De titel van de overweging

Toen Jezus zich weer op weg begaf kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: ‘Goede Meester, wat met ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Jezus antwoordde: ‘waarom noem je mij een goed, niemand is goed dan God alleen. Maar je kent toch de tien geboden. De rijke jongeman zei: ‘die geboden onderhoud ik al mijn hele leven’. Jezus keek hem liefdevol aan en zei: ‘één ding ontbreekt je: ga verkopen wat je bezit en geeft dat aan de armen, dan zul je een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen. Dat was die rijke jongeman te veel, hij liep weg. En Jezus zei toen tot zijn leerlingen: ’hoe moeilijk is het om het Rijk van God binnen te gaan!
Het is nogal wat Jezus van ons vraagt. Hij zegt ons dat het voor een kameel met zijn twee bulten gemakkelijker is om door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijk mens om in de hemel te komen. Soms kijk ik ’s morgens vroeg in de spiegel en dan denk ik: dat zal me wat worden bij het laatste oordeel: hoe kom ik met mijn lichaam door het oog van een naald? Dan moet er nog heel wat water door de Amstel heen! Maar gelukkig, zeggen Bijbelgeleerden, bedoelt Jezus dat niet zo letterlijk. Hij heeft het over mensen die zich dik maken, niet over mensen die dik zijn! Hij heeft het over mensen die zichzelf opblazen. En leven wij niet in een opgeblazen wereld, die alles van geld en bezit verwacht?
Voor een kameel is het gemakkelijker om door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke om in de hemel te komen. Dat is duidelijke taal. Een rijke is een kameel die bij het passeren van het oog van de naald, hinderlijk wordt belemmerd door zijn rijke bulten. Het klinkt als een verwijt: eigen schuld, dikke bult! Dit is een verhaal om wat langer bij stil te staan. Want wat gebeurt er eigenlijk precies?
Een rijke jonge man wil verder gaan dan het onderhouden van de Tien Geboden. Hij wil dieper gaan. Op zichzelf al een hoogdravende vraag, maar er zijn nu eenmaal van die idealisten! Zelfs Jezus wordt er verlegen van. Wat moet je nou met zo’n joch? De Tien Geboden onderhouden is al heel wat. Maar het joch is niet tevreden. Hij wil het onderste uit de kan. Ik hoor in het antwoord van Jezus, zoiets als, als je per se vindt dat je méér moet doen, dan blijft er maar één ding over. Maar je gaat met jouw vraag wel tot het uiterste, maar dan krijg je ook een uiterst antwoord. Idealisten zijn het moeten voorbij. Dan leef je niet meer van wat je moet doen, maar van wat je mág doen. Als je méér wilt in het leven, dan zul je een stap moeten zetten die niet gemakkelijk is. Dan kun je niet langer afgaan op wat er in de Tien Geboden staat. Dan raak je het hart van het evangelie. Dan kom je terecht in een wereld waar kleinen groot genoemd worden en de eersten de laatsten. De wereld van ‘wie zich verheft zal vernederd worden, en rijken zendt Hij met lege handen weg‘
In onze harde wereld betekent verlies winst en winst betekent verlies. En daar kunnen ze bij het IMF ook geen brood van bakken. Je hóórt Jezus denken: dat is toch wat je vraagt? Je wilde toch weten hoe je leven een blijvende waarde krijgt? Naarmate je in je leven meer achter je laat, des te dichter sta je bij God. Maar ja, die bulten, he? Die zitten een mens dwars. En ik denk aan bijvoorbeeld al die missionarissen die zich inzetten voor mensen in de Derde en Vierde Wereld. Ze bezitten niets en vragen niets voor zichzelf. Daarom kunnen wij ook zoveel van ze leren. Ze zijn hun bulten kwijt. Misschien dat zij nu wat gemakkelijker door het oog van de naald kunnen kruipen.
We leven in wat we tegenwoordig noemen een ‘consumptiemaatschappij’. Dat is te merken ook! In gezelschap blazen velen tegenwoordig hoog van de toren. Er wordt veel gepraat over geld verdienen, huizen en boten kopen, over carrière maken. Als een bedrijf 20 miljoen verlies lijdt, betekent dat waarschijnlijk dat men 20 miljoen minder winst heeft gemaakt dan het jaar daarvoor. Geen economie van 't genoeg, maar een zogenoemde gezonde groei-economie van steeds meer en steeds rijker. Zelfs als dat ten koste gaat van de Derde Wereld, die steeds armer wordt, of als dat ten koste gaat van ons milieu. Soms schrikken we even als we in de krant lezen dat het gat in de ozonlaag zo groot is als het hele grondgebied van de hele voormalige Sovjet-Unie!
In het noordelijk halfrond, Europa en de Verenigde Staten, worden velen steeds rijker. En zelfs als het gaat om de corona-crisis delft de derde en vierde wereld het onderspit en zoeken nog steeds 80 miljoen vluchtelingen naar een veilig inkomen. Wat maakt ons écht gelukkig? Wij bouwen steeds grotere graanschuren. En ik hoor Jezus zeggen: ‘Dwaas, nog deze nacht komt men het leven van je opeisen!’ Want, wat heeft het voor zin om het ene na het andere huis op te kopen, en het ene stuk grond na het andere? Dwaas zijn we, want ieder van ons komt tenslotte terecht in 'n piepklein stukje grond, waarin net plaats is voor een doodskist! Wat heeft het voor zin om zo achter geld aan te gaan dat je op het einde van je leven net voldoende hebt om je cardioloog te betalen? Maar bij het zoeken naar écht menselijk geluk, zegt Jezus, moet je zelfs door een oog van een naald kunnen! De weg die Jezus ons wijst is glad en glibberig. De wereld, en ons eigen leventje trouwens ook, moet door het oog van een naald kunnen. Geen keuze voor de brede weg van rijkdom en bezit, maar de smalle weg van Jezus, die vaak meer heeft van een kruisweg dan van een triomftocht. Die smalle weg van God verdraagt geen compromis. Het is kiezen voor of kiezen tegen! Wat heb je als mens nodig om te kunnen leven?
Misschien kent u het verhaal de Russische schrijver Tolstoi (1828-1910) Het gaat over het onderwerp: hoeveel grond heb je nodig om te kunnen leven? Zo was er eens een arme boer die nauwelijks te eten had. Op zekere dag kwam hij 'n grootgrondbezitter tegen die medelijden met hem kreeg. Hij zei tegen hem: je krijgt van mij zoveel grond als je in één dag kunt belopen, van zonsopgang tot zonsondergang. De boer kon 's nachts van blijdschap niet slapen. Zo gauw het morgenlicht doorbrak, begaf de arme boer zich op weg, kalm en rustig. Maar dan begint hij harder te lopen, want zo'n kans mag hij zich toch niet laten afpakken! Dromend over oneindige rijkdom en oneindig land begint hij tenslotte te rennen. Zijn adem stokt, het zweet breekt hem uit. Vlak voor zonsondergang neemt hij een eindspurt. Een laatste inspanning om aan een zo groot mogelijk stuk land te komen. Als de laatste zonnestralen achter de horizon verdwijnen valt hij neer en sterft van uitputting. De tocht was té inspannend voor hem geweest. Hem bleef alleen dat kleine stukje grond, waarin hij begraven werd. Hoeveel grond hebben we nodig om te kunnen leven? Eigenlijk is de enige grond die je nodig hebt, de grond van je eigen bestaan: Het gaat om God vinden en om de mensen om je heen. Het is de enige plaats waar je hart écht tot zijn recht komt. De enige manier waarop wij onze bulten kunnen achterlaten om het Rijk van God binnen te kunnen gaan. En anders: eigen schuld, dikke bult!
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Zrs. van Amersfoort