Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

BLIJF STANDVASTIG

Maleachi

Parochianen, het zijn geen prettige lezingen vandaag. De profeet Maleachi profeteert in de eerste lezing: ‘Zie, de dag gaat komen, de dag die als een oven brandt’. En Lucas voegt daar vanavond aan toe: ‘Geen steen zal op de andere blijven liggen. Volkeren zullen elkaar bestrijden, Koninkrijk tegenover Koninkrijk. Er zullen hevige aardbevingen zijn en besmettelijke ziektes, Schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen’.

‘En wanneer u hoort over oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Je zult een voorwerp van haat zijn omwille van mijn Naam’ Nee, het zijn geen prettige lezingen zo aan het einde van het kerkelijk jaar. Maar eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. De tekst had in onze dagen geschreven kunnen worden. Er zijn ook in onze dagen mensen die voorspellen dat ’t einde van de wereld in aantocht is. Sommigen horen God al met zijn sleutels rammelen. God die op het punt staat bij ons binnen te vallen: ‘Opschieten, dames en heren, het is de hoogste tijd, sluitingstijd.’

Het gevaar is groot dat wij tegen de beide lezingen aankijken als tegen een filmdoek, als een gebeurtenis die zich buiten ons om voltrekt. De film gaat dan niet over jou, maar over je buurman. De lezingen vertellen over mensen die op een veilige afstand afwachten wat er te gebeuren staat. Jezus wachtte in zijn leven niet zomaar af: Lucas vertelt: ‘Vastberaden ging Hij op weg naar Jeruzalem, hoewel Hij wist wat Hem daar te wachten stond!’ Jezus heeft aan den lijve ervaren wat Lucas zegt: ‘Ze zullen U overleveren aan de synagoge en gevangenzetten. Het zal voor U uitlopen op het geven van getuigenis’.

Toen Marcus zijn evangelie schreef was de tempel in Jeruzalem nog niet verwoest. Als Lucas zijn evangelie op schrift stelt, is de verwoesting van de tempel een feit. Geen steen is op de ander blijven liggen. De Romeinen beschouwden de tempel als het centrum van het Joodse verzet. We leven dan in het jaar 70 na Christus. Marcus verwacht dat met de tempel het einde van de wereld in zicht is.

Lucas verbindt het lot van de tempel met het lot van de wereld. Hij geeft het verhaal kosmische dimensies. Aardbevingen, hongersnood, pest en kanker, oorlogen en monsterachtige ontwikkelingen zullen de aarde treffen. De rechtvaardigen zullen worden gearresteerd en soms zelfs geëxecuteerd. Er zullen tekenen aan de hemel zijn. Hoopvolle tekenen tegen alle dreigingen in. ‘Want er is een zon van gerechtigheid”, profeteert de profeet Maleachi in de eerste lezing. Het zijn al die mensen die zich bijven inzetten voor een rechtvaardiger wereld.

Lucas is van huis uit een geneesheer, een dokter. En hij stelt een feilloze diagnose: de wereld is ongeneeslijk ziek, totdat hij mensen tegenkomt die iets aan die wereld doen. Mensen die niet alleen in een betere wereld geloven, maar er ook iets aan doen. Een nieuwe toekomst staat ons te wachten. Wat verwachten wij van de toekomst? Wij wachten al zo lang: op werk, op een diploma, op onze promotie, op de honderdduizend. Wij wachten op kinderen, op genezing, en tenslotte wachten we op het einde. Maar mogen wij niets méér verwachten? Of mogen wij alleen maar bidden dat alles goed komt met ons en de wereld? Durven wij nog woorden te zoeken voor onze diepste verlangens?

Profeten zijn geen pessimisten, maar ook geen mooipraters. Ze wijzen op wat verkeerd is met ons en de wereld, maar ze wijzen ons ook hoopvolle wegen. Er komt een tijd dat de Westerse koe en de Moslim berin vrede met elkaar zullen sluiten. De wereld zal worden gered en veilig zijn. Pessimisten hebben geen uitzicht, willen ook geen uitweg meer zien. Ze besterven het van schrik, omdat geen steen in de wereld op de andere zal blijven liggen. Lucas zegt ons: ‘door standvastig te zijn, kun je dit alles overwinnen’.

Het gaat er om dat we kiezen en getuigenis afleggen. Raak niet afgestompt, ga je niet te buiten aan uitspattingen en laat je niet meesleuren in dit leven. Durf te leven met verwachtingen en dromen: en werk daar aan! Dan zal God ons thuisbrengen - een eeuwenoude droom van Gods Volk onderweg: ‘Wij zullen zingen, lachen, gelukkig zijn. Dan zegt de wereld: hun God doet wonderen, ja Hij doet wonderen, God in ons midden, Hij onze vreugde’

Maar dromen komen nooit uit de lucht vallen. Je moet er mee aan de slag. Zoals de ondergang van de wereld ook niet ‘zomaar’ uit de lucht komt vallen. Zoals ook liefde en trouw niet "zomaar" uit de lucht komen vallen. De wereld is bang, zo bang, dat de engel zijn boodschap aan Maria begint met: ‘Vreest niet, Maria’.

Een film over de ondergang van de wereld zal dat nooit zeggen. Hoe meer je bibbert en griezelt, des te beter het is. Jezus is in onze eigen angsten gaan staan. Een film over de ‘ondergang van de wereld’ adverteert met: ‘Komt dat zien!’. De engel zegt: ‘Wees niet bang, Maria, want je droom komt uit’. Het komt uit de handen van de Allerhoogste. En wie dit begrijpt, is zelfs niet bang voor de ondergang van onze planeet, want hij weet dat alles in de handen van God ligt. Niet aan ons, maar aan Hem is de toekomst, ook daarme ook onze toekomst!

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus