Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

HET GEHEIM VAN DE KONING

Palmpasen

Jeruzalem, een stad niet groter dan Amstelveen of Purmerend. Daar is het gebeurd wat wij deze week opnieuw gedenken. Jeruzalem, stad van stegen, huizen armzalig, vrouwen met kruiken, ezels zwaarbeladen. Midden in de stad de tempel: ik zal u zeggen... Nee, hij zelf heeft daar gesproken van adderengebroed en graven witgepleisterd. Het broeit daar in Jeruzalem waar iedereen toch heen wil als het Pasen wordt.

Het Paasfeest was op handen, het feest van de ‘ongedesemde broden’. De opperpriesters en Schriftgeleerden broedden op een plan om Jezus in de val te lokken. Ze wilden zijn dood. Maar niet op het Paasfeest, want het volk zou erdoor in opstand kunnen komen. Zo begint het lijdensverhaal. De evangelist Matteüs bericht hoe een vette kring van haat zich sluit rond Jezus van Nazareth, als Hij in Jeruzalem is aangekomen. Jezus werd veroordeeld. Hij werd gekruisigd. Het zat er allemaal dik in, van tevoren al. Hij moest verdwijnen, weg van het wereldtoneel. Ooit gehoord van een eerlijk proces contra Jezus van Nazareth? Nou dan? Hij moest eraan. Kajafas, Pilatus, al die anderen: speelballen zijn het, niet meer...

Jezus komt Jeruzalem binnen op de rug van een ezel. En daarmee wordt de profetie van de oude Zacharia vervuld: ‘De Koning zal vanaf de Olijfberg de stad Jeruzalem binnentrekken, gezeten op de rug van een ezel (9:9). Dezelfde ezel die al klaar staat in het boek Genesis 49:11 ‘Hij zal de ezel aan de wijnstok binden en het ezelsjong aan de wingerd’ Gek eigenlijk: in het boek van de Schepping staan de ezels al klaar die Jezus de stad Jeruzalem zullen binnenvoeren. Het volk applaudisseert. Ze hebben behoefte aan een sterke koning die het land zal bevrijden van de gehate Romeinen.

In de bezettingstijd wil een mens wel met palmtakken zwaaien en "Hosanna" roepen. Maar na de bevrijding herneemt het leven zijn gewone gang. Waar blijft de Bevrijder, de Koning? Dezelfde mensen keren de komende week terug. De palmtakken in hun handen zijn vervangen door stenen, en ze gooien Hem van alles naar het hoofd. Jezus van Nazareth, Messias, Gezalfde. Hij werd gekruisigd. Nog elke dag worden er mensen gekruisigd. Elke dag gaan er mensen voor de bijl. Elke dag gaan mensen lichamelijk of geestelijk ten gronde. Ze gaan kapot door wat mensen hen aan doen. Elke dag worden er mensen gekruisigd, net als die mens van Nazareth. Ze moesten Hem niet. Weg met die druktemaker, weg met die man die zo hard en consequent is als het op beginselen aankomt. Weg met die vent die niet meespeelt, onomkoopbaar blijkt, steekpenningen weigert. Die man waarmee niet te sjoemelen valt. Het vonnis valt, zoals het dagelijks valt. Dat wil zeggen: precies zoals het gepland is. Verder geen geleuter, geen hoger beroep. Wie zich niet conformeert aan de wetten van deze wereld, moet maar verdwijnen. Pilatus vindt geen schuld in Hem. Maar het volk eist zijn bloed en opnieuw vertrapt de democratie het recht. Geen schuld, maar de landvoogd moet kiezen, besluiten, oordelen. Veroordelen, zegt het volk. Breng mij maar water, ik was mijn handen in onschuld. Als er schuld is, drukt die op jullie en niet op mij. Het bloed zal vloeien over ons en onze kinderen…

Wij staan aan het begin van de Goede Week, de stille week, de lijdensweek. Jezus zal ervaren hoe diep een mens kan vallen. Op Palmzondag halen we Hem in met Hosanna-geroep: vijf dagen later sterft Hij aan een onmogelijk kruis. Op Palmzondag is de menigte uitgelaten, zwaait uitbundig met palmtakken en werpen hun mantels op de weg.

Het heeft iets ludieks: de Koning op een ezel lijkt op een schertsfiguur. Zo liepen jaren geleden de kabouters met een pony door Amsterdam, met daarop Jozef een Maria die op weg waren naar de nieuwe vrijstaat. Ze kregen een lange sliert kinderen achter zich aan. Zo is het ook met de straatjeugd van Jeruzalem: als de volwassenen teleurgesteld af-druipen, blijven de kinderen nog Hosanna roepen en optochtje spelen. Optochten, daar houden we van. We zetten er zelfs hele straten voor af. Maar we vergeten dat het bij Jezus niet gaat om een optocht, maar op een nieuwe Uittocht. Jezus gaat niet alleen voorbij, Hij gaat eraan! De stemmen die straks ‘kruisig Hem’ zullen roepen, zijn dan nog hees van het Hosanna-geroep. Jezus gaat de stad binnen om er enkele dagen later weer uitgegooid te worden. Het ezeltje van Palmzondag is over enkele dagen alleen nog maar een grauwe vlek in het donker, mistroostig als een verwelkte bloemenwagen na een verregende bloemencorso.

Er is veel lijden in de wereld, ook in ons eigen leven. Er is lijden dat verweven ligt in de structuur van de schepping. Lijden dat ons van buitenaf overvalt: wreed, hard, genadeloos, onvoorspelbaar. Er is ook een ander soort lijden: lijden dat wij mensen elkaar aandoen. Het is het lijden van het ergste soort, want het kan voorkomen worden. Zwartkijkers zeggen dat het niet goed gaat met onze wereld. Dat riep Jezus ook. Maar hij zei dat niet vanuit zijn luie stoel. Jezus waarschuwde ons op weg naar Golgotha. Dat is wat anders dan glurend vanachter onze gordijntjes.

Jezus kijkt uit over Jeruzalem. Hij is nu onderweg, hoewel Hij weet wat Hem daar te wachten stond. De tranen sprongen Hem in de ogen. Hij heeft echt verdriet en is door medelijden bewogen om het lot van Jeruzalem. Daarom kiest Jezus niet alleen voor zijn glorieuze intocht, maar kiest Hij ook voor een pijnlijke uittocht. De komende week zullen we met zijn lijdensweg meetrekken. Écht pasen zal het nooit worden, als we niet dwars met Hem door de puinhopen van Goede Vrijdag heen willen trekken. Ik wens u een ‘goede en heilige week toe.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus