OP ZOEK NAAR DE STER VAN BETHLEHEM

Op een vierde-eeuwse sarcofaag uit Rome staat al een afbeelding van de ‘De aanbidding der koningen’. Vandaag vieren wij dit Driekoningenfeest. Maar in het evangelie is er eigenlijk helemaal geen sprake van koningen. We horen daar iets over een paar sterrenkundigen die uit het Oosten kwamen. Ze waren uitstekend geschoold in het zien. Zelfs een nieuwe ster, temidden van de miljarden sterren die daar in de lucht hangen, waren ze op het spoor gekomen.
Maar ze hadden niet alleen goede ogen, ze waren ook bijzonder wijs. Ze trokken naar Israël en zagen daar een kind met zijn moeder. Ze gingen niet rechtstreeks naar Bethlehem. Ze gingen eerst naar Jeruzalem, stad van kennis en macht. Daar weten ze van wanten. Opperpriesters en Schriftgeleerden kenden daar de Schriften van buiten. Zij verwijzen hen naar Bethlehem, want de profeet Micha heeft voorzegd dat de Messias geboren zou worden in Bethlehem, de geringste onder de steden. En langs een ander weg keren zij naar huis terug, omdat ze weet hebben van de dwaasheid van Koning Herodes. Ze zijn andere mensen geworden, omdat zij naar God luisterden, naar wat Hij hen te zeggen heeft. Ze waren op zoek naar een koning, maar vonden een pasgeboren kind.Gods antwoord op de problemen van onze wereld is de geboorte van een klein mensenkind dat nog te klein is om zijn mond open te doen en te protesteren tegen het kletterend wapengeweld. Het gaat Matteüs om het ‘Kind’. Dat woord komen we in het evangelie van vandaag driemaal tegen. De hele wereld loopt uit naar dat kind van Bethlehem. Ze komen van alle kanten Later is veel aan het evangelie van vandaag toegevoegd. Blijkbaar spreekt het verhaal tot de verbeelding. Wat hebben we ervan gemaakt? Een Driekoningenfeest. Maar de officiële naam van deze feestdag is niet ‘Driekoningen’, maar ‘Openbaring des Heren’.
Vandaag gaat het dus eigenlijk niet over Drie Koningen. Het gaat over enkele Sterrenkundigen. Het evangelie van vanmorgen heeft het eigenlijk over maar twee koningen: koning Herodes en het nieuwe koningskind Jezus. Koning Herodes die als een nieuwe farao het kind zoekt te doden. Maar net als Mozes ontkomt Jezus aan de moordzucht van farao. Het feest van Driekoningen is het feest van Tweekonigen. Of eigenlijk is het het feest van één Koning: Jezus, koning der Joden! Een klein en weerloos kind? Kom over 30 jaar maar eens terug! Dan zie je wat er van dit kind geworden is. De evangelist Lucas geeft in zijn geboorteverhaal al een voorproefje.
- Meng je dan maar onder het publiek als Hij door Pilatus wordt verhoord:
‘Ben jij de Koning der Joden?’
- En ga zelf dan maar eens kijken in het gerechtsgebouw, als Hij wordt bespot:
‘Gegroet, Jij Koning der Joden’
. - Ga zelf dan maar eens kijken onder het kruis en kijk naar Hem op. Dan zie je het
boven de kruisbalk staan:
‘Koning der Joden’.
Maar wat zie je dan?
Voor het oog van een outsider is Hij een vreemde, een geslagen en gebroken mens, een mislukkeling, die met zijn hoofd in de wolken liep. Niet meer dan aan armzalige stumper, die het zo goed met de wereld voor had. En wat zul je horen? ‘Dit is Mijn Zoon, mijn Welbeminde, luistert naar Hem’. Het advies is duidelijk: als je niet in de handen van koning Herodes wilt vallen, keer dan langs een andere weg terug. Enkele wijzen uit het Oosten zochten een koning en vinden een kind dat nog te klein is om te kunnen protesteren. Natuurlijk hadden ze ontgoocheld terug kunnen gaan. Maar ze bleven, vielen voor het kind op hun knieën, gaven het geschenken van goud, wierook en mirre. Niet als koningen, zelfs niet als wijzen, maar als gelovige mensen die begrepen dat zij in hun wijsheid werden geconfronteerd met de dwaasheid van het kruis. Het geboorteverhaal van Jezus is al een lijdensverhaal in een notendop!
Dat zien we ook aan de uitdrukkingen en woorden die de evangelist Lucas gebruikt: Jezus wordt ‘in doeken gewikkeld’. Die uitdrukking komen we in het evangelie tweemaal tegen, zowel bij zijn geboorte als bij zijn dood. De wijzen uit het Oosten komen niet met een rammelaar of een teddybeer, maar met goud, wierook en mirre. Goud is een teken van koninklijke macht, wierook gebruik je bij een uitvaart, om het lichaam te eren dat God toebehoort. Met mirre, balsem, zal het lichaam van Jezus na zijn dood worden gebalsemd. We mogen al aan het begin van het evangelie weten wat er uit dit Kind zal groeien. De oude Simeon doorzag dit en profeteert: ‘Dit Kind zal bestemd zijn tot val en opstanding van velen’. Inderdaad, het kerstverhaal is bij Lucas al een lijdensverhaal in een notendop.
Officieel heet het feest van Driekoningen ‘Openbaring des Heren’. Daarmee krijgt het feest toch een ander accent. Wat betekent dat woord ‘Epiphanie’ (openbaring)? Voor de Romeinen van tweeduizend jaar geleden was dat woord gesneden koek. Een klein kind wist wat er mee bedoeld werd. Dat woord ‘openbaring’ werd gebruikt als de Romeinse Keizer zich liet zien aan het volk. Daar stond hij dan: de met luister gekroonde keizer! Hij werd vereerd als de zoon van God. Dat de eerste christenen dit woord ‘openbaring’ gebruikte voor 't Kerstkind getuigt van hun groot en sterk geloof.
Nu wordt 't sprookjesachtig avontuur wat inzichtelijker. Mensen met een eenvoudig geloof en een gebrekkige wetenschap laten alles achter zich. Op hun kamelen, ploeterend door een eindeloze woestijn beeld van alle verschrikkingen en donkere dagen die een mens in zijn leven moet meemaken. Over de bergen van Juda, beeld van alle moeilijkheden in je leven waar je als een berg tegen opziet. Pas aan de andere kant van de heuvels bevindt zich het groene gras en staat er een kribbe. ‘Waar is de pasgeboren Koning der Joden?’ vragen de magoi, de sterrenwichelaars. Ze vinden een kind in een kribbe.
De Sterrenkundigen, zegt het evangelie vandaag, waren de ster die zij volgden kwijtgeraakt. Het ontbreken van een ster kan de hele karavaan de richting doen verliezen. Maar zij vonden de Ster van Bethlehem terug. Laten wij ons ook het komend jaar blijven concentreren op deze op de Ster van Bethlehem. Mogen wij ook op de plaats waar wij wonen in het nieuwe jaar 2018 zelf een teken worden van Gods Openbaring. ‘Mag God ons blijven zegenen en bewaren en zijn aangezicht over ons doen lichten’. (Numeri 6:22-27).
© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie Augustinus