Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

VRUCHTBAARHEID

vrucht van de wijngaard

Er is een oud Arabisch spreekwoord dat luidt: ‘Een man moet in zijn leven drie dingen gedaan hebben: een boom planten, een boek schrijven en een kind verwekken. ’Misschien dat u denkt: daar zullen maar weinig mannen aan toekomen. Wat is de bedoeling van dit spreekwoord? Allereerst: het is geformuleerd in een mannencultuur. We zouden het in onze tijd breder formuleren. Het geldt niet alleen voor mannen, het geldt ook voor vrouwen! Het is de levensopdracht van ieder mens: een boom planten, een boek schrijven, een kind verwekken.

Je moet deze drie opdrachten niet letterlijk nemen. Het gaat in dit spreekwoord om een vruchtbare levenshouding. Je moet zo willen leven dat er na jou ook leven mogelijk is. Dan leef je zinvol. Wanneer is je leven zinvol? Dat is de verzuchting van menig mens: wat heeft mijn leven nou voor zin? Wat beteken ik voor anderen? Wie geeft er iets om mij? Wie zal erom treuren, als ik er niet meer ben? Blijkbaar heeft vruchtbaarheid veel te maken met de vraag: wat beteken ik voor anderen? We voelen ons vaak overbodig, als we het gevoel hebben dat we niets meer voor anderen betekenen.

Misschien denken we op de eerste plaats aan oudere mensen. Maar daar vergissen we ons in. Het is natuurlijk klip en klaar dat je je eenzaam voelt, als je partner in de dood verliest. Maar de verzuchting ‘Wat heeft het leven nu voor zin?’ komt vaak uit een andere hoek. Vaak van mensen, van wie je dat helemaal niet verwacht. Van mensen die eigenlijk alles hebben wat hun hartje begeert. Mensen, van wie je zegt: die hebben toch niets te klagen! Oudere mensen hebben geleerd om in het leven te relativeren. Ze laten zich niet meer opjagen door de tijd. Ze zien de beperktheid in van de dingen, van goederen, van geld, van carrière en status. Ze kunnen relativeren, d.w.z. zij plaatsen de dingen die zij meemaken in een groter verband. Daarmee doorzien ze tevens de beperktheid van hun eigen bestaan.

In het evangelie horen we hoe een man zijn wijngaard verpacht aan wijnbouwers. Maar die weigeren hun pacht af te dragen. Die wijngaard mag je zien als de mogelijkheden die je gegeven zijn. Elk mens heeft talenten gekregen. Voldoende talenten om je wijngaard vruchtbaar te maken. Wat doen we met onze talenten, onze kansen? Laten we hele terreinen in ons leven braak liggen? Of zetten we onze talenten in voor een wereld ie ánders kan en anders moet? Allemaal hebben we iets van die wijnbouwers. We laten hele velden in onszelf braak liggen. Daar worden onvruchtbaar. We brengen zelfs de zoon van de wijnbouwer om, als ons dat beter uitkomt. Dan laten we mensen genadeloos vallen, zelfs hele volksstammen tegelijk.

De vrucht van de wijngaard is de vrucht van het Rijk Gods. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Het gaat om grote woorden als vrede en gerechtigheid. Maar het gaat ook om die kleine wereld waarin wij leven. Of we ook in onze eigen omgeving de verwoestijning van ons leven tegen gaan. Het zijn grote woorden voor een kleine gemeenschap. Komen we wel terecht? Komt iedereen wel tot zijn recht? Moeten we onszelf zo nodig waar maken? Als je je waar moet maken, ben je zo bezig met jezelf. Dan luister je niet goed, Dan komen mensen aan je tekort.

Dat geldt ook voor de vrede. Leef je in vrede? Heb je de vrede in jezelf gevonden? Ken je een innerlijke rust? Hoe vruchtbaar ben je eigenlijk? Waar liggen je dode, afgestorven plekken? Heb je nog voldoende energie om die plekken vruchtbaar te maken? Als je innerlijk tot rust komt, ben je inzetbaar voor een betere wereld. Dat zijn de vruchten van de wijngaard. Vruchten van Gods Koninkrijk. Het is zaak je talenten te gebruiken zodat de woestijngebieden in ons leven worden herschapen in bloeiende wijngaarden. Alleen zó wordt ons leven een goddelijk paradijsje!

De eerste lezing uit Jesaia gaat ook over een wijngaard. Het is een lied, waarschijnlijk gezongen bij een feestelijke gebeurtenis. Het gaat over een liefde die niet wordt beantwoord. De geliefde wijngaard die de wijnbouwer met zorg omringt brengt alleen maar bocht voor. Deze gedachte verbindt de beide lezingen. God heeft alle voorwaarden geschapen voor een rijke oogst. Maar wat hebben we daarvan gemaakt? Waar blijven de vruchten?

Het hoogtepunt van de wijnsymboliek vinden we in het evangelie van Johannes, waarin staat dat Jezus ‘de ware wijnstok’ is (Johannes 15:1-8) En bij een wijnstok is er geen onderscheid tussen de takken en de stam. De stam loopt in de takken over en vormen één geheel. Daarom kun je de takken er ook niet afbreken. Stam en takken horen bij elkaar. Johannes maakt ons daarmee duidelijk dat we, als we op dezelfde onlosmakelijke manier verbonden blijven met de Zoon van God, produceren wij niet langer onvruchtbare bocht, maar brengen rijke vruchten voort. We zijn dan vruchtbaar bij het leven!

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus