Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

WAAR UW SCHAT LIGT, DAAR ZAL OOK UW HART ZIJN

Want WAAR UW SCHAT LIGT, DAAR ZAL OOK UW HART ZIJN

In het evangelie hoorden wij het spreekwoord: ‘Waar uw schat ligt, daar zal ook uw hart zijn’. De heilige Antonius van Padua hield eens een begrafenispreek bij een overleden vrek. In het vuur van zijn betoog zei hij: ‘kijk eens in de kist!’ Dorpelingen maakten de kist open en zagen daar de rijke vrek liggen. Maar op de plaats waar zijn hart moest liggen zat een enorm gat. ‘Waar is zijn hart gebleven?’ vroegen de omstanders. Antonius zei toen: ‘in het evangelie staat ‘waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’ - ga dus maar in zijn geldkist kijken!’

Waar of bij wie hebben wij ons hart liggen? ‘Er is nog een ander verhaaI dat dit duidelijk maakt. In een klein stadje woonde een ijverige bankbediende. Je zag hem altijd bezig, verdiept in zijn stukken. Soms verscheen hij op zijn werk niet eens bij de koffie. Dan had hij het te druk. Nooit nam hij een vrije dag, snipperde nooit, nam nooit een baaldag. Daar moest hij niets van hebben. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat werkte hij stug door, in de hoop spoedig hogerop te komen. En zelfs thuis zat hij nog met zijn gedachten bij zijn werk en zijn carrière. Hij zag zichzelf al aan de top!

Maar op 'n kwade dag is hij gestorven. Daarmee was zijn droom in duigen gevallen! En zoals iedereen riep God ook hem ter verantwoording. God begon te vragen hoe zijn leven geweest was. Enthousiast begon de man te vertellen over zijn grote idealen. Voor de bank had hij alles gedaan. Hij had er alles voor over gehad. Maar ja, de dood had zijn carrière danig in de war geschopt! ‘En toen?’, vroeg God. En weer begon de man, nog enthousiaster te vertellen, met nog meer details over zijn werk bij de bank. Hoe hij dag en nacht gezwoegd had, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Nooit had hij een snipperdag of een baaldag genomen had. Hij had gestudeerd, plannen uitgedacht en uitgewerkt, maar helaas, zijn dood had roet in het eten gegooid!

God begon nu écht nieuwsgierig te worden en vroeg: ‘en verder?’ De man was verbaasd en wilde 't hele verhaal voor de derde keer gaan vertellen. ‘Nee’, zei God, ‘dat bedoel ik niet. Vertel eens iets over de zon en de regen, de bloemen en bomen, de vogels in de lucht en de vissen in het water’. Maar de man moest God het antwoord schuldig blijven. ‘Maar mensen’, zei God, ‘heb je geen mensen gezien en gesproken?’ Maar de bankbediende wist alleen iets te vertellen over zijn vrouw, zijn kinderen en enkele collega's van de zaak. ‘Dan heb je ook niet geleefd!’, zei God. Hij stuurde de man teleurgesteld terug.

In de rijke vrek en in deze bankbediende herkennen we veel van onszelf. Vorig weekend hoorden we in het Evangelie hoe een man zijn schuren af liet breken en steeds grotere liet bouwen. Een appeltje voor de dorst. Voor later! Voor welk later? ‘Dwaas, nog deze nacht komt men je leven van je opeisen!’ Het Evangelie gaat vandaag verder: Houdt uw lendenen omgord en uw lampen brandend, want ge weet niet wanneer de Heer des huizes komt., het is altijd op een moment waarop je Hem niet verwacht! Bereid je als mens voor op die ontmoeting met God en stop je hoofd niet in het carrière-zand.

Waar ligt het échte geluk? Niet in geld, in bezit, in steeds meer hebben. Want daar kun je onder bedolven raken. Je kunt eronder verdwijnen, zodat je zelf nergens meer bent. Maar dan is ook de ánder weg, want je bent onbereikbaar geworden. Je kunt natuurlijk oogkleppen opzetten, met je ellebogen werken, dwars door alles en iedereen heen. Je hebt een fantastische baan, je bestijgt de ladder van het succes. Iedereen is platgewalst, weggedrukt en verdwenen. En daar sta je dan tussen de ruïnes van je leven! Waar leef je dan nog voor?

‘Houdt uw lendenen omgord en uw lampen brandend, want je weet niet wanneer de Heer komt!’ Wanneer komt Jezus terug? ‘Zonder geloof is het wachten op de Heer een duister gebeuren. De evangelist Lucas geeft ons vandaag die waarschuwing niet voor niets. Ook in zijn tijd werd het geloof behoorlijk op de proef gesteld. Christenen begonnen het door te krijgen dat dat waakzaam blijven een kwestie van lange hete adem dreigt te worden. Eigenlijk hadden ze de eindtijd, en daarmee de terugkeer van Jezus, al veel eerder verwacht. Het was de tijd van de eerste leerlingen. En Paulus loopt dan tegen hetzelfde probleem op. Ook hij heeft problemen met een groep mensen die Jezus al zo snel verwachtten dat ze stopten met werken. Ze onderhielden hun huizen niet meer. Want waarom zou je je dak nog repareren? Waarom zou je je moestuin nog bijhouden? Jezus kan toch elk moment op aarde terugkeren?

In de eerste getuigenissen horen we mensen die luid vanaf de daken verkondigen: ‘Zo meteen, als Jezus terug is… En dan komt de tegenvaller: hun dak lekt nog steeds en hun moestuin raakt overwoekerd. Dat Koninkrijk is er nog niet, en de kinderen moet wel wat te eten hebben. Dus met zijn allen maar weer de moestuin in, want waar blijft de Messias nou? Ze maakten een grote geloofscrisis door. Was de terugkomst van hun Heer en Meester dan niet meer dan een grove leugen?

Lucas wil hen een hart onder de roem steken en schrijft: ‘God is jullie niet vergeten. Wij wachten niet tevergeefs. God laat jullie niet in de steek’. En hij en Paulus herinneren hen dan aan de ‘Uittocht uit Egypte’. Dat hoorden we vandaag ook in de eerste lezing uit het boek van de Wijsheid (18:6-9). Ook toen klonk het: ‘Houdt uw lendenen omgord, want uw vrijheid is nabij’. Ook toen waren er mensen die zeiden: ‘nu gaat het écht gebeuren’, maar ook anderen die zeiden: ‘Het zal wel weer niets worden, laat het maar zitten en geef het maar op’. Lucas en Paulus praten ook in hun tijd over wat hen te wachten staat: De Heer zal komen, maar alleen God weet wanneer. Houdt daarom uw lamp branden en houd uw hart op de juiste plaats. Niet in uw geldkist, maar bij mensen die uw hart nodig hebben. ‘Wil je me ontmoeten’ zegt Jezus; ‘Kijk om je heen en al wat je gedaan hebt voor de geringsten van mijn broeders, dat heb je voor Mij gedaan’. Wacht je op de komst van de Heer? Kijk maar om je heen, en dan zie je dat Hij ook in onze tijd al aanwezig is onder de minsten der mijnen’

Onderlinge solidariteit en onze lamp brandend houden, met ons hart op de juiste plaats, dat is dé graadmeter van ons geloof. Het is een uitnodiging van God niet te horen bij een volk dat ten koste van anderen eigen zakken vult, maar om te behoren bij een volk dat voortgaat in het voetspoor van Jezus Messias, de Mensenzoon, die zelf geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus