Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

SCHRIJVEN IN HET ZAND

Jezus schrijft in het zand

Een vrouw betrapt op overspel. Dat horen wij vanmorgen in het evangelie van Johannes. Bijbelgeleerden vragen zich af of dit verhaal - pas later vanuit de mondelinge overlevering aan het evangelie van Johannes toegevoegd - wel van Johannes is. Zij menen dat dit verhaal oorspronkelijk uit het Lucas-evangelie komt. Maakt het nu verschil uit wie het verhaal geschreven heeft: Johannes of Lucas?

In feite maakt dat wél verschil. Lucas en Johannes zijn verschillende evangelisten, die verschillend schrijven en met een verschillend doel voor ogen. Voor Lucas, die arts geweest is, is de zondaar een patiënt, die weer genezen kan. In het verhaal van vanmorgen wordt niet alleen de vrouw genezen, de omstanders gaan ook ‘beter’ naar huis. Daarmee staat Lucas in de traditie van de profeet Jesaia die wij in de eerste lezing hoorde zeggen: "Denkt niet meer aan 't verleden, sla geen acht op wat al lang voorbij is, want Ik onderneem iets nieuws" (Jesaia 43:18)

Drie dingen vallen mij vanmorgen in het verhaal op:

Niemand in de kring neemt het voor je op. Niemand vraagt aan je hoe je er toe bent gekomen. Niemand weet wat er allemaal aan vooraf is gegaan. God alleen weet hoe het zo ver heeft kunnen komen. Alleen Hij weet van je omgeving af. Als geen ander weet Hij hoe menselijke relaties kunnen stranden, hoe huwelijken kunnen verkillen en verzanden. God weet dat nooit 'n mens alleen schuldig kan zijn. Hoe we allemaal in schuldvervlech­ting staan tegenover Hem en tegenover elkaar.

Wat gaat Jezus nu doen? Gaat Hij eindeloos redetwisten? Wordt ook Jezus betrokken bij dit mensonterend spel? Moet ook Hij aan de vrouw gaan trekken? Maar Jezus weigert dat! Hij zwijgt stil en tekent met zijn vinger in het zand. Wat schrijft Hij daar?

De evangelist zegt er niets over. Misschien schreef Hij: ‘Waar is haar minnaar gebleven?’ Of misschien tekende Hij gewoon poppetjes in het zand, om een denkpauze, een moment van bezinning, in te lassen. Hij zegt niets tot de aanklagers van deze vrouw. Maar die blijven maar doorzeuren en doorvragen. Zo gemakkelijk komt Jezus er niet af! Tenslotte geeft Jezus antwoord: "Vooruit, stenig haar maar als je zelf geen fouten hebt..."

Dan druipen ze af, de een na de ander, de oudsten het eerst. De stenen laten zij uit hun handen vallen. Ze zijn niet beter dan deze vrouw. Wij staan gauw klaar met ons oordeel en wijzen met vingers. Zijn we dan van die grote zondaars? Natuurlijk zullen er niet veel mensen zijn die iemand om 't leven hebben gebracht 't Vijfde gebod "Gij zult niet doden" hebben de meesten van ons niet overtreden. Het vijfde gebod zegt dat we onze handen thuis moeten laten. Dat is al heel wat! Maar in de Bergrede vraagt Jezus van ons meer dan dat minimum: je moet je handen niet alleen thuishouden, je moet ze ook naar elkaar durven uitsteken! Zo zullen er mensen zijn die zeggen: "Ik heb het achtste gebod nooit overtreden, want ik heb nooit echtgebroken, overspel gepleegd, een slippertje gemaakt. "Daar gaat het niet om, zegt Jezus. Vul dat gebod toch royaal in: hoe ga jij in je leven om met menselijke trouw en vriendschap? Want erger dan een hand die slaat, is een hand die nooit streelt! Want erger dan een tong die zwijgt is een tong die anderen nooit bemoedigt en bevestigt.

Laten we teruggaan naar de kring. Verbeeld je dat jij daar staat. De mensen om je heen draaien de film van je leven af. Plotseling stopt het beeld. Het wordt in slow-motion herhaald, nog eens en nog eens. Telkens zeggen mensen: kijk eens hoe jij de fout bent ingegaan! Dan zou je, staande in de kring, het willen uitschreeuwen: waarom laten jullie het beeld niet stilstaan bij die momenten waarop het goed ging? Ik heb, zoals elk mens, toch ook mijn goede kanten? Waarom beoordelen we elkaar altijd naar de zwakste plekken, naar elkaars slechtste ogenblikken? Eens een dief en je blijft een dief! Eén week in de gevangenis en je komt er nooit meer uit! In het evangelie horen wij hoe Jezus de vrouw en de omstanders op één lijn zet, want wij zijn geen haar beter dan de mens die we midden in de kring zetten! Jezus verontschuldigt de vrouw niet. Onrecht blijft onrecht. En wat zwart is noemt Jezus niet wit. Maar Hij handelt volgens het principe: het kwaad moet je nooit met kwaad vergelden. Priem mensen toch niet vast op hun verleden! Zonder vergeving kans geen mens verder. Ook jij niet!

Jezus schrijft in het zand. Misschien om aan te geven: bedenk toch, mens, wie je bent: je bent stof uit stof, hoe durf je dan de rechterstoel te beklimmen? Misschien schreef Hij in 't zand zoals 'n kind doet: iets opschrijven en 't meteen weer uitvegen om aan te duiden hoe God zelf is: blijer om één mens die zich bekeert dan om duizend mensen die geen bekering nodig hebben. Jezus bidt aan het kruis voor zijn beulen. Tegen één van de gekruisigden zegt Hij: ‘Nog heden zult ge met Mij zijn in het paradijs’. Hij is niet de Enige die partij kiest. De Hilversumse Etty Hillesum, die in 'n concentratiekamp is omgekomen, schreef in haar dagboek: "Ik moet vanavond ook bidden voor die Duitse soldaat, want één van die vele uniformen heeft een gezicht gekregen... en hij lijdt ook! Er zijn geen grenzen: aan weerszijden van alle grenzen wordt geleden en men moet voor allen bidden. Goeienacht."

Zo worden er bij God ook nooit bruggen afgebroken. Er wordt geen scheiding gemaakt tussen goeden en slechten, tussen onderdrukkers en onderdrukten, tussen rijken en armen: Hij houdt ze allemaal bij elkaar. God kiest voor goedheid en bestrijdt wat mensen uit elkaar trekt, wat het leven van mensen onmogelijk maakt of vermoordt. Jezus deed wat Hij bij anderen geholpen had te doen, Hij zei: "Ook ik veroordeel u niet, ga heen en zondig van nu af niet meer."

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus