Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

STOORZENDERS

stoorzenders

Er hangen elke dag talloze woorden en beelden in de lucht. Beelden van grote en kleine gebeurtenissen vliegen door de wereld op zoek naar computers, televisieapparaten en zaktelefoons. Die apparaten moeten dan wel aanstaan, want anders blijven de beelden en woorden in de lucht hangen. De lucht zit vol. En niet alleen met onweer, beelden en geluid. De lucht is ook bezwangerd van liefde en geloof. Maar die beelden kun je niet opvangen door ergens een knop om te draaien. Je moet je zélf omdraaien, je antenne goed gericht houden, zélf aanstaan, openstaan voor de beelden die God ons dagelijks doorgeeft. Openstaan voor woorden van Jezus die al zo'n tweeduizend jaar rond deze wereld hangen: ‘hebt elkaar lief, zoals ik U heb liefgehad’.

‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden en mijn Vader zal hem liefhebben’. Jezus heeft het vaak over de Liefde, Vrede en Geluk. En zijn boodschap is na tweeduizend jaar nog op vele golflengtes waar te nemen. Zijn woord klinkt nog elke dag in Eucharistievieringen en in de Verkondiging. Maar Hij is ook herkenbaar in de gewone dingen van elke dag. Maar God is ook terug te vinden in de gewone dingen van het leven Je kunt Gods beeld opvangen in de wonderen van de natuur, in die schitterende natuurfilms, maar ook in een vriendelijk woord en een menselijk gebaar. Zelf kun je God tegenkomen in de stilte van je bestaan. Of zoals de Belgische priesterdichter Guido Gezelle dat zo schitterend zegt: ‘als de ziele luistert, spreekt 't al 'n taal dat leeft’.

De taal van God is de taal van de liefde. Zoals de Indische wijsgeer Rabindranath Tagore terecht zegt: ‘zolang er nog ergens een kind op de aarde geboren wordt, is dat een teken dat God nog verder wil met deze wereld’. Als je je antenne goed richt, ontdek je naast al die beroerdigheden, ie dagelijks over het scherm worden uitgestort, er nog veel genade is en dat er nog zo ontzettend veel goede dingen gebeuren. Dat zeggen we soms ook tot elkaar: ‘wat een genade om zo'n dochter, zo’n vader, zo’n vriend te hebben’. ‘Wat een genade om een goeie buurman op je beeldscherm te ontvangen’. ‘Wat een genade als jij op jouw beeldscherm het beeld van Gods Liefde en Vrede mag ontvangen!’ Maar God krijg je pas op je beeldscherm te zien, als je hart rustig wordt en je je niet meer laat opjagen door de waan van alledag.

Soms zijn we de liefde, beeld van God, volledig kwijt. Dan is ons leven zwart, grijs en grauw. Het zijn storingen die veroorzaakt worden door ons eigen egoïsme. We zenden zelf beelden uit die het beeld van God verstoren. Dan zijn we stoorzenders geworden. En hoe vaak verstoren we het beeld van God en zijn Liefde niet? Hoe vaak zijn we er zélf niet de oorzaak van dat mensen om ons heen het beeld van God niet meer door kunnen krijgen? Soms zijn er tijden dat veel mensen hun antennes verkeerd gericht houden. Dan lijkt God en zijn Liefde en zijn Vrede uit de wereld verdwenen. Dan breekt de wereld massaal in tweeën en sterven mensen met miljoenen tegelijk. Dan is het beeld van God ver te zoeken. Dan vervaagt het beeld. Dan houden we ons blind en doof voor Vrede en Liefde. Maar gelukkig hoeven we het niet alleen te doen.

Enkele weken voor Pinksteren horen wij al in het Evangelie dat Jezus ons een Helper zal sturen, de Heilige Geest. ‘Daarom laat uw hart niet verontrust worden’. Je leven afstemmen, niet op wat de wereld ons voorhoudt, maar je leven afstemmen op Gods Geest. Evangelisch leven noemen we dat. Het betekent heel concreet dat je je niet langer laat leiden door de waan van elke dag. Dat je teruggaat naar de wérkelijke vragen van het leven, de vragen waar alles wérkelijk om draait. Dan werk je mee aan een wereld waar élk mens aan zijn trekken mag komen, ver weg en dichtbij.

In het begin van de meidagen gaan onze gedachten uit naar de tallozen, die in de vele oorlogen het leven hebben gelaten. Maar heeft niet uitgerekend het Joodse volk aan den lijve ervaren dat vernietiging de kiem van het nieuwe leven in zich draagt? Het bloed van de martelaren is de hoogste prijs die wij elkaar kunnen betalen. Het is als met de dorre bladeren die in de herfst van de bomen vallen: ze dienen de boom tot nieuw leven, vruchtbare grond van de Liefde. En dat geldt ook voor die miljoenen mensen die leven in oorlogsgebieden en die voor het geweld op de vlucht zijn geslagen.

En gelukkig zijn er nog stééds mensen, die de Geest van God, vonken in de duisternis losslaan. Daarna is het weer pikkedonker, maar ze geven ons mensen weer nieuwe moed. Want in ogenblikken van grote benauwenissen weten we dat het Licht er is. Dat hebben de vrienden van Jezus ook zélf aan den lijve ervaren. Na Goede Vrijdag leek hun leven zinloos en pikkedonker. Op hun levensscherm was het beeld van God volledig verduisterd. Maar dan breekt tóch de hoop door! Er worden weer beelden ontvangen! En langzamerhand ontdekken we dat het beeld van God weer zichtbaar wordt, als we onszelf bijdraaien, onszelf omdraaien, naar God toe.

Soms staan we in vuur en vlam en zijn begeesterd, leven van het evangelie. Maar soms ook dooft het vuur, zijn we met andere dingen bezig, zijn niet meer dan meelopers, achteraanlopers - sukkelaars-in-de-Liefde. Met Pinksteren vieren we de komst van Gods Geest. En wij mogen in de twee weken die nog voor ons liggen ons voorbereiden op zijn komst. Dat Gods Geest, die Vuur en Liefde zijt, is niet smeult onder de as van ons leven, maar oplaait als nooit tevoren. En dat kan alleen als we zelf geen stoorzenders zijn en ons alleen écht druk maken om de vragen waar het echt in het leven om gaat. En wat hebben we weinig nodig om met God en met elkaar wérkelijk te leven! Mogen wij ervoor zorgen dat ook in onze tijd dat beeld van God niet vervaagt en verduistert. Laten we ons leven niet laten wegdrukken door de vele stoorzenders. Mogen wij - met het Pinkstergebeuren voor ogen - ons leven blijven afstemmen op God en onze naasten.

© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus