De titel van de overweging
- In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
- Dit was in het begin bij God.
- Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is.
- In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.
Johannes 1, 1-4
Op kerstmorgen lezen we het kerstverhaal uit het eerste hoofdstuk van het Johannesevangelie. In de officiële oecumenische liturgische lezingencyclus is het de enige lezing die door alle deelnemende kerken op eerste kerstdag wordt gelezen. Een aanwijzing dat het een belangrijke tekst is, misschien wel de belangrijkste!
Als het over kerstmis gaat, dan is het Lucasevangelie veel toegankelijker. Bij Johannes komen we bijvoorbeeld de beeldjes uit de kerststal niet tegen, geen Maria, geen Jozef, geen engelen, geen herders, geen wijzen, geen sterren, zelfs geen stalletje. Het is daarmee niet het makkelijkste en het meest toegankelijke kerstevangelie, maar misschien juist toch daardoor het belangrijkste!
Het kerstverhaal van Johannes lijkt daarmee erg abstract. Dat deed ze aanvankelijk niet. Bijbelgeleerden zijn het erover eens dat de kern van de tekst een oud lied is, dat gezongen werd in de tijd dat Jezus’ geboorte niet op 25 december gevierd werd. Het is dus geen echt kerstlied, maar wel een lied dat de geboorte van Jezus bezong. De Christenen van die tijd waren blij omdat Gods Woord Vleesgeworden was.
In zijn ‘kerstverhaal’ heeft Johannes het over ‘het Vleesgeworden Woord’. ‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. En het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons gewoond’. En daarmee legt Johannes getuigenis af van het Licht dat opkwam en het definitief heeft gewonnen van de duisternis. En daarmee heeft Johannes het niet over de bijzaken, maar schildert de kern.
De eersten christenen bezongen hun vreugde om het Woord (logos) dat eindelijk Vleesgeworden was. De Messias is geboren, Gods Licht kwam in de wereld, en dat is goed nieuws: een blijde boodschap, het pure evangelie. God laat daar met de geboorte van zijn Zoon kerstmis zijn Licht over schijnen. Zonder Licht geen leven. Deum de Deo, Lumen de Lumine – ‘God uit God en Licht uit Licht’ zingen we in onze geloofsbelijdenis, het Credo. Het Licht hoort bij God. De psalmist zingt: ‘Heer mijn God, hoe ontzaglijk zijt gij, met glans en luister bekleed, gehuld in een mantel van Licht’ (Psalm 104:1-2).
Zo beschrijven ook de profeten de komst van de Messias: ‘Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet dan een helder Licht. Over hen die wonen in een land vol duisternis gaat dan een stralend Licht op’ (Jesaja 9:1).
Op kerstmorgen is Johannes de evangelist van het Licht. ‘In Hem was leven en dat leven was het Licht de mensen. En het Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.’ En Johannes gaat verder en zegt: ‘Niet ik ben het Licht, maar ik moet getuigen van het Licht, het ware Licht dat elk mens verlicht’. En verderop in zijn evangelie zal Johannes Jezus laten zeggen ‘Ik ben het Licht van de wereld. Wie Mij volgt dwaalt niet in duisternis, maar zal het Licht van het leven bezitten’ (Johannes 8:12).
En als de vrome oude grijsaard Simeon in de tempel het kleine Jezuskind in zijn armen heeft, profeteert hij: ‘Laat nu, Heer uw dienaar in vrede gaan, want mijn ogen hebben nu uw Heil aanschouwd, een licht is opgegaan over de volkeren’ (Lucas 2:29-32). Wat een krachtig kerstevangelie van Johannes, niet gemakkelijk, maar het vormt de eigenlijke kern van ons jaarlijks kerstfeest.
De eerste lezing uit de profetie van Jesaja (52: 7-10) sluit mooi bij het evangelie aan. Jesaja zegt: ‘hoe liefelijk op de bergen de voeten van de vreugdebode die vrede meldt, goed nieuws verkondigt, die heil komt melden. Die zegt tot Sion: Uw God regeert… Barst los in jubel, puinen van Jeruzalem, want de Heer heeft zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost. De Heer heeft zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle volkeren; en alle grenzen der aarde hebben het heil van God aanschouwt’.
Hij heeft ‘zijn arm ontbloot’ zou in onze taal kunnen zijn: ‘Hij heeft zijn handen uit zijn mouwen gestoken. Hij heeft niet alleen het Woord van bevrijding gesproken, maar, als het Vleesgeworden Woord, heeft Hij de taak opgenomen en in praktijk gebracht. Hij zegt. Hij heeft niet alleen over vrede gesproken, Hij heeft concreet zijn vrede gebracht, als het Vleesgeworden Woord. Geen woorden, maar daden! Daar draait ook het begin van het Johannesevangelie om. Jezus is Licht komen brengen op plekken waar de duisternis heeft toegeslagen.
Het is duidelijk: in zijn eigen Zoon is God niet veilig in zijn hemel blijven zitten, maar ‘zijn Woord is Vleesgeworden’. En Zijn Woord neemt het op tegen de krachten van de duisternis. Zijn Woord is vleesgeworden in zijn Zoon Jezus. En daarmee heeft Hij zich begeven in de arena van het menselijk lijden. Hij is niet aan de kant blijven staan. Dat God almachtig is leren de meeste godsdiensten, dat God mens geworden is en verblijft aan de onderkant van de samenleving, dat is in onze wereld ongehoord. En dat ongehoorde nieuws verkondigde de profeet Jesaja al: ‘Hoe liefelijk op de bergen de vreugdebode die goed nieuws verkondigt, die heil komt melden, die zegt tot Sion ‘Uw God regeert!’
Roepen om Levenslicht in een wereld die onder druk staat. Het bloed van zoveel mensen, en op zoveel duistere plekken in de wereld, de coronawolk die het afgelopen jaar ons leven onrustig maakte en nog steeds maakt. Veel oorlogen woeden op aarde en brengt veel mensen in een diepe duisternis. Nog steeds sterven er mensen van de honger en worden geconfronteerd werden met al die ellendige ziektes. Een jaar om nooit te vergeten. Terroristische aanslagen, ruim 80 miljoenen mensen op de vlucht, natuurrampen, een hele binnenstad die het centrum van de stad wegvaagde en vele slachtoffers veroorzaakte, uit de lucht geschoten vliegtuigen, bussen die in ravijnen terechtkwamen, al die gezonken bootjes op de Middellandse Zee met zoveel vluchtelingen. Al die mensen die nu in kampen moeten leven en vaak overgeleverd zijn aan het lot. Is er eigenlijk nog wel een reden om het Kerstfeest te vieren?
Vrede op aarde, wat zouden we graag willen dat er minstens één zo'n nacht was, waar het Licht het wint van alle duisternis. Al is het maar voor één keer per jaar. Nergens geweld, nergens agressie. De dood, al is 't maar voor één nacht, buiten de deur, een Adempauze in alle pijn en verdriet, een nacht zonder angst. Een wereld die een beetje lijkt op onze droomwereld, God rakelings nabij. Als je dan één nacht 'n stukje hemellicht mag zien, kunnen wij de draken van morgen weer aan!
In de eerste kerstnacht gebeurde er eigenlijk niet veel. De wereld veranderde niet. Er brak op aarde geen vrede uit. Geen keizer en geen koning viel van zijn troon. Soldaten hadden hun zwaarden al getrokken. Ook de afgelopen kerstnacht was geen nacht van vrede, geen nacht zonder angst. Tijdens de kerstdagen zwerven er mensen doelloos op straat. En er zijn zoveel mensen die deze kerstdagen niet weten waar ze het moeten zoeken. Mensen die tegen de kerstdagen hebben opgezien als tegen 'n berg: o God, wéér kerst! Vel mensen die het Licht in hun leven kwijt zijn.
Waarom zijn we vanmorgen dan toch in een feestelijke stemming bij elkaar? Omdat er met Kerstmis ‘Woorden’ gebeuren, Vleesgeworden Woorden. En in het hele kerstverhaal zijn er geen woorden zo vurig als de laatste woorden: ‘Vrede op aarde aan de mensen van goede wil’. Vrede op aarde - het brandt in je mond als je deze woorden uitspreekt. En als we zingen over vrede, doen we dat niet eenstemmig, maar elke vogel zingt zijn eigen lied. Wij proberen elkaar te overstemmen in onze spreekkoren.
Het is duidelijk: zoeken naar Licht en Vrede op aarde zijn ook tijdens de kerstdagen geen toverwoorden. Het is het eindpunt van een lange weg van zoeken en luisteren, van werken en vechten. Ook 'n weg van lijden, tegenslagen en soms diep menselijk verdriet. Zo heeft ook Jezus zijn spoor getrokken dat door geen machthebber is uit te wissen. De profeten hadden Jezus deze droom gegeven: dat alle zwaarden zullen worden omgesmeed tot ploegijzers.
En het Kerstkind, eenmaal volwassen geworden, heeft ook laten zien welke weg be-gaanbaar is. Hij gaf woorden, vleesgeworden woorden, een Bergrede vol. Woorden van Licht die hijzelf voorleefde. Kerstmis 2020: geen tijd waarin van alles gebeuren kan, geen tijd van ordinaire sprookjes. Wij vieren wel de geboorte van 'n klein kind in het Vleesgeworden Woord, dat later zal laten zien dat Hij ter wereld is gekomen om partijganger te worden van mensen die het slechter hebben dan wij. Laten wij onze kerstgeschenken maar weer uit de stal halen en het kerstkind weer de ziel worden van ons Kerstfeest. Ik wens u allemaal een zalig kerstfeest van Liefde, Licht en Vrede toe.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam