Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel
jaar van barmhartigheid

VREEMDELINGEN HERBERGEN

Paus Franciscus heeft het jaar 2016 uitgeroepen tot het ‘Jaar van Barmhartigheid’. Waarschijnlijk komt voor de meesten van u het woord Barmhartigheid wat stoffig en gedateerd overkomt. Wat betekent het woord Barmhartigheid eigenlijk? Misschien kan het Latijnse woord voor barmhartigheid, misericordia, ons verder helpen. Iemand met misericordia heeft een hart (cor) voor mensen in ellende (miseri): zondaars, armen, bedroefden, zieken en eenzame mensen. Als je barmhartig bent dan laat je je tot in je hart raken door de ellende waarin de ander verkeert.

Rachum

Het Hebreeuwse woord voor Barmhartigheid, Rachum, heeft niet zozeer met ons hart als wel met de ingewanden te maken. Iemand is barmhartig die zich tot in zijn buik laat raken door de nood van de ander. Eigenlijk gaat het Hebreeuwse woord Rachum zelf nog veel verder. Dan gaat het om: je laten raken door de nood van de ander tot in je baarmoeder. Dan gaat het over de verbondenheid tussen moeder en kind. In de profeet Jesaja 49:15 staat: ‘Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg?'

Dat betekent het Hebreeuwse woord Rachum: je door de ander laten raken tot in je baarmoeder. Dat wil zeggen: anderen die in de ellende zitten benaderen alsof het je eigen zoon of je eigen dochter is. Zoals ik het moeders vaak hoor zeggen: ‘wat er ook gebeurt met mijn kind, voor hem of haar staat de deur altijd open’. Maar wat voor je kind geldt, mag ook gelden voor hen die wereldwijd je liefde en aandacht nodig hebben.

In twee zinnen wordt zichtbaar dat de liefde van God voor zijn volk sterker is, onverbreekbaarder dan de liefde van een moeder voor haar kind. God heeft zijn volk lief met trouw en een sterkte die ervoor zorgen dat de liefde blijft, wat er ook gebeurt. Het gaat bij Rachum dus om de trouw en de liefde van God voor zijn volk.

In de Heilige Schrift horen wij vaak over de Barmhartigheid van God. Tot op de dag van vandaag is voor het joodse volk de Exodus, de uittocht uit de slavernij van Egypte en de intocht in het beloofde land, een centraal geloofsthema. God heeft de ellende van zijn volk in Egypte gezien en heeft zich over zijn volk ontfermd (Exodus 3). Elders in het boek van de Uittocht lezen wij: ‘De Heer is een barmhartige en medelijdend God, lankmoedig, groot in liefde en trouw’ (Exodus 34:6) Voor Israël is het de dragende barmhartigheid van de Heer, die het leven mogelijk maakt, en van ons slaven weer vrij mensen maakt.

Vanavond klinken acht liederen die ontstaan zijn bij de Afrikaanse slaven die hard moesten werken onder de hete Amerikaanse zon. Op 18 december 1865 werd in de Verenigde Staten de slavernij afgeschaft, na een bloedige burgeroorlog die aan een half miljoen mensen het leven kostte. Maar laten we de slavernijliederen, die spirituals en gospels, toch maar blijven zingen. Want ook in onze tijd is de slavernij nog lang niet ten einde. 60 miljoen mensen staan te wachten om de overtocht te maken naar een toekomst in het Beloofde Land.

Tienduizenden alleengaande kinderen zijn op hun tocht naar de vrijheid spoorloos verdwenen. De meesten zijn waarschijnlijk verdwenen in de wereldwijde prostitutie. En dan de jonge meisjes die lange dagen achter de naaimachine zitten om voor het rijke westen goedkope kleding te maken. En nog vele anderen, vaak jonge kinderen, die in feite een slavenbestaan leiden en afhankelijk zijn van hun Heer en Meester. Nee, laten we de gospelsongs maar blijven zingen. En u hoorde het: het oud-Engelse woord ‘god-spell’ betekent ‘verkondigen van het Goede Nieuws, een Blijde Boodschap, het Evangelie’. Want al die liederen verwijzen naar die nieuwe hemel en die nieuwe aarde. ‘Go down, Mozes - ook in onze tijd - en leidt alle slaven en al die mensen die leven in oorlogsgebieden naar dat Nieuwe Land, die nieuwe hemel, waar de gospels vooral over zingen.

Vanavond hebben we het over het woord ‘Barmhartigheid’. Laten we een kort ronde maken langs de zeven werken van Barmhartigheid die we vanavond in het evangelie van Matteüs zijn tegengekomen. Zeven werken met een wereldwijde betekenis.

  1. De hongerigen te eten geven

    We zitten met een grondige fout met de organisatie van onze mondiale voedselproductie en – distributie. Het systeem genereert gigantische voedseloverschotten aan de ene kant van onze planeet, en een toenemend aantal hongerigen aan de andere kant van de aarde.

  2. De dorstigen te drinken geven

    Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Samen met klimaatsverandering en terrorisme hoort de toenemende waterschaarste in de wereld tot de top drie van onze wereldproblemen.

  3. De naakten kleden

    De naakte kleden is breder dan kleren verschaffen zoals we dat proberen te doen met onze kledingcontainers. Het beteken ook dat je niemand in zijn hemd laat staan en dat elk mens behoefte heeft aan een warme mantel die om je heen wordt geslagen.

  4. De vreemdelingen herbergen

    De kerken staan in het publieke debat over integratie van vreemdelingen aan de zijlijn. Maar in de praktijk zijn kerken op allerlei manieren betrokken bij het herbergen van asielzoekers, vluchtelingen, mensen zonder legale papieren; het verlenen van bed- en broodopvang en aandacht in inloopcentra, asielzoekerscentra, grenshospitia en bij mensen thuis.

  5. De zieken bezoeken

    Mantelzorg is intussen een begrip. Nu mensen zo lang thuis moeten blijven wonen, neemt de thuiszorg en de eenzaamheid toe. En bejaardenzorgcentra zijn nu vrijwel verpleeghuizen geworden. Hebben wij nog oog voor een buurman die in de versukkeling is geraakt? Zieken bezoeken is een werk van Gods Barmhartigheid

  6. De gevangenen bezoeken

    De apostel Paulus wist wat het betekent om een paar jaar met zijn voeten in een ijzeren blok, gevangen te zitten. En wat hunker je dan naar bezoek, naar mensen die je komen bezoeken en laten merken dat jij de moeite waard bent. Gelukkig kwam de evangelist Lucas vaak bij hem langs. ‘Gevangenen bezoeken’ is makkelijk gezegd dan gedaan. Er zijn verschillende blokkades. Gelukkig dat veel kerken zich inzetten voor dit pastoraat. Want wat er ook gebeurt in je leven, hoe je ook de fout in kunt gaan: jij hoort erbij.

  7. De doden begraven

    Dit zevende werk van Barmhartigheid staat niet in het evangelie van vandaag. Het was paus Innocentius III die in het jaar 1217 het ‘doden begraven’ toevoegde aan de werken van Barmhartigheid. Het is ontleend aan de Bijbelboek Tobit 1:17, waar de zorg voor overledenen wordt benadrukt: ‘Als ik een lijk buiten de muren van Ninive zag liggen, dan begroef ik het’. In de door zware epidemieën geteisterde middeleeuwen had het gevaarlijke werk om de doden begraven een bijzondere waarde. Er was een enorme angst voor besmetting. In onze tijd zou je dat kunnen vergelijken met de mensen die stierven aan de gevreesde Ebolaziekte. En toch waren er mensen die hen hebben begraven (met kans op een dodelijke besmetting)

Zeven werken van Barmhartigheid. Werken die uitgevoerd mogen worden met een ons hart op de juiste plaats, met ons hart op onze baarmoeder, Zeven werken waarop we bij het eindoordeel geoordeeld zullen worden. ‘Want alles wat je gedaan hebt voor de minsten der mijnen heb je voor Mij gedaan!’

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus