Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

EEN VEILIGE HAVEN

Pinksteren

Op Hemelvaartsdag herdachten wij het feit dat Jezus terug is gegaan naar zijn hemelse Vader. Zijn leerlingen staren Hem na. Was Jezus nu echt voorgoed uit hun leven verdwenen? Maar Jezus zegt tegen zijn leerlingen: ‘kijk niet zo met starende ogen naar boven, kijk liever om je heen, want jullie zijn nu de verkondigers geworden van mijn Blijde Boodschap. En met Pinksteren zendt Hij zijn Geest, want we hoeven het niet alleen te doen. Hij zal in zijn Geest bij ons blijven tot het einde der tijden. Op Pinksteren vieren we dat wij dan ook de dag waarop onze kerk gesticht is. Wij verenigen ons in geloof, om zijn Werk in deze wereld voort te zetten.

Sinds oeroude tijden wordt de Kerk gezien als een schip. Het schip als symbool voor de Kerk kom je in de christelijke kunst al tegen vanaf van de vierde eeuw. Nog ouder zijn de teksten van de kerkvaders die de Kerk vergelijken met de Ark van Noach die de gelovigen redt en door de woelige baren mensen weer veilig thuisbrengt in een veilige haven, voorgoed thuis bij God. Had Jezus daarom tegen zijn leerlingen gezegd: ‘jullie zullen niet langer vissen vangen, jullie zullen vissers van mensen zijn’ In de alleroudste teksten, neergelegd in de Apostolische Constituties, wordt de christengemeente gezien als een veilig schip. Met de bisschop als kapitein, en zijn diakens als matrozen. En met man en macht wordt geprobeerd om iedereen binnenboord te krijgen en aan boord te houden.

Oecumene

De kerk als een schip dat ons naar een veilige haven wil brengen, deinend op de woelige baren. Zorg ervoor dat je als gelovige binnenboord blijft en je zult worden gered. Ruimer gedacht is de voorstelling van de Oecumene, ook het embleem van een scheepje dat danst op de golven. En samen varen veronderstelt niet alleen kennis van het schip en de stuurinrichting. Stuurmanskunst betekent ook: stromingen benutten, klippen omzeilen, en... koers houden.

In de tweeduizend jaar die achter ons liggen heeft het schip van de kerk veel averij opgelopen. Sinds Jezus het roer in handen van mensen heeft gegeven zijn de botsingen en aanvaringen niet van de lucht geweest. Het is eigenlijk verwonderlijk dat mensen zich steeds weer op de brokstukken verzamelen om opnieuw hun koers te bepalen. Er zit veel waars in 't oude spreekwoord: ‘God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden thuiskomst’. Waar mensen eerlijk en oprecht blijven, blijkt de juist balans, de juiste koers, toch weer gevonden te worden. Het evangelie is de bron van alle eenheid, maar in de praktijk ook bron van veel verdeeldheid geworden. Meer dan ooit raken we ervan overtuigd dat we alle zeilen bij moeten zetten om in deze stormachtige tijden ons roer recht te kunnen houden. Alleen zo kunnen wij het evangelie ook door kunnen geven aan generaties die na ons komen, zoals onze (voor-)ouders dat hebben gedaan.

Achter gesloten deuren zijn Jezus' leerlingen samengekomen. Na Zijn dood zijn ze onzeker geworden. Angstig sluiten ze zich op in zichzelf en voelen zich in de steek gelaten. Alle deuren van hoop en uitzicht lijken voorgoed afgegrendeld, op slot. Het kan het beeld zijn van ieder van ons. Hoe vaak hebben wij niet het gevoel achter gesloten deuren te zitten? Wanhopig over onze toekomst, wanhopig over de toekomst van onze relatie met een ander. Uitzichtloosheid in tijden van werkloosheid. Een slecht bericht van de dokter: je toekomst op slot, je ziet geen streep licht meer. Donkere wolken lijken zich voorgoed te sluiten. Je voelt je koud, alleen, door God en iedereen verlaten.

Waar onze toekomst gesloten lijkt, gedraagt de mens zich vaak als een egel. We kruipen in elkaar en verdedigen ons met onze stekels. Wij worden agressief, zodat wij soms een hel worden voor elkaar. Dit gebeurt in huwelijken, in de grote en kleine politiek en jammer genoeg ook in onze geloofsgemeenschapen. We stellen dan alles bij een ander ter discussie, geven geen enkel vertrouwen meer. Als er dan toch geen toekomst is, dan maar de toekomst van iedereen verknoeien! We gooien voor elkaar de deur op slot.

Ook de leerlingen hebben hun deuren en ramen op slot gedaan. Ondanks al die gesloten deuren staat Jezus plotseling in hun midden. Er gaat hen een licht op, ze komen in vuur en vlam, beginnen opnieuw, ramen en deuren gaan wijd open. Het licht mag weer naar binnenkomen. En zij trekken naar de hoeken van de straten om te getuigen van Jezus' blijde boodschap. De Geest van God bouwt op en maakt levend, maakt een eind aan Babel, babbelstad, waar de mensen maar door elkaar heen praten, elkaars taal niet meer spreken en verstaan. De heilige Geest is als de wind: je kunt Hem niet zien, je weet niet waar Hij vandaan komt, maar je hoort wel zijn gesuis in de wind. Je kunt Zijn aanwezigheid bemerken door naar de vruchten te kijken.

Dat geldt ook voor onze eigen geloofsgemeenschappen. Een Afrikaans spreekwoord zegt: ‘een lege zak kan nooit rechtop staan’. Onze parochiegemeenschappen moeten vervuld zijn van de Geest van Jezus. Dat betekent dat we niet over elkaar zeuren, maar van Gods Geest getuigen, die in ieder van ons werkzaam is. En die Geest van God is zichtbaar overal waar mensen zich inzetten voor gerechtigheid en vrede, waar mensen bereid zijn om broederlijk te delen met de kansarmen van de maatschappij. Grote woorden? Ze vinden hun weg in het leven van kleine mensen. Wil ooit de eeuwenoude aarde haar aanschijn vernieuwen, dan vraagt dat om een vernieuwing van onszelf. Laat die Geest van God maar opwaaien in ons zelf. Als wij, als christenen, niet als een storm door de wereld trekken, komen anderen in de kou te staan. Als dat gebeurt, gebeurt het Pinksterwonder aan ons, vandaag!

Pinkstermensen zijn we, houden de vaart erin, leggen geen ankers uit, gaan stormen niet uit de weg, zetten alle zeilen bij, proberen klippen te omzeilen en gebruik te maken van de stromingen. En zoals de scheepslui een intuïtie hebben waar hun schip heen moet, zelfs als zij het kompas kwijt zijn, zo blijkt ook het geloof aan mensen een betrouwbaar richtinggevoel te geven. Steeds weer gaan mensen ongebaande wegen, zoals Oosterhuis zegt, met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft. Ik wens u een behouden vaart en goede stuurmanskunst. God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden thuiskomst in een ‘veilige haven’. Ik wens u zalige Pinksterdagen!

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus