St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

wijnstok De profeet Jesaja laat ons vandaag een lied horen, een ballade die van God komt: ‘het Lied van de wijngaard.’ Mij is opgevallen dat er, zowel in de eerste lezing als in het Evangelie, de woorden wijngaard en wijnbouwer wel 15 keer in de tekst voorkomt. Nu kennen we in Nederland praktisch geen wijngaarden en wijnbouwers. Een van de weinigen die ik ken is vlak bij Maastricht, aan de voet van ons klooster in het Limburgse Cadier en keer.

In het buitenland zie je, als je op vakantie bent, heel veel wijngaarden. En het valt me dan op hoeveel moeite het kost om een wijngaard aan te leggen en alle werk en kosten die dat met zich meebrengt. Bijvoorbeeld: een wijnstok moet vanaf december/januari wel 18 maal bewerkt worden, voordat hij in oktober rijke druivenvruchten draagt. Hij moet worden opgebonden, gesnoeid, besproeid. Er moet kunstmest bij de grond, de aarde moet worden losgemaakt, de wijnstokken moeten worden gekrent en afgetopt. Er komt heel wat voor kijken.

En over die wijngaard en degenen die daar werken gaan de lezingen van vandaag. Jesaja zingt het ‘lied van de wijngaard’. Als een minstreel heeft hij dit lied waarschijnlijk gezongen op een wijnfeest, honderden mensen om hem heen, een beker wijn in de hand. Hij zingt: ‘Er is een man die zijn wijngaard omspit en wingerds plant. Hij werkt zich letterlijk kapot, heeft alles over voor de goede oogst. Maar als de tijd van oogsten daar is, is er alleen maar sprake van wildgroei. Geen druif laat zich zien!’ De omstanders hebben te doen met de wijnbouwer. Maar dan haalt Jesaia plotseling fel uit: ‘Jullie hebben wel medelijden met die man, maar jullie vergeten dat jullie zélf die wijngaard zijn! God is dag en nacht bezig om onze wereld bewoonbaar te maken. Hij laat de aarde vruchten voortbrengen. Hij heeft jullie tot heer over de schepping gemaakt. Maar jullie hebben er één grote onvruchtbare bende van gemaakt. Het land verloedert. Jullie gedrag doet denken aan echtbreuk. God heeft deze wereld gemaakt tot zijn paradijs, tot zijn wijngaard. Maar de wereld is één woestijn geworden en levert alleen nog maar bocht op!’

Jesaja gebruikt het als een beeld voor de verhouding van het volk Israël tot zijn God. De wijngaard staat voor het Godsvolk Israël. De Allerhoogste houdt veel van zijn wijngaard, zijn geliefde. God is bezorgd om zijn wijngaard om zijn volk. Hij heeft er zorgen over. Maar het volk stelt de wijngaardenier, God zelf, teleur. Zijn uitverkoren wijngaard kan door zijn ontrouw onmogelijk goede vruchten dragen. Israël is te veel met zichzelf bezig en laat bij de kleinste tegenslag zijn armen al zakken. Zijn volk is meer bezig met het verleden dan met de toekomst. Het volk ziet niet meer hoezeer God met het lot van zijn volk, met zijn wijnaard, bezig is. Daarom horen wij hoe God teleurgesteld is. Hij verzucht: ‘Wat kan ik nog voor mijn wijngaard doen dat Ik niet gedaan heb?

De profeet Jesaja vraagt zich af: waarom brengt mijn wijngaard alleen maar bocht op. Terwijl ik verwachtte dat de grond, het volk Israël, rijke vruchten zou dragen?’ (Jesaja 5:4-5). En dan vertelt God wat Hij met zijn wijngaard gaat doen. Zijn wijngaard zal veranderen in een wildernis. Alleen wanneer het volk Israël zich bekeert, zal God zich met zijn volk verzoenen. Op dezelfde manier praat Jezus: Hij laat zijn tranen de vrije loop over de toekomst van Jeruzalem: geen steen zal op de andere blijven liggen! Maar de wereld als Gods eigen wijngaard zal zelfs de Zoon van de Wijnbouwer uitspuwen. De erfgenaam van God wordt zelfs om het leven gebracht. Maar hebben jullie dan niet door dat deze verschoppeling van de wereld de hoeksteen is geworden van een andere wereld, de wereld zoals zijn hemelse Vader bedoeld heeft. En te midden van de oude wijnstokken die alleen maar bocht voortbrengen, plant God de Vader dan zijn Ware Wijnstok: Zijn Zoon Jezus Christus.

In het evangelie van vandaag is Israël niet langer meer Gods paradijs, niet langer zijn lieflijke wijngaard. De pachtinners worden aan de lopende band geliquideerd. Op leven en dood bevechten mensen, en zelfs hele volkeren, elkaar om het bezit van de aarde. We willen eigen baas spelen en niets meer met God van doen hebben. Zelfs geestelijke leiders laten zich meeslepen in deze val. Zowel de profeet Jesaia als Jezus roepen hartstochtelijk uit: ‘Hebben jullie dan niet in de gaten dat we deze wereld, Gods eigen wijngaard, aan het verkwanselen zijn? De aarde buiten we uit en grenzeloos vervuilen we het milieu’.

Profeten waarschuwen ons in alle tijden. Maar deze stemmen worden gesmoord door een wereld die steeds rijker wil worden, vaak ten koste van alles en iedereen. Tegen profeten roepen ze: sla ze maar dood, vernietig ze, hang ze op aan het kruis. Want er moet in onze wereld orde zijn, ook al is het de wanorde van het onrecht! En we nemen het recht, Gods eigen recht, maar al te vaak in eigen handen. Jesaia laat open of het vonnis inderdaad wordt voltrokken. Ook in het evangelie blijft dat een open vraag. Waar kiezen we voor? Het hangt van ons gedrag af of God tot ons zal zeggen: ‘Kom, mensen, het is sluitingstijd’ of dat Hij ons de sleutel geeft van een bloeiende wijngaard,

Maar er is één troost: ons leven, de wereld, blijft van God Zijn eigendom. Daarom zal God onze wereld nooit loslaten, ook al hebben wij Jezus als steen des aanstoots niet aanvaard. Integendeel: God zal Hem tot Hoeksteen maken, waarop Zijn huis zal worden gebouwd. En God zelf zal 't werk van Zijn Zoon voltooien. Zélf zal Hij zorg blijven dragen voor onze wereld, zijn wijngaard. Want niet de wijngaard, onze wereld, is in gevaar, maar de erfgenamen, die zijn vruchten niet opbrengen. Alleen een radicale keuze voor zijn liefde levert goede vruchten op. Laten wij verbonden blijven met de ware wijnstok Jezus Christus.

En is de wijnstok geen schitterend beeld in dit verhaal? Want bij een wijnstok zijn de ranken niet te onderscheiden van de stam. Bij een boom kun je de takken afbreken. Bij een wijnstok loopt de stam in de ranken uit. Je weet niet waar de stam eindigt en de ranken beginnen. Op deze manier moeten wij verbonden blijven met de ware wijn-stok, Jezus Christus. Alleen zó zullen wij vruchten voortbrengen die blijvend zijn.

Tenslotte is de wijnstok het beeld van enorme vruchtbaarheid. Ik heb me laten vertellen dat een wijnstok wel 200 kilo druiven kan voortbrengen! Zo zullen wij in ons leven ook vruchtbaar zijn, als we verbonden blijven met de ware wijnstok Jezus de Christus. En dat ook in onze coronatijd waarin op vele plekken wij minder geloven dat alles in ons leven zo vanzelfsprekend is. Maar er is een weg die blijft, als we verbonden blijven met de ware wijnstok, Jezus Christus.

Ambro Bakker s.m.a.
deken van Amsterdam