De titel van de overweging

Vandaag vertel ik u een Afrikaans verhaal over een spin die een groot en stevig web gemaakt had met de grootste zorg. Het was echt een stukje vakwerk! De lijnen liepen allemaal keurig naar het midden. Nadat het web klaar was, was de spin heel tevreden. Hij wreef - als spinnen dat tenminste kunnen - met welbehagen in zijn pootjes. En nog één keer liep hij alle draden af om te kijken of alles stevig genoeg aan elkaar zat. En bovendien kon hij wel eens een draad vergeten zijn, want ook spinnen zijn niet onfeilbaar!
Ineens stond hij voor een draad waarvan hij niet zo gauw meer wist waarvoor hij die gesponnen had. Het was blijkbaar een overbodige draad. Hij beet hem vlug door, want een overbodige draad, dat staat zo slordig! En toen gebeurde het: als een zeepbel zakte het hele web in elkaar. Hij was bijzonder dom geweest, want hij had de draad doorgebeten waaraan zijn hele web was opgehangen!
't Geloof hoeft voor mij niet meer’, zei laatst iemand tegen me. En hij was niet eens op de gedachte gekomen dat zijn hele leven er wel eens vanaf zou kunnen hangen. Ongewild was de zoveelste draad door een schijnbaar onschuldige opmerking doorgebeten! Er zijn tegenwoordig veel mensen die menen dat zij het zonder God kunnen stellen. Daarom snijden zij de draad maar door. En zo vervreemden mensen van zichzelf, vervreemden ze van elkaar en vervreemden zich van God.
Je hoeft heus geen pessimist te zijn om je hart vast te houden, als je maar naar de wereld om je heen kijkt: wat voor een ellende er dagelijks niet op ons afkomt via kranten, radio en televisie! En of we dat nu leuk vinden of niet, zo is onze geschiedenis: een aaneenschakeling van onderdrukken en onderdrukt worden. Is er bijvoorbeeld in deze coronatijd nog plaats voor het geloof in een bevrijdende God? Geen wonder dat er veel mensen zijn die menen dat zij maar hun levensdraad met God beter kunnen doorsnijden, want ook Hij is blijkbaar niet in staat om in te grijpen in de coronawereld van deze tijd. En deze tijd is hard voor miljoenen mensen die leven aan de rand van de armoede of aan eenzaamheid ten ondergaan.
Velen weten blijkbaar met God geen raad meer als ze kijken naar wat er in deze wereld gebeurt: zoveel lijden, zoveel verdriet, zoveel hulpeloosheid. Beter de draad doorgesneden, dan leven met een God die het kwaad in de wereld toestaat en tolereert! Waarom er zoveel wanhopige dingen in de wereld gebeuren weet ik ook niet. Maar hoe gaan wij ook in deze tijd om met die grote wereld en met ons eigen leven? Hoe gaan wij met elkaar om. En hoe gaan wij om met onze kinderen?
Vandaag gaat de kinderviering over ‘iedereen hoort erbij. Ja, jij hoort er ook bij’. Jezus neemt de kinderen in zijn armen, Twee keer komt dat in de Bijbel voor: in Marcus 10:16 en Marcus 9:36-37. En in beide keren gaat het om: ‘laat de kinderen bij me komen en houdt ze niet tegen’. En wij in onze tijd? Hoeveel mensen hebben hun levensdraad naar God ook hier doorgesneden, en daarmee ook de draad die de kinderen verbindt met de hemelse Vader. Fijn dat we in onze gezinsvieringen proberen om de draad weer op te pakken. Maar het echte werk zal thuis moeten gebeuren. Kinderen die uiteindelijk van God komen weer in contact brengen met onze hemelse Vader. En als je lijntje naar God gebroken is? Geen nood, want een lijntje heeft twee uiteinden. Als wij de lijn met God loslaten, dan houdt Hij ons stevig vast aan de andere kant van de lijn!
In de zaal houden de kinderen zich met dit thema ‘jij hoort er bij’ bezig. Kinderen die welkom zijn bij God, zelfs de beste plaatsen krijgen. Jezus neemt het de omstanders kwalijk dat zij de kinderen bij Hem weg willen houden. Jezus is verontwaardigd. Net als bij de vrouw die zijn voeten balsemt. Jezus ergert zich aan de omstanders die deze ontmoeting in de weg staan. Ook kinderen mogen God ontmoeten in deze feestelijke viering.
Jij hoort erbij – durven wij als volwassenen dat ook zelf te zeggen tegen elkaar? Miljoenen kinderen wereldwijd krijgen niet of nauwelijks de kans om kind te zijn omdat ze, vaak noodgedwongen, niet naar school kunnen en ingeschakeld worden in het arbeidsproces. Maar een wereld die niet voor al zijn kinderen zorgt, zorgt niet voor hun toekomst. 'Kinderen hebben de toekomst' zeggen we vaak, maar dat kan alleen als wij hen die toekomst geven. 250 miljoen kinderen knopen tapijten, werken in de huishouding, naaien voetballen, werken in de prostitutie, zijn kindsoldaten in een oorlog enzovoorts. En niet alleen op het zuidelijk halfrond, ook op het noordelijke halfrond neemt het aantal straatkinderen toe en komt kinderarbeid (weer) voor. Wat doen wij vandaag met het thema ‘jij hoort erbij. Is dat ook voor deze kinderen, ook voor de kinderen die niet van jou zijn? Er ligt voor ons hierin een blijvende geweldige uitdaging: ‘Als wij niet worden als kinderen, zullen we het Rijk van God niet eens binnengaan’, horen we Jezus zeggen.
Jezus gaat op de foto met een kind. Dat doen de groten der aarde ook. Hitler, Mussolini en Stalin. Ook kerkelijke leiders laten zich graag met kinderen fotograferen. Ook Jezus roept een kind bij zich. Wat is er nu zo boeiend aan een kind? Iets dat wij volwassenen blijkbaar verloren hebben. Is het onze onschuld of iets anders? Een kind heeft in ieder geval een grenzeloos vertrouwen. Als een kind boven aan de trap staat en je zegt: ‘laat je maar vallen, dan doet hij dat ook’. Kleine kinderen zien geen gevaar. Ze vertrouwen je volledig. Zo moet het ook met jullie gaan, zegt Jezus, laat je maar vallen van die hoge maatschappelijke ladder en vertrouw je toe aan God. Op oudejaarsavond zegt de rabbi in de synagoge: ‘Laat de toekomst van Israël naar voren komen.’ Dan stormen alle meisjes en jongens naar voren, want zij zijn de toekomst. Zij zijn het bewijs dat wij de aarde niet in eigendom hebben, maar dat we die lenen van onze kinderen en kleinkinderen. En ik kijk terug naar het mooiste themalied van vandaag. Het lied: alle kinderen zijn bij Jezus welkom:
Als we nu eens samen zouden leven
met kinderen uit een ander land,
een toekomst om naar uit te kijken
liefde delen, hand in hand,
een kwestie van gezond verstand.
Mensen willen steeds maar meer,
gaan onverzadigbaar te keer.
Arme kinderen daarentegen,
leven maar van dag tot dag.
Mensen wensen zoveel dingen.
Maar maken die hen werkelijk blij?
God zorgt voor ons en maakt ons vrij.
Iedereen is anders, gelukkig maar,
al lijken alle kinderen op elkaar.
Iedereen is anders, gelukkig maar!
Ambro Bakker s.m.a.
St. Augustinus