Fiat voluntas tua, sicut in caelo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

VANDAAG PLANT IK DAN NOG EEN BOOM

Als mijn moeder een boek wilde lezen, begon ze altijd met de laatste bladzijde. Toen ik haar eens vroeg: &ldquoWaarom doet u dat?”, antwoordde ze: “ik lees alleen maar door als het verhaal goed afloopt!” Vanavond lezen we uit een van de laatste hoofdstukken uit het Marcusevangelie. Op de laatste bladzijde horen we over de zon die verduistert, de maan die ophoudt licht te geven, de sterren vallen uit de hemel, de bliksemschichten vliegen over de aarde. Overal waar aas ligt zullen de aasgieren zich verzamelen. Als mijn moeder dit zou lezen, dan zou ze niet aan het boek beginnen!

Want het is geen prettige lezing, al loopt de ondergang van de wereld uit op de komst van de Mensenzoon. Dus toch een happy end van het evangelieverhaal. Marcus heeft het over de ondergang van de wereld en gebruikt daarbij beelden die uit de tijd van Jezus stammen. Geen steen zal op de andere blijven liggen. Misschien dat wij in onze tijd ander beelden zouden gebruiken, maar de boodschap blijft overeind.

“Laten we het nemen zoals het komt”, zeggen de nuchteren, die de angst proberen te verdringen door een geveinsde onverschilligheid. “Laten we er zelf maar een einde aan maken”, zeggen de wanhopigen en elk uur van de dag kiest 'n Nederlander zélf een uitweg, en 5 Nederlanders proberen het. “Laten we maar eten en drinken”, zeggen anderen, “want morgen zijn we er misschien niet meer!”

Wat is de zin van dat alles als alles vergaat? In deze pessimistische levenssfeer van angst en troosteloosheid geeft 't evangelie ons vanavond moed en troost: “Hemel en aarde zullen vergaan, maar mijn woorden zullen niet vergaan”, zegt Jezus. En zoals een nachtegaal de mooiste liederen zingt in de nacht, zo komen wij christenen elk weekend bij elkaar om liederen van hoop te zingen. “Kijk naar de vijgenboom!” zegt Jezus. De vijgenboom is in Israël de enige boom die zijn bladeren verliest, maar in de lente in één nacht weer volop in blad staan. Zo is de vijgenboom symbool voor het nieuwe leven.

Men vroeg aan Martin Luther King: “Wat zou je doen als morgen de wereld zou vergaan?” Hij antwoordde: &ldqu;Ik zou vandaag nog een boom planten. Een boom van hoop in de zekerheid dat God de schepping in zijn hand houdt en het leven onverwoestbaar zal zegevieren.”

Ons eigen leven kunnen we niet overzien. Helaas kunnen we niet op de laatste bladzijde van ons leven kijken of alles goed afloopt. Maar op de laatste bladzijde van Marcus krijgen we toch een idee: het loopt goed af! Kijk maar naar de vijgenboom! Het gaat er niet om dat we in de nacht van ons leven op zoek zijn naar de morgenster. We mogen zelf licht voor anderen zijn. Wat heeft het voor zin om naar ons eigen uur, naar onze eigen tijd te vragen? De Vader in de hemel weet het.

Als christenen slaan wij de pinnen van onze levenstent niet al te stevig in de grond, want wij weten dat onze aardse tent zal worden afgebroken en we voorgoed terecht zullen komen in de handen van de levende God. Zolang er mensen zijn is er leed, nood en angst, maar we mogen weten dat de vijgenboom in bloei staat. Wat er gaat komen, weten we niet. Wel Wie er zal komen! Hij zal ons dragen in zijn liefde tot over ons doodsuur heen. En profeten als Johannes en Jesaia voeren ons de komende weken door de Adventstijd heen, richting het Kerstfeest.

En zo laat het evangelie volgens Marcus toch een happy end zien, want niet oorlog, dood en ondergang hebben het laatste woord, maar de liefde van God, die de liefde van mensen draagt. Op weg naar “de Nacht van het Kind”.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen