Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

EERSTE COMMUNIE

Eerste Communie

Vanaf eind januari hebben elf kinderen zich voorbereid op hun Eerste Heilige Communie. De groep werd geleid door Joukje. Het was dit jaar een bijzonder enthousiaste groep. En ook de ouders waren meer betrokken bij het project en het proces dan voorafgaande jaren. Veel van de inhoudelijke voorbereiding werd door de ouders thuis zelf gedaan. In onze samenkomsten op de vrijdagmiddag hebben we het eerst samen gehad over de betekenis van je naam en hoe belangrijk het is dat alles en iedereen een naam heeft, zodat je elkaar kunt aanspreken, en dat je je straat en je stad terug kunt vinden. Dan weet je waar je moet zijn. Daarna hebben we het gehad over het doopsel. In een ontroerende bijeenkomst heb ik een van de Eerste Communicanten gedoopt. En natuurlijk hebben we ook gesproken over het samen delen met elkaar. We waren samen bij verschillende kindervieringen en hebben uitgebreid de kerk, de sacristie en de kluis tot in details laten zien, zodat ook kinderen zich thuis voelen in ons kerkgebouw.

En met de ouders kwamen we tweemaal samen rond praktische zaken, maar ook voor bezinning over onderwerpen als: samen bidden, over opvoeden in geloven in deze tijd, en een bezinning over wat de Eucharistie eigenlijk ook voor ons als volwassene betekent. Ik ben ervan overtuigd dat de kinderen en de ouders goed zijn voorbereid. Fijn dat uw dochter of zoon vandaag hun Eerste Communie mogen doen. Maar wij hopen en verwachten natuurlijk dat het niet bij deze Eerste Communie blijft, maar dat ze ook daarna hun tweede en derde communie doen. Met andere woorden dat we elkaar mogen blijven zien, minstens in de gezinsvieringen die speciaal op uw kinderen zijn gericht. En ik hoop ook dat verschillende kinderen lid van ons kinderkoor zullen worden of zich zullen melden als misdienaar of misdienette. Zo blijven ze ook na hun Eerste Communie met onze geloofsgemeenschap op een bijzondere verbonden.

De kinderen hebben het vandaag gehad over het evangelie van Johannes 6:1-15, waarin het gaat over ‘5 broden en 2 vissen’. Op dit moment zijn ze in de parochiezaal, waar dit verhaal op hun eigen niveau alle aandacht krijgt. Misschien dat wij hier als volwassenen ook samen stil kunnen staan bij dat broodwonder, en daar mee stil blijven staan bij de vraag wat de Eucharistie voor ons eigen leven betekent.

Jezus noemt zichzelf ‘brood des levens’. Hij doet dat, terwijl Hij omgeven is met mensen die hem opnieuw om brood vragen. Er is duidelijk sprake van een misverstand. Hij heeft hen bij de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging verrast met het brood dat Hij hen gaf, toen ze honger hadden. Ze komen de volgende dag weer terug om te vragen om dat zelfde brood. Jezus verwijt hen dat ze niet gezien hebben dat het brood wat Hij hen toen gaf, een teken was voor iets anders. Maar daar zijn ze niet in geïnteresseerd. Ze willen opnieuw gratis brood krijgen om hun honger te stillen. Jezus zegt dan: ‘Niet omdat jullie de tekenen gezien hebben, zoeken jullie Mij, maar om dat jullie van de broden hebben gegeten tot jullie honger gestild was’. (Joh.6:26)

En Jezus probeert het dan nog maar een keer. Hij zegt: ‘zelfs het brood, het manna, dat jullie – ten tijde van Mozes –in de woestijn gekregen hebben, kon je alleen maar op die dag gegeten worden. De volgende dag waren de overgebleven resten al aan het rotten. Dan beging Hij over ‘ander’ brood te spreken, het brood dat Hij zelf is. Het Brood uit de hemel. Alleen dit brood stilt definitief je honger. Dat zijn bekende woorden die in elke Eucharistieviering klinken: ‘Dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn Bloed, zelfs voor mensen die mijn bloed wel kunnen drinken!’ Jezus zei ook: ‘werkt niet voor het voedsel dat vergaat’. Jezus ként ons. Hij kent ook onze voornaamste zorg: eten, drinken, geld verdienen en geld bezitten. Maar geld noch goed maakt de mens écht gelukkig. Brood heb je nodig, maar je leeft pas echt door vrede, liefde, vriendschap, eerlijkheid, oprechtheid en geluk. Een hand om je schouder, een kus op je wang, een hartelijk en bemoedigend woord heb je even hard nodig als dagelijks brood.

In gebaren van brood en wijn geeft Jezus zich als gebroken brood en als een beker uitgegoten wijn. Dat kost bij elkaar maar een paar kwartjes. Maar er zit een opdracht in. Het betekent dat wij – in Gods Naam – meewerken aan een wereld, waarin geen lichamen meer worden gebroken en geen onschuldig bloed meer wordt vergoten. En als de leerlingen tegen Jezus zeggen: ‘er is te weinig brood voor al die mensen die naar U luisteren’, is het antwoord van Jezus heel simpel. Hij zegt dan ‘geven jullie ze maar te eten, dan is er altijd voldoende eten voor iedereen!’

Voor hongerige mensen moet het verhaal van de wonderbaarlijke broodvermenigvul­diging klinken als een onrealistisch sprookje. Jezus zorgt dat er brood is voor 5000 mensen en meer. Waarom gebeurt dat niet in onze tijd, denk ik dan. Niet dat er niet voldoende voedsel op de wereld is. Geleerde mensen hebben uitgerekend dat er op aarde voldoende kleding, voedsel en huisvesting is voor alle mensen die op deze wereld wonen. Hoe komt 't dan toch dat jaarlijks 15 miljoen mensen aan honger sterven en er op aarde zo'n 140 miljoen mensen ondervoed zijn? En intussen lees ik in de krant dat de supermarkten aan het einde van de dag het overgebleven voedsel laten vernietigen. Hoe zorgvuldig gaan wij om met ons voedsel?

Tegenwoordig kopen we ons brood gesneden. Dat snijden deden we vroeger thuis aan tafel. Voordat moeder het kapje eraf sneed, maakt zij met het kartelmes ’n kruis over het brood. Ze gaf daar mee aan dat ze er van overtuigd was dat alle goeds van God komt. Dat gebaar is nu versleten. En de meesten van ons vinden het zelfs niet eens belangrijk om voor en na het eten te bidden (behalve als opa en oma blijven eten!). Wij hebben het brood immers zelf verdiend en zelf betaald! Maar als we ons dagelijks brood niet meer ervaren als een geschenk uit de hemel, dan verdwijnt ook de behoefte om dat brood met anderen te delen, want we hebben het immers zélf verdiend!

Als we feestvieren of rouwen, delen we met elkaar de tafel. Bij deze gewoonte sluit Jezus zich aan. Hij geeft zichzelf als gebroken brood. En dat onder het motto: ‘Niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden’. Tot op de dag van vandaag mogen wij van die opdracht leven. Als dat ons lukt, zullen er voldoende mensen die Gods stem verstaan. Een stem die blijft zeggen: eerlijk zullen we alles delen.

De Eucharistie leert ons dat wij niet alleen brood met elkaar delen, we moeten zelf ‘brood uit de hemel’ en ‘brood voor de wereld’ worden. En dit brood bedoelt Jezus uiteindelijk. Brood bestaat niet alleen uit wat meel en wat gist, maar het staat ook voor woorden als: hartelijkheid, liefde, vriendschap, trouw, licht en vrede. Dat mogen we elkaar door blijven geven. Deze bemoedigingen heeft elk mens dagelijks broodnodig! Delen in elkaars geluk, maar ook in elkaars pijn en verdriet. Dan kunnen pijn en zorg omslaan in verrijking. Wat is het dan een zegen als je mensen ontmoet die tegen je zeggen: ik ben blij dat je er bent, en ik weet iets goed van jou. Die woorden hebben we broodnodig, elke dag opnieuw. En we worden er betere mensen van!

Samen aan tafel over onze eigen grenzen heen. Bij deze gewoonte sluit Jezus zich aam in zijn Liefdesmaal op Witte Donderdag. Hij geeft zichzelf als gebroken brood en een bekeer uitgegoten wijn. En Eucharistievieren is doen wat Jezus deed. Wij moeten brood voor de wereld worden. Dan zal het ons weinig interesseren waar ons brood eigenlijk blijft, want iedereen heeft dan recht om zijn of haar stuk van dat brood af te breken En daarmee breken we ook een stuk af van ons menselijk egoïsme van íeder voor zich en God voor ons allen’. Een vriendelijk woord, een kus op je wang, een hand om je schouder hoeven we dan niet voor onszelf te houden. Die mogen we doorgeven aan elkaar in de vredeswens. Vooral aan hen die dat broodnodig hebben. Hen laten voelen: wat er ook gebeurd is met jou, ik weet iets goeds van jou. Wat ben ik blij dat ik jou ken en dat jij er bent. Alleen zo kunnen wij voor elkaar ‘brood uit de hemel’ worden.

Mogen wij deze eeuwenoude kern van de Eucharistie ook aan de nieuwe generaties, aan onze kinderen, blijven doorgeven, ook na de Eerste Communie van vandaag. Door samen te komen en ons geloof met elkaar te blijven delen. Niet alleen in mooie woorden, maar vooral in concrete daden. U ben altijd van harte welkom. Want we hebben elkaar in deze tijden van krimp hard nodig: om elkaars geloof te bevragen en te bevestigen, maar vooral ons geloof met elkaar te delen. In de woorden Eerste Communie zit het woord communiteit, het woord samen-leven. Geloven kunnen we niet in ons eentje, geloven dat doe je samen.

Van harte mag ik u feliciteren met de Eerste Communie van uw zoon of dochter. Vanaf nu mogen ook zij delen in het Brood dat we met elkaar breken tot Zijn Gedachtenis. De kinderen komen nu terug van de Kinderwoorddienst. Zij zullen de geloofsbelijdenis uitspreken en de voorbeden, die zij zelf hebben geschreven, bidden. En daarna ontvangen zij hun Eerste Heilige Communie.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus