De titel van de overweging

Jezus is teruggekeerd naar zijn hemelse Vader. Blijft er na het afscheid van Jezus slechts leegte, vertwijfeling en angst? Nee. Aan de leegte voorbij ontstaat de ruimte van het gebed. Bidden betekent achterlaten: al wat tijdelijk is, en uitzien naar wat eeuwig is. Dat moet gebeuren op het einde van je leven, maar dient ook te gebeuren op het einde van iedere dag en iedere nacht.
Bidden opent de horizon. De eindeloze ruimte van ons hart klaagt ons aan als wij niet meer bidden. Er ontstaan dan kale vlakten met droge gronden in ons binnenste. Zonder bidden dreigt het leven hard en koud te worden. De top van het leven wordt niet bereikt door alleen maar genot. De diepte van het bestaan wordt niet vervuld door alleen maar gedachten. Er beslist een derde laag in ons mensenleven ingebouwd zijn: bidden. Wanneer Jezus afscheid neemt op het moment waarop zijn uur gekomen is, wanneer Hij verraden zal worden en ter dood gebracht, spreekt Hij niet meer tot de omstanders. Hij bidt: ‘Heilige Vader’ (Johannes 17:11b)
Jezus bidt vanmorgen: ‘Vader in de hemel, zij zijn niet van deze wereld zoals Ik niet van deze wereld ben’. Ik kan me voorstellen dat u denkt: waarom altijd die tegenstelling tussen twee werelden, hemel en aarde. Alsof God apart zit in Zijn eigen wereldje - de hemel dus - en dat wij met elkaar verkeren in het aardse tranendal. Zolang wij hemel en aarde tegenover elkaar uitspelen, zal deze wereld nooit de wereld van God kunnen worden. Veel mensen denken dat dit aardse tranendal eerst moet worden opgeblazen voordat er een nieuwe wereld - de wereld van God - gerealiseerd kan worden.
Wie aan de aarde hangt, haalt de hemel niet. ‘Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is. Zint op het hemelse en niet op het aardse (Koll.3:1-2). En duidelijk in dit verband is de vermaning van Jezus: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan, maar verzamelt u schatten in de hemel’ (Matteüs 6:19-20). ‘Wie het Lam volgt waar Hij ook heen gaat, is vrijgekocht van de aarde’ (Openbaring 14:3). Mag je van deze wereld dan geen heil en geluk verwachten? Mogen wij pas na onze dood op een betere wereld hopen?
Als je het Evangelie goed leest, dan ontdek je dat Jezus het niet zozeer heeft over twee verschillende werelden, maar over twee manieren van leven. De ene manier is: leven in verbondenheid met de Vader, de andere manier is: leven zonder de Vader, los van God. En los van God raak je verstrikt in een wereld vol listen, leugen en bedrog.
Hoe kijk je tegen het leven aan? De hemel is: je verbonden weten met God.
Dat houdt ook in dat je leeft vanuit de kracht van de liefde.
Haat mag nooit drijfveer in je leven zijn. Jezus bidt voor zijn leerlingen. Hij wil ze bewaren voor het kwaad van de wereld, zodat niemand verloren gaat. Wel in de wereld, niet van de wereld zijn, dat is de duistere opdracht. De eenheid van de Vader en Jezus als model, zo zou het moeten. Kunt u zich daarbij iets voorstellen? De taal van Johannes is bepaald geen spreektaal. Johannes is geen verhalenverteller, hij is een theoloog die worstelt met wat hij enerzijds ziet aan kwaad, aan verdeeldheid en verscheurdheid in zijn eigen gemeente en in het menselijk bestaan als geheel. Anderzijds waar het in de toekomst naar toe moet. De boodschap van Jezus was toch zijn getuigenis van eenheid en waarheid, de liefde van God. Verdeeldheid is er toch genoeg in en om ons heen.
Vooral onze tijd gaat zwaar gebukt onder de loden last van de tweespalt tussen mensen onderling, en tussen landen en culturen. Van die wereld moeten we toch af… en weer op weg gaan naar die nieuwe wereld zoals God die bedoeld moet hebben in den beginne. Jezus bidt vandaag tegen de stroom in. Opdat wij in verbondenheid met elkaar uiteindelijk met heel de schepping in God bewaard blijven. Judas ging niet verloren, omdat hij het bloedgeld bezat, maar omdat hij de groep verliet en wees werd. Daarvoor wil Jezus ons behoeden. Als geen ander weet Hij waarover Hij spreekt. Zijn verbondenheid met de Vader was een soort van tweede natuur, en zat Hem als gegoten. Dat was en is vermoed ik juist de kracht waardoor Hij geworden is tot Zoon van God. En het Woord is Vleesgeworden. Dat heeft Hem voorbij de dood gebracht, in de kracht van het Leven, geborgen in de Liefde (God) Zelf. En Hij zou Jezus niet zijn, als Hij datzelfde niet wenst voor al diegenen die zijn spoor in hun leven zijn gevolgd en willen blijven volgen. Dat de Heer ons leert bidden en dat we in ons gebed contact blijven zoeken met de Allerhoogste.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
St. Augustinus