrouw. Voordat ze van hun verbazing bekomen zijn, heeft de man het kind al in zijn armen. Hij zingt een soort psalm en spreekt moeilijk te begrijpen woorden. De vrouw begint te orakelen tegen mensen in de buurt. Wie erlangs zou lopen, zou niet veel anders zien dan en klein onopvallend groepje mensen. Zoals er zoveel van die groepjes staan op het tempelplein. Wie ooit bij de Klaagmuur is geweest, weet wat een geroezemoes het daar is. Overal plukjes biddende en pratende mensen.

Simeon met Jezus in zijn handen

Vandaag gaat het over twee mensen die tijdens de tempeldienst aanwezig zijn bij de ouders van Jezus. Hun namen zijn: Simeon en Hannah. Een verhaal om warm van te worden. Twee mensen in de tempel, die hun dromen waar zien worden, die de vervulling mogen beleven van de belofte. Als je dat toch mag beleven! Een man, die wetsgetrouw en vroom, en een vrouw die een profetes is. Niet zomaar de eerste de beste, deze twee mensen vol van God, vol van belofte. En dankbaar kunnen ze nu zijn, dankbaar om het licht dat ze zien in het pasgeboren Kind. Ze zien in het kind een kind dat heil en zegen zal brengen over alle volkeren, zegt Simeon. Als je dat in je leven mag zeggen tegen een ander: ‘jij bent iemand die heil brengt, en een heel-maker is’. Wat moet het een kostbare en ontroerende ontmoe­ting zijn geweest. Wat zal het een kostbare en ontroerende ontmoeting zijn geweest! Wat zal het de ouders van dit kind gedaan hebben? Gewoon, volgens de regels van de Wet hebben zij hun kind opgedragen aan de Schepper van hemel en aarde.

Daar staat hij dan, die oude Simeon? Hij is oud en moe zegt de traditie. ‘Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan (Nunc demitis). Je zou kunnen lezen: ‘laat uw dienaar in vrede gaan, want het is gebeurd, ik heb het mogen beleven, oude Simeon leg nu je hoofd maar neer, want je Messias is eindelijk gekomen! Maar dat staat er eigenlijk niet! Er staat letterlijk: ‘Gij hebt, o Heer, uw dienaar losgemaakt’. Geheimzinnige woorden. Wat is dat ‘los-maken’, we komen het tegen in Lucas 13: een kreupele vrouw wordt losgemaakt en kan weer lopen. We komen het tegen in Lucas 14: iemand met oedeem wordt losgemaakt en kan weer lopen.

De kerk van het westen heeft van dit lied van Simeon een avondgebed gemaakt, maar Calvijn besloot er het Avondmaal mee: laat mij nu aan de gang gaan! Zo verlaat Simeon de wachterspost en gaat hij opnieuw het leven in. Lucas vertelt het verhaal van de man die het zag, die het zag tot in het diepst van zijn hart. Geen stralend kind zag hij, maar een kind dat bestemd is tot val en opstanding van velen.

Maria Lichtmis vandaag. De duisternis mag verdwijnen en het Licht mag schijnen’. Vroeger werd ter ere van Maria een lichtprocessie gehouden. Of dat allemaal theologisch verantwoord was, doet er niet zoveel toe. Wat me erin raakt is: we voelen mee met Maria, deze vrouw, deze moeder, die met haar kind zoveel bijzonders heeft meegemaakt. Zoveel licht heeft zij gezien in Hem, en ook zoveel pijn aan Hem opgelopen. Zij is het waard om vandaag in het licht gezet te worden. In haar kunnen gedenken al die mannen en vrouwen die, vaak in stilte, en op de achtergrond, het mogelijk te maken dat het Licht straalt, dat Gods verbond gestalte krijgt, heil voorop alle volkeren. Het Feest dat Simeon en Hannah ertoe dreef in de tempel uit te zien naar dit kind, is ook de Geest die Maria gaande heeft gehouden, door licht en donker heen. Maria on zien, soms even, dat in haar kind, haar zoon van Israël, de zegen van de Eeuwige concreet werd, het heil inderdaad onder ons werd gebracht. En zo geven de verhalen van vandaag een beeld van verlangen, belofte en vervulling.

Ze mogen ons aan het denken zetten: het kwetsbare kind dat in de tempel wordt binnengedragen is toch maar de grondlegger geworden van een oersterke traditie van volgelingen over de hele wereld, onder alle volkeren. Zijn Geest is de bezielende kracht die wie Hem volgen tot lichtdragers kan maken. Lichtdragers en lichtdraagsters in zijn Naam, tot heil voor de volkeren, doen wat zij heeft gedaan. Wat mij betreft mogen we de jaarlijkse lichtprocessie weer invoeren. Jij man, vrouw, kind, jij die wilt leven in zijn Geest, kom met je licht, draag jouw eigen lichtende talenten hier op on dit huis, in deze tempel. Neem het licht mee van God om die door te geven, tot heil van alle volkeren. Simeon en Hanna komen ons vandaag tegemoet met dit goede nieuws. In dit Kind vonden zij een nieuw gezelschap, nieuwe energie, een nieuwe zin voor hun leven.

En ook Hannah ontving uit die wonderlijke ontmoeting ook nieuwe energie en nieuwe kracht om ‘God te loven en te met iedereen te praten over dit pasgeboren Kind, dat zij heeft ontmoet! Hanna was toen 84 jaar oud. En in de Bijbel staat elk woord op de berekende plaats. 84 jaar is Hanna dan. En 84 is zeven keer twaalf. Het is het getal van de volheid. En Lucas geeft daarmee aan dat zelfs in haar leven de volheid van genade is aangebroken. Zoals de dichter Huub Oosterhuis dat zo mooi heeft kunnen verwoorden in zijn liederen.

Alles zal zwichten en verwaaien
wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien
en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht om aan te horen,
zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen eerstgeboren
licht, laatste woord van hem die leeft.

Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam