Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

WIE IS MIJN NAASTE?

barmhartige Samaritaan

Op de weg van Jeruzalem naar Jericho ligt nog steeds een vervallen herberg. Pelgrims hebben allerlei vrome teksten in de oude stenen gekrast. En als je op die plek bent, word je herinnerd aan het evangelie van vanavond: een mens aan de kant van de weg, overvallen en uitgeschud door rovers. En het is niet de laatste mens die langs de weg in het struikgewas terecht is gekomen. Mensen, klemgereden, terechtgekomen in de berm van het leven. Mensen ook die de rand zelf hebben opgezocht, maar ook hen die door ons in de kant zijn gedrukt. Nog steeds vallen er mensen in handen van rovers. Mensen die het slachtoffer zijn van mensonwaardige systemen: hongerend Afrika en de talloze mensen in oorlogsgebieden weten ervan mee te praten!

Er viel 'n mens in handen van rovers. Wie is die iemand? Hoe is zijn naam? Waar is hij te vinden? Wie was hij? Een Jood? Een Turk? Een Marokkaan? Een Iraniër of Irakees? Misschien een Aidslijder? Niets wordt er over hem verteld. Als er slachtoffers zijn, gaan wij op zoek naar paspoorten en papieren. We willen weten of hij Jansen of Pietersen heet. Wat voor kleur ogen? Zijn lichaamslengte? Of hij bankdirecteur is, minister of metselaar. En we willen weten of hij onze hulp wel kan betalen! En of het wel een vriend van ons is! Maar in zijn paspoort staat alleen: ‘in handen van rovers gevallen’.

Wie is je naaste? Ten tijde van Jezus discussieerde men daar ook al over. Ze wilden het begrip ‘naaste’ in een definitie vangen. Wie zijn je naasten: alleen je dorpsgenoten, je landgenoten, je geloofsgenoten? Of horen daar ook de vreemdelingen bij? En hoort je zus erbij met wie je al jarenlang geen contact meer hebt? En je ex-vrouw? Jezus houdt zich buiten deze discussie, want Hij heeft geen behoefte aan een definitie. Als iemand Hem vraagt ‘wie is mijn naaste?’, dan zegt Jezus eigenlijk: ‘dat zul je wel merken als je zélf in de goot ligt, als je zelf in de berm van het leven bent gedrukt, als je zelf halfdood langs de weg ligt en je ziet een priester langs komen die doorloopt. Als het goed gaat, zijn je vrienden ontelbaar. Als je vastloopt in het leven, zijn ze makkelijk op één hand te tellen!

Als je zelf tussen de puinhopen zit, vallen alle discussies als een kaartenhuisje in elkaar. Dan weet je hoe waardeloos al dat getheoretiseer is. Want de mens, waar je geen goed woord van verwachtte, die mens die volgens jou voor geen eurocent deugde, zal zich over je heen buigen, als iedereen je voorbijloopt. Hulp komt vaak vanuit hoeken waar je geen hulp verwacht. Dan kom je tot de ontdekking dat mensen vaak veel beter zijn als je denkt!

Jezus geeft geen definitie van het begrip naaste. Hij vertelt 'n verhaal. Hij ontwijkt keer op keer de vragen die Hem gesteld worden. Hij neemt jouw verantwoordelijkheid niet over. Hij zet je op je eigen benen. Hij doet dat door verhalen te vertellen, voorbeelden te geven, dingen te doen, en door het spreken in paradoxen. Jezus is geen schrijver van encyclieken. Hij legt geen rubrieken en wetten vast. Er bestaat van zijn hand geen enkel decreet. De enige keer dat er van Hem gezegd wordt dat Hij iets schrijft, doet Hij dat los in het zand. De wind woei erover en niemand weet meer wat Hij geschreven heeft. Jezus wijst ons terug naar onszelf. Zelf moet je je verantwoordelijkheid op je schouders nemen. De wetgeleerde krijgt geen definitie van het begrip ‘naaste’. Hij krijgt het verhaal te horen van de Barmhartige Samaritaan. Als je zo'n verhaal hoort, kun je niet anders dan je eigen conclusies trekken. De vraag ‘wie is je naaste’ draait Jezus om! Zorg er maar voor dat jij zelf een naaste van anderen wordt!

In het leven zijn wij niet het middelpunt, als in een spin die midden in zijn web wacht op zijn prooi, Nee, de ander is het middelpunt! Jij moet in 't leven je naasten ontdekken. Wij worden geroepen door mensen, zonder onderscheid, die in het leven in de berm terecht zijn gekomen, door ons in de berm gedrukt! Voor de wetgeleerde moet de parabel van Jezus wel als 'n elektrische schok hebben gewerkt. Priester en Leviet deden hun plicht. Zij mogen geen bloed aanraken, want anders mogen ze in de tempel zeven dagen geen dienstdoen. Jezus begrijpt dat, maar geeft een nieuwe dimensie aan de vraag ‘wie is mijn naaste?’: maak je zelf maar tot naaste van de mens die in nood is.

In handen van rovers gevallen. Sekse, nationaliteit en huidskleur worden niet vermeld. En uit het verhaal zelf mogen we de conclusie trekken dat Jezus zelf de Barmhartige Samaritaan is. En dat wij in Zijn voetspoor mogen gaan. In onze tijd is de wereld een dorp geworden. Er zijn maar enkele minuten nodig om te weten welke rampen de wereld treffen. Niets doen is een ramp! Christen-zijn en Christen-worden is bezig zijn met de vraag: hoe word ik de naaste van de mensen om mij heen? Hoe kom ik iemand te hulp die vandaag nog van mij een antwoord verwacht?

Jezus nam in zijn tijd stelling tegen de wijze van regeren van wereldlijke en religieuze leiders. Beroemd is zijn woord: ‘Wat gij de minsten hebt gedaan, hebt gij aan mij gedaan’ (Matteüs 25). Deze tekst is de basis voor elke diaconie. Wij kunnen niet volstaan met mooie preken en prachtige vieringen, we zullen ook partij moeten kiezen. Op het Landelijk Pastoraal Overleg in 1988 is de volgende omschrijving van diaconie geformuleerd: ‘Allerlei manieren waarop groepen christenen zich solidariseren met mensen in nood en/of werken aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Daarin zijn drie aspecten te onderscheiden: profetisch spreken en verkondigen, ondersteuning bieden, gericht op structurele veranderingen, het ingaan op acute nood

Je inzetten voor de samenleving betekent dat ieder mens tot zijn recht mag komen en dat je je blijft verzetten tegen beleid dat onrechtvaardig is. Van écht samenleven is geen sprake zolang er mensen zijn die worden onderdrukt, hongerlijden, bedreigd worden door wapens en geweld of eenzaam en ziek zijn. Natuurlijk kunnen we niet alles veranderen, maar samen kunnen we heel wat. Geïnspireerd door ons geloof kunnen we omzien naar mensen om ons heen. Samen zijn we goede actievoerders en pleitbezorgers. Het is een lange taaie strijd, maar ons geloof geeft hoop, vertrouwen en moed om het vol te houden.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locaties: H.Augustinus