Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

OOG OM OOG

boxhandschoen

Het is altijd een ontroerend moment, als na een stevig partijtje voetbal de aanvoerder van het verliezende elftal de overwinnaar van harte gelukwenst met de behaalde overwinning. Daar zit altijd iets moois in: als de verliezer de winnaar de hand schudt. Meer mag je van een verliezer niet verwachten! Dat zou heel vreemd zijn, als het elftal, dat de wedstrijd verloren heeft, luidkeels zou juichen, omdat de anderen hebben gewonnen!

Na 't tennissen geven de verliezer en de winnaar elkaar over het net een hand. Het valt me op dat ze elkaar dan vrijwel nooit aankijken. Het is een routinegebaar. En we bgrijpen dat ook. Want méér mag je van een verliezer niet verwachten! Dat zou heel vreemd zijn, als de verliezer luidkeels zou juichen, omdat de ander heeft gewonnen! 't Is al heel wat als er 'n slap handje gegeven wordt eer de verliezer afdruipt. Niemand is blij, als hij verliest. Als de ander wint, zijn we teleurgesteld. We kunnen wel iemand sportief de hand schudden, maar we zullen er zuinig bij lachen. In de bijbel staat de wereld op zijn kop. Daar hebben de verliezers het voor het zeggen. Daar zijn de laatsten eersten en ligt de onderste steen boven.

Vanmorgen zitten we nog midden in de Bergrede. In de Bergrede geeft Matteüs een beknopte samenvatting van Jezus inzichten. Er loopt een draad door die samenvatting. Het is een lijn die alles en iedereen bij elkaar houdt. Het is dezelfde logica die te bespeuren is in verhalen als die van de herder die het verloren schaap achternaloopt om de kudde bij elkaar te houden. Het verhaal van die vader die moederlijk iedere avond de weg op gaat om te zien of zijn op stap gegane zoon nog niet terugkomt. Het is het verhaal van de goede Samaritaan die de beroofde en beurs geslagen joodse koopman op zijn ezel zet op weg naar een warm maal en een comfortabel bed in een herberg. In al die verhalen worden mensen en God, mensen en mensen, de mens en zijn wereld bij elkaar gehouden en weer opnieuw bij elkaar gebracht.

Jezus neemt afstand van het gezegde ‘oog om oog, tand om tand’. En terecht vinden de meesten van ons. Maar waarom gedragen we ons er niet na? Wij hanteren die regel nog. Niet zo bloedig en veel verfijnder. Oog om oog en tand om tand: Hij heeft mij niet bezocht toen ik in 't ziekenhuis lag, dus ga ik ook niet bij hem op bezoek, nu hij ziek is! Hij heeft mij niets gegeven, toen ik jarig was, dus krijgt hij van mij ook niets! Hij heeft voor mij toen geen partij getrokken, dus nu doe ik dat ook niet voor hem! Zijn cadeautje kostte een tientje, dus zíjn cadeau kost mij ook een tientje! Is jouw fiets gestolen? Dan pak je er toch gewoon een terug! Ben jij vernederd? Dan zoek je toch de eerste de beste gelegenheid om de ander voor schut te zetten! Oog om oog, tand om tand!

Jezus vraagt ons vanmorgen om de minsten te durven zijn. Geen gemakkelijke opgave. ’Als iemand u slaat op de rechterwang, keer dan ook uw andere wang toe.’ Dat is andere taal, dan met gelijke munt terugbetalen. Bovendien kun je iemand alleen op de rechterwang slaan, als je dat met de rug van je hand doet. Een teken van diepe verachting. De voorbeelden die Jezus gebruikt zijn niet zonder humor. Iemand wil met je procederen en vraagt je het hemd van je lijf. En jij zegt: ‘Je vraagt mij het hemd van het lijf? Hier heb je ook nog m'n stropdas!’ Iemand denkt de baas over je te kunnen zijn en zegt: 'Ik wil dat je een mijl met me meeloopt’, en jij zegt ontwapenend: ‘Prima, man, ik loop niet één, maar twee mijl met je mee!’. Wat gebeurt er dan? De ander staat versteld, ontspant zich, is verbijsterd of barst in lachen uit. Zo doorbreken we de escalatie. Er ontstaat iets nieuws. Zo is er ook iets nieuws ontstaan, toen Jezus een voorschoot voordeed en z'n leerlingen de voeten waste.

Hoe ver moet je dan in het leven gaan? Al te goed is buurmans gek! Hoever moet je gaan? Jezus zegt: zo ver mogelijk! Zelfs je vijanden liefhebben. Dat is het topje van de ijsberg: de naasten, dat zijn diegenen die je lief zijn: je vrouw, je man, je kinderen, je vrienden. Maar je vijanden liefhebben? Wie ben ik? Wie zijn zij? Wat is liefhebben? Jezus zegt: neem initiatieven tot vrede en verzoening, doorbreek barrières, bouw bruggen in plaats van muren om je heen. Ontdooi bevroren verhoudingen, doorbreek je grenzen, spreek je vijanden zo aan, dat ze weer medemensen worden.

Jezus leert ons royaal om te gaan met de wet. Niet het minimum, maar het maximum. Als christen behoor je niet precies te weten wat je rechten en je plichten zijn. Het is niet het fatsoen van mensen die gebaande wegen gaan, veilige paden bewandelen, en daar nog heel tevreden mee zijn ook! 't Is niet de dwang van je aan de regels moeten houden. Het is niet gebukt gaan onder dít mag wel en dát mag niet, dít moet zus en dát moet zo. Het is niet krampachtig of angstvallig je best doen, want dan komt Gods Koninkrijk er niet.

Het is leven vanuit een royale gerechtigheid. Jezus zegt:

Jezus vraagt ons de gerechtigheid niet met mondjesmaat te beleven. Royale gerechtigheid is verder gaan dan je wílt, dan je kúnt, dan je móet. Het is grenzen overschrijden. Het is iets nieuws durven beginnen door de minste durven zijn. Wij zeggen: als je zo leeft, dat kan niet: dat is te gek. Dat hoef je niet te doen. Zo ver hoef je niet te gaan. Jezus zegt: Probeer 't maar, ga zo ver mogelijk. Volgelingen van Jezus werken niet mee aan de spiraal van het geweld en vergelden geen kwaad met kwaad. Overal in de wereld tref je bikkelharde tegenstellingen aan. Mensen voelen zich tekortgedaan en nemen het recht in eigen hand. Geweld tegen geweld. In de Bergrede klinkt een ander geluid: doorbreek die cirkel van het kwaad, want anders kom je niet verder. Wees ontwapenend in je optreden

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus