Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

ADEM – WIND - GEESTKRACHT

Pinksteren

Na Eerste Kerstdag volgt op Tweede Kerstdag direct al de eerste discussies. Dan wordt de eerste geloofsgetuige, Stephanus, al door steniging om het leven gebracht. Met Pasen gebeurt hetzelfde. Na de indrukwekkende Paasnacht breekt in de liturgie direct al op Tweede paasdag en de zondagen daarna hevige discussies los over de vraag ‘is Jezus nou echt verrezen of niet?’ Sommigen zijn ervan overtuigd dat het graf van Jezus leeg is, omdat de aanhangers van Jezus hem uit het graf hebben weggehaald en hem elders hebben begraven. Met Pinksteren gebeurt hetzelfde. We hebben gisteren uitgebreid het Pinksterfeest gevierd, het feest van de Nederdaling van de Heilige Geest. Vandaag, op Tweede Pinksterdag, breken de discussies in hevigheid los.

De apostel Paulus reist door het binnenland naar Efeze. Hij vraagt daar aan de leerlingen: ‘jullie zijn nu gedoopt, maar hebben jullie ook de Heilige Geest ontvangen? De leerlingen kijken hem vreemd aan en zeggen: ‘We weten niet eens dat er een Heilige Geest bestaat’. Dat hoorden we vandaag in de eerste lezing uit het boek van de Handelingen van de Apostelen. Geloven en thuisraken bij God is blijkbaar niet zo vanzelfsprekend. Je moet er blijkbaar telkens weer iets voor doen. Niet leven van mooie woorden en mooie gedachten, maar met beide benen in de werkelijkheid blijven staan.

En we proberen het nog maar eens te zeggen: het gaat met Pinksteren om drie sterke woorden: om Geestkracht, wind en adem. Drie woorden met een schat aan betekenissen. Het gaat om het woord Adem. We mogen dit uur weer op adem komen. En deze viering duurt nog geen uur, Dus u hoeft vanmorgen geen lange adem te hebben! U hoeft ook geen hete adem in uw nek te voelen, zelfs niet uw adem in te houden. Nee, u raakt vanmorgen niet buiten adem. U hoeft zelfs vanmorgen geen ademtest te doen. En hopelijk blaast niemand van ons in dit uur zijn laatste adem uit. We zingen met Pinksteren: ‘Alles wat adem heeft love de Heer.’ En niet is niet zomaar een adem: het is als de wind, die alle ongerechtigheid wegblaast en ons nieuw leven inblaast.

En het woord Wind het tweede Pinksterwoord. Uit welke hoek waait vanmorgen die wind? Eenmaal per jaar zingen we dat met de kinderen: ‘Hoort de wind waait door de bomen’. Om welke wind gaat het dan? In ieder geval is het geen wind die met alles mee waait. Niet: zoals de wind waait, waait m’n jasje. God neemt ons de wind niet uit de zeilen, maar Hij wil Zijn wind er wél onder hebben. En "wie wind zaait, zal storm oogsten." Met Pinksteren gaat het om een frisse wind, die ook in deze Pinksterdagen weer door kerk en wereld en door ons eigen leven mag waaien.

Naast adem en wind gaat het met Pinksteren om het woord Geestkracht. Een kracht die ons kan maken tot geestdriftige en geestkrachtige mensen. Onze geest is gewillig, maar ons vlees is zwak. In uw handen beveel Ik mijn geest. Iemand voor de geest halen. Vanmorgen ben ik in mijn geest bij mijn ouders die afgelopen vrijdag 86 jaar getrouwd zouden zijn geweest. Soms is de geest uit de fles. Veel zusters werken in de geest van Moeder Theresa of in de geest van Martin Luther King. Ja, het zijn de drie zware woorden met Pinksteren: geestkracht, adem en wind.

De tegenhanger van geest, wind en adem, de tegenhanger van het Pinksterverhaal, is de geschiedenis van de ‘Toren van Babel’, waar mensen elkaar niet meer willen verstaan en maar door elkaar heen babelen. Op vele plekken in de wereld lijkt de geest uit de fles. En dat is niet de Geest van Pinksteren. Velen hebben die juist diep in een fles weggestopt en weggeduwd. En het Pinksterfeest hebben ze vervangen door een korte vakantie, een bezoek aan de meubelboulevard of een dagje aan het strand. Het lijkt wel of we in de wereld waarin we nu leven de geest wat kwijt zijn geraakt.

Steeds meer mensen zien de wereld als een enorme bromtol die Iemand - een 'hogere macht' noemen ze dat dan – enkele miljoenen jaren geleden heeft opgedraaid. En zo draait de wereld al eeuwenlang rond als een geweldige bromtol, tot de dag komt waarop hij kantelt, omvalt en stil blijft liggen. Maar is God dan niet meer dan een Hogere Macht die zich met de wereld vermaakt als een kind die met Sinterklaas een bromtol krijgt? Maar wat is dan de zin van het rusteloze rondtollen door tijd en ruimte? Wij tollen in het leven maar zelf mee, tot we zelf kantelen, omvallen en stil blijven liggen. Evenals een bromtol proberen we onder het tollen nog wat muziek te maken. Dan is het leven nog dóór te komen. Misschien als deze aarde is uitgedraaid, dat de Hoger Macht de bromtol voor zijn eigen plezier dan nog één keer opwindt, zodat de wereld nog een paar miljoen jaren door kan draaien. Dat is de levensbeschouwing van veel moderne mensen: we worden voor niets geboren, leven voor niets en sterven voor niets.

Daar krijg je het koud van. Daar zit alle triestigheid in van onze 21ste -eeuwse motregenstemming. Hemel en aarde, en al wat erin is, is ‘voor niets’ geschapen! Niet meer dan een gril van een dronken godheid? Is mijn leven dan niet meer dan een stukje speelgoed van een onbekende, een dobbelsteen die maar moet afwachten hoe hij valt? Het leven als een flipperkast, waarbij sommige mensen in één keer zonder punten door het spel heen vallen? Zij verliezen het spel al in de moederschoot. Anderen halen de honderd, sommigen zelfs de duizend. Alle levenslichten beginnen te flikkeren bij zoveel levensgeluk, De stoppen slaan haast door. Dat is het leven: je kunt boffen of pech hebben. Om het in hedendaags Nederlands te zeggen: wie als gulden geboren wordt zal later nooit een euro worden!

Het feest van Pinksteren leert ons dat de wereld is géén bromtol is en wel muziek mag maken. Je bent als mens geen stuiter die op zekere dag óf in de hemel óf in de hel wegstuitert. Het leven is geen flipperkast, geen kansspel, al biedt het leven voldoende kansen om uit te groeien tot Gods beeld en gelijkenis. Zo zit ons leven in elkaar: er zit pas melodie in ons leven als we mét elkaar ons levenslied zingen en fluiten. Elkaar niet overschreeuwen, niet door blijven gaan met je eigen wijs: gezamenlijk het scheppingslied durven zingen: ‘God, Gij hebt de mens met glorie en luister gekroond’.

Alleen de Geest van Jezus kan muren afbreken en kloven dichten. Alleen in de Geest van Jezus mogen en kunnen we werken aan een nieuwe wereld. Slechts de liefde vormt een taal die elk mens beheerst en die iedereen verstaat. Het is de enige taal die échte communicatie schept. In de taal van de liefde verstaan we de taal van de baanlozen en de taal van de bejaarden, de zieken en gehandicapten, de eenzamen en de hongerende mensen. Dat is nou de echte Pinkstertaal, die iedereen op de wereld kan spreken en verstaan. Het is de taal van de liefde. Jezus laat ons niet verweesd achter. Hij heeft ons de Geest van zijn Liefde nagelaten. En we herinneren zijn woorden: ‘Wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden. En ook Ik zal hem en haar beminnen en Ik zal mij aan Hem of haar openbaren’, zegt het evangelie van deze Tweede Pinksterdag. Of zoals de profeet Joël dat zo treffend zegt; ‘En Ik zal mijn Geest over hem of haar uitstorten (Joël 3:1-5).

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus