Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

OPSTAAN BIJ HET LEVEN

verrijzenis

Elk jaar opnieuw luisteren wij in de Paasnacht naar oude verhalen, die de Schriften ons vertellen over een God die mensen redt uit de dood. In deze paaswake staan vannacht, naast het water, het licht en de verrijzenis centraal. Water voor een wereld die steeds meer aan het verwoestijnen is en omkomt van de dorst. Licht dat alle duisternis verdrijft en een eind maakt aan al die oorlogen en alle hongersnood. En Verrijzenis dat een einde maakt aan alle dood, alle ellende, alle ondergang.

Donkere wolken hangen rond onze oude aarde. Mensen in zak en as. In duisternis zitten wij. Dagelijks bereiken ons berichten, hoe ons leefmilieu wordt aangetast. De ene gifgolf is nog niet door de Rijn gestroomd of de volgende komt er al weer aan. Wat een schitterend natuurgebied lijkt, blijkt grondig bedorven door zure regen en schadelijke afvalstoffen. De natuur is aan het sterven onder onze ogen.

Donkere wolken hangen rond onze oude aarde. De dood haalt nog elke dag honderdduizend mensen onderuit. De dood maakt dagelijks slachtoffers, ver weg en dichtbij. Hongerige kinderogen kijken ons aan. Oorlogen eisen dagelijks hun tol. Elke dag hebben veel mensen in ons midden weer verdriet om geliefden die hen door de dood zijn ontnomen. Het feest van de verrijzenis, dat wij met Pasen vieren, lijkt in felle tegenspraak met wat wij dagelijks aan dood en ellende ervaren.

Donkere wolken hangen rond onze oude aarde. Een moederbom van negen meter lang en tien ton zwaar vliegt boven onze hoofden op zoek naar een alles te vernietigen doel. In duisternis zitten wij. Is er wérkelijk sprake van 'n streepje licht? In de Paasnacht wordt ons verteld, hoe God zijn volk bevrijd heeft uit de slavernij van Egypte. De machtige farao deed zijn uiterste best het volk der Hebreeën naar de ondergang te voeren. In uiterste nood bleek Gods redding nabij. In de verhalen die wij hebben gehoord is de dood volop aanwezig. Er lijkt geen ontkomen aan. Toch maakt geen doodse woestijn, geen ballingschap, geen Holocaust een einde aan het verhaal van het Volk van God, al zijn de wonden in de loop der eeuwen groot en nauwelijks te helen.

We vieren vannacht de opstanding van Jezus. En dat woord ‘opstanding’ betekent terugkomen uit het gebied van twist en tweedracht, dood en ondergang. Een opstanding die wij alk tijdens ons leven kunnen leren, want elke morgen sta je toch op. Heel je leven is een grote beweging van steeds maar weer gaan liggen en steeds maar weer opstaan. Plat en omhoog, ziek en weer beter, het leven is vallen en opstaan. Totdat je net als alle mensen voor de allerlaatste keer gaat liggen. Soms gaat dat opeens, heel onverwacht. Vaak gaat dat langzaam, als je oud bent. Dan lig je neer om niet meer op te staan. Nooit meer? Sommigen zeggen van wel. Zij zeggen dat je dan toch ligt te wachten op een stem die roept: ‘Opstaan jij’. Een vriendelijke, vreemde stem, die je alleen maar hoort als je zo ligt. Ze zeggen dat je dan weer op gaat staan en dingen ziet die je nooit zag. Dan ben je waar je eerder nooit bent geweest.

Toen ik in deze lijdensweek in een van on ze zorgcentra zat, vroeg ik aan een mevrouw (92 jaar) ‘zou u graag honderd willen worden?’, ’Nee’, zei ze. ‘Dat hoeft van mij niet. Elk kind wil toch bij zijn vader en moeder zijn. Ik wil naar m'n ouders en naar m’n zus Mies. Wat zal het daar gezellig zijn!’ Voor ons zijn deze oude, broze mensen een levende band tussen tijd en eeuwigheid, tussen heden en toekomst, tussen God en mens.
Oudere mensen kunnen ons vermoeden versterken dat voor God de mens geen wegwerpartikel is.

Bij de verrijzenis van Jezus worden drie bijzonderheden vermeld. Bijzonderheden die de wenkbrauwen doen fronsen: de zware steen is weggerold, het graf is leeg en de lijkwade is netjes opgevouwen. Het lege graf, de steen weggerold, de kleren opgevouwen. Dat ziet Maria Magdalena, dat zien de leerlingen. Maar ‘Zien en zien is twee’. De leerlingen gaan op onderzoek uit. Ze gaan zelfs het graf binnen. Ze staan met z'n allen in de grote leegte.

Tweeduizend jaar geleden is er een mens geweest, die terugkwam over de brug die de dood weer met het leven verbindt. En dat kon Hij want in zijn doodse slaap hij wist van wie die stem was. Die had hij heel zijn leven al gehoord. Het was een stem die zei dat de mensen geboren zijn voor vrede en liefde, en niet voor oorlog, haat en narigheid. Hij vertelde van wat hij gehoord had, maar zijn stem werd gesmoord. Hij kon maar beter zijn mond houden vinden de gevestigde machten. Maar dat deed hij niet. Tenslotte hebben ze hem ter dood veroordeeld en zijn vrienden legden hem neer, voorgoed, in het graf van Jozef van Arimathea. Toen hoorde als eerste een stem die zei: ‘Opstaan!’. Hij stond op, ging naar zijn vrienden, en zij herkenden hem, toen en later, en weer later, steeds opnieuw, en nu nog. "Hij is opgestaan", zeggen ze, "écht opgestaan’. En waarom wij dan niet? Waarom leren wij ons opstaan aan elkaar al niet bij het leven? Door in opstand te komen tegen alles wat indruist tegen leven-dragende woorden als: barmhartigheid, liefde, vergeving, dienstbaarheid, vrede en gerechtigheid? Leren opstaan bij het leven.

Dat is de bevrijdende boodschap van de paasnacht. De donkere wolken die rond de aarde en die rond ons leven hangen drijven voorgoed weg. Vannacht mag er een begin van hoop zijn, dat alles toch uiteindelijk vrucht zal dragen. Ook de stervende graankorrel zal daarvan weten mee te praten. De hoop die groeit waar mensen gelouterd zijn, de pijn voorbij, de tranen gedroogd, de moed hervonden. De hoop groeit waar mensen het aandurven, zoals vannacht, om elkaar oude verhalen te vertellen - ter bemoediging. Weet je nog dat Jezus alles nieuw zou maken? Weet je nog dat Hij zei dat het met jou zal gaan als met die Jezus van Nazareth?

Het verrijzenisverhaal gaat dezer dagen over Jezus, maar niet minder over ons. Dat is aangetoond door Hem die zei: hebt elkander lief zoals Ik u heb liefgehad. Mens, je bent een onvervangbaar wezen, je kunt het winnen van de dood. Samenkomen in dit uur rond de verrijzenis van Jezus, is te horen krijgen: ach, het gaat niet eens zozeer om Mij. Het gaat er om dat alle gerechtigheid wordt volbracht: meer levenskansen voor al diegenen die net als Ik aan de rand van het leven terecht zijn gekomen. Zo wordt de dood een springplank naar het nieuwe leven. Het leven is vallen en opstaan, steeds maar gaan liggen en weer opstaan. Totdat je, net als alle mensen, voor de laatste keer gaat liggen. Vannacht hebben wij opnieuw te horen gekregen, dat we nu al mogen opstaan bij het leven, leren opstaan aan elkaar, op weg naar een wereld zoals God die bedoeld moet hebben aan het begin van de wereld. Ik wens u allemaal een ‘zalig Pasen’.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus