Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

ALLES EN IEDEREEN HEEFT EEN NAAM

namen

Eergisteren zijn we begonnen met de voorbereiding van de Eerste Communicanten. De kinderen en wij hebben kennis met elkaar gemaakt. De meesten kenden elkaar al van de basisschool. En ik weet nu hoe ze heten. Ze heten: Maria, Carmen, Matthijs, Carolina, Noah, Floortje. Dirk, Pelle en Xavier. Negen schattige kinderen. Ze vertelden allemaal iets over zichzelf. Wat hun naam was, of ze broers en zusjes hadden, of ze hobby’s hadden. U hebt dat aan het begin van deze viering allemaal kunnen horen. We hebben daarna een uur lang gepraat over hoe belangrijk namen zijn. Namen wijzen je de weg door het leven. Zonder namen ben je nergens. Dan weet je niet waar je moet zijn en hoe je daar heen moet. Dan kun je je hond niet meer roepen, en ook niet je kat. Je kunt elkaar niet meer roepen. Wat zou het een warboel zijn. Maar gelukkig heeft alles en iedereen een naam.

Nou krijg ik elk jaar heel wat geboortekaartjes in de bus. Sommige zijn heel origineel - eigen ontwerp. Andere zijn geplukt uit de demonstratie-catalogus van de drukkerij. Compleet met tekst en al: je hoeft alleen nog maar de naam van het kind en de geboortedatum in te vullen. Meestal begint de tekst met: ‘met dankbaarheid geven wij kennis van de geboorte, etc.’ Soms vraag ik bij een doopbezoek ‘wat bedoelen jullie daar nu mee? Wie zijn jullie dankbaar? De gynaecoloog of de verloskundige, of willen jullie iets meer zeggen?’

Met dankbaarheid geven wij kennis: onbewust en vaak onbedoeld delen de ouders iedereen meegedeeld dat ze dank verschuldigd zijn aan Hem die de 'oorsprong van alle leven' wordt genoemd. Bij nader inzien, niet eens zo'n gekke tekst! Niets kan zomaar vanzelf ontstaan, zomaar uit het niets. En bovendien, als het kind helemaal gezond is, dan mag je wel op je blote knieën God bedanken. Niets is minder vanzelfsprekend.

Mensen die geloven, voelen zich niet de 'makers van het leven'. Kinderen máák je niet, kinderen krijg je, worden je letterlijk van Godswege in de schoot geworpen. Natuurlijk weten we waar we als mensen vandaan komen. Ieder jaar ontdekken we meer over de processen van bevruchting een erfelijkheid. Maar wat we ook te weten komen, altijd is het ontstaan van een nieuw wezen, een nieuw denkend en beminnend centrum, een gebeurtenis die boven ouders en alle wetenschappers uitgaat. Want geen mens is te herleiden tot een aantal cellen die je onder de microscoop kunt leggen. Elke geboorte is een groot wonder op zichzelf, de geboorte van een mensenkind dat eerst niet eens bestond.

Nieuw leven voortbrengen is een klinkklaar wonder, ook al gebeurt dat honderd­duizenden keren per dag. Stel je voor: vlees van jouw vlees, gebeente van jouw gebeente! Niet voor niets hebben mensen van alle tijden de naam van God gestameld bij dit gebeuren. In de naam van God proberen wij de diepste laag van ons leven te vangen. Het leven mag gevierd worden! Grootouders, vrienden, buren en bekenden: kijk eens wie er in de wieg ligt! Ergens komt een kind vandaan, ver van buiten, zonder naam. Je voelt gewoon dat de geboorte van een mensenkind het op kan nemen tegen de dreigende krachten van het leven. Al moet ik eraan toevoegen dat er ook andere ervaringen zijn. Maar de meeste mensen willen de geboorte vieren. Sommigen zelfs in Gods Naam!

Je moet tegenwoordig wel erg sterk in je schoenen staan als je in het leven God erbij wilt halen. Wat vroeger vanzelfsprekend was, wordt nu van alle kanten bevraagd. Als je besluit om je kind te laten dopen, als je in de kerk wilt trouwen, dan moet je je soms bijna verdedigen in je vriendenkring en op je werk. Misschien heeft het iets te maken met je eigen kwetsbaarheid durven toegeven. Uitzeggen dat je als mens afhankelijk bent van wat voor jou uit de lucht komt vallen. 'Uit de hemel vallen' zou ik eigenlijk willen zeggen. Mazzel zegt de een, genade zegt de ander. Laat God er maar buiten, zegt een derde. Ik ben verzekerd van de wieg tot het graf, zegt een vierde. Wij zijn natuurlijk allemaal gevoelig voor de tijdsgeest. We zijn gevoeliger voor computervirussen dan voor een virus die onze gelovige kijk op het leven aantast. We blijven een beetje staan in het grensgebied van geloof en ongeloof. Wie durft er nog met God aan te komen als weldenkend mens? Dan tellen cijfers, tabellen en feiten.

Een volgeling van Jezus heeft niet genoeg aan lippenstift, neonreclame en mobiele telefoons. In deze wereld, waarin duizenden reclamelichten flikkeren, moeten wij licht zijn. Maar wie durft in het openbaar zijn geloof in de Verrezen Heer uit te dragen? Er is sprake van een geruisloze afval, stille onverschilligheid, langzaam groeiend ongeloof. Voor velen is het kerkgebouw de korenmaat geworden waaronder mensen bij elkaar op een zondagmorgen kunnen schuilen, samen hun licht verbergen.

Soms hoor je mensen zeggen: ‘Geloven doe je in de kerk’. Maar ik denk dat geloven midden in het leven staat. Jammer dat ik in veel woonkamers aan de muur geen kruis meer zie hangen. Natuurlijk hangt ons geloof niet af van al die uiterlijkheden. Maar toch hebben we het nodig dat ons geloof tastbaar en zichtbaar wordt: iedereen mag weten dat ik geloof in de blijde Boodschap van Jezus. Iedereen mag weten dat ik dankbaar ben dat ik dat geloof van mijn ouders heb meegekregen. En in dat geloof gaat het niet om cijfers, tabellen en feiten. Misschien dat u vanmorgen, - kijkend naar uw eigen leven - wel een knipoog naar boven wil geven en denkt: als ik mijn leven zo overzie, mag ik eigenlijk wel in mijn handen knijpen...!

Op onze eerste bijeenkomst met de kinderen hebben ze ook een kruisteken leren maken. Dat is niet zo gemakkelijk, want waar zit rechts en waar zit links? Enkele jaren geleden maakte een eerstecommunicante ook een kruisteken. Blijde boodschap Van het voorhoofd naar de borst en toen zat ze vast, en huilend zei ze: pastoor, waar is de Zoon nou gebleven? En daarmee verwoordde ze, zonder dat te weten, het levensgevoel van veel mensen die zich afvragen: waar is de Zoon nou in onze moderne tijd gebleven? We zitten nog volop in de vastentijd, maar over enkele weken, met Pasen, zullen we een Blijde Boodschap horen. Jezus leerlingen verkondigen dan: ben je Jezus kwijt, dan weet je dat Hij uit de doden is opgestaan en teruggekeerd is in de handen van de Levende God, en als een goede herder waakt Hij over ons.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus