Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

EEN ZOON VAN EEN ARBEIDER

Het is lange tijd beleid van het bisdom geweest een pastoor nooit te benoemen in een parochie, waarin hij zijn jeugdjaren had doorgebracht. Want dan kenden de parochianen hem te goed. Als hij iets zei, kwam al snel de reactie van ‘laat hij maar eerst eens naar zijn eigen familie kijken!’ Daarom werden pastoors benoemd in een parochie, waar ze de nieuwe pastoor niet kenden, want vreemde ogen dwingen nu eenmaal!

Hij kon daar
geen enkel wonder doen,
behalve dat Hij een klein
aantal zieken genas
die Hij de handen oplegde.
Hij stond verwonderd
over hun ongeloof.

Ook Jezus heeft dat ervaren. Hij keert terug in zijn vaderstad Nazareth. Overal heeft Hij verteld over zijn vader en over de goede dingen van het leven. Ook over de graankorrel die eerst moet sterven om tot nieuw leven te komen. De mensen hingen aan zijn lippen. Tegen een berghelling zijn het er wel vijfduizend. De hele dag blijven ze bij Hem en trekken Hem de woorden uit de mond. Ze hangen aan zijn lippen. Zijn faam dringt door tot ver in de hoofdstad Jeruzalem.

Daarom begrijp ik dat Jezus zich veel had voorgesteld van zijn bezoek aan de plaats waar Hij vandaan komt, Nazareth. Talloze vreemde en onbekende mensen hadden naar zijn woorden geluisterd. Maar zijn bezoek aan Nazareth blijkt een ernstige misrekening. ‘Zo'n klusjesman, waar haalt-ie 't vandaan!’ Die briljante ideeën, dat kan toch helemaal niet! Dat moet boerenbedrog of het werk van de duivel zijn. Van God kan Hij niet komen, want wat moet God nou met een zoon van een bouwvakker?

De eigenlijke reden waarom de inwoners van Nazareth niet wilden geloven in Jezus, was dat zij zich ergerden aan de geringe afkomst van hun dorpsgenoot. Zijn familieleden waren toch maar gewóne arbeiders! Hij had zelf nog achter de schaafbank gestaan en had Hij de krullen van de vloer geveegd! En nu staat Hij daar in de plaatselijke synagoge op de preekstoel! De zoon van de timmerman leest voor uit de profetie van Jesaja: ‘De Geest des Heren rust op Mij. Hij heeft Mij gezalfd. Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen.’ Daarna rolt Jezus de profetenrol van Jesaja weer op. Alle ogen zijn gespannen op Hem gericht. Dan zegt Jezus: ‘die woorden van de profeet Jesaja, die jullie net hebben gehoord zijn in Mij in vervulling gegaan’. Het gedonder breekt dan goed los! Is Hij niet de zoon van onze timmerman? Wat haalt Hij nu in zijn hoofd? Het is toch maar een zoon van een gewone arbeider…

Het lijkt wel alsof het evangelie geschreven is in onze tijd. Want ook wij stellen hoofdarbeid boven handenarbeid. Met een witte boord verdien je meer en sta je hoger in aanzien. We krijgen weer pas wat waardering voor het handenarbeid, als er bij je thuis iets misloopt. Als de verwarming uitvalt, weten we niet hoe snel we de verwar­mingsmonteur moeten roepen. Als we 's avonds laat met een auto die het laat afweten langs de snelweg staan, kijken we met smart uit naar de man van de wegenwacht en kijken met bewondering toe hoe die met wat gedraai aan moeren en bouten binnen de kortste keren de wagen weer aan de praat krijgt. Dan waarderen we die gouden handjes!

God laat zijn Zoon geboren worden in een arbeidersgezin. Daar hebben de dorpelingen het nu moeilijk mee. Als het nu de zoon van de notaris geweest zou zijn, of de zoon van een Wetgeleerde of Farizeeër, dan was het te begrijpen! Maar de zoon van een bouwvakker, een arbeider… En als Jezus later zijn medewerkers uitkiest, zijn dat vrijwel geen gestudeerde mensen. Het zijn ongeletterde vissers die met harde arbeid de kost arbeid de kost moesten verdienen. De grote Paulus was van beroep tentenmaker en Petrus was een eenvoudige visser. Je had je toch iets anders kunnen voorstellen! Jezus wordt niet beoordeeld om wat Hij te zeggen heeft. Zijn afkomst is voor zijn dorpsgenoten voldoende om te weten met wie ze te maken hebben: de zoon van een timmerman. Jezus, ervaart aan den lijve wat het betekent om buiten spel te staan.

Nu zal Jezus zich niet hebben verwonderd over de houding van zijn dorpsgenoten. Ook Hij kent het spreekwoord dat een profeet overal geëerd wordt, behalve dan in zijn eigen moederstad. Maar wat Jezus niet begrijpt is hun enorme haat. Zo blokkeren zij de Geest, zo voelt Jezus zich lamgeslagen. Ze keuren zijn woorden af zonder te onderzoeken en te bekijken wat zijn woorden waard zijn. Zijn afkomst is al genoeg voor hen om te weten wat voor vlees zij in de kuip hebben!

Dat vinden wij natuurlijk niet aardig van die inwoners van Nazareth! Als wij daar gewoond zouden hebben, zouden wij het anders hebben aangepakt! De vraag is of 't waar is. Want het Evangelie gaat niet alleen over ánderen, maar vooral ook altijd over onszelf! Hoeveel mensen schakelen wij dagelijks niet uit op grond van ons bekende feiten, op grond van andermans karakter, hebbelijkheden en eigenaardigheden. Diep in ons hart hebben we eigenlijk een hekel aan 'gewone' mensen. Daarom scheppen wij ons supermensen, zonder menselijke tekortkomingen. Maar af en toe vinden we het ook weer prachtig als mensen met grote namen omlaag vallen als een baksteen. Onze roddelpers leeft er van! Want laten we eerlijk zijn: van dichtbij vallen beroemde mensen altijd tegen!

Ik denk dat het een grote kunst is om in onze eigen omgeving profeten te ontdekken. Want wie kan er iets profetisch ontdekken in zijn eigen vrouw, buurman of kind? Het woord ‘liefde' houden we gereserveerd voor romantische Tv-series, terwijl de liefde juist vraagt om in praktijk te worden gebracht in het leven van alledag, met vallen en opstaan, in voor- en tegenspoed. Want daar wordt het leven beheerst door zweetsokken, luiers op de grond, met een man die altijd weer met dezelfde mop voor de dag komt als er bezoek is. Die kleine dingen, waarin de liefde zich realiseert, maar die ons zo mateloos kunnen irriteren!

Nazareth staat vanmorgen model voor het ongeloof van het Godsvolk. De eerste christengemeenten hebben er erg mee geworsteld. Een Verlosser van eigen bodem die door zijn Volk niet werd (h)erkend. Maar had de profeet Ezechiël al zeshonderd jaar eerder niet voorspeld: ‘Zij zullen weten dat er een profeet in hun midden is, maar luiste­ren zullen zij niet!’(2:5) Nazareth is ziende blind. Jezus zál en móet de klusjesman blijven. Hij moet die malle fratsen maar eens gauw afleren! Laat Hij zich maar gauw conformeren aan bestaande verhoudingen! Jezus blijft overeind. Ze hebben Hem aan de rand van de afgrond gebracht, maar Hij gaat midden tussen hen door en vertrekt. Marcus zal in zijn Evangelie vermelden: ‘Hij kon er geen enkel wonder doen’(6:6). En natuurlijk niet, want wonderen zijn definitief de wereld uit, als wij elkaar beoordelen op afkomst en niet om wie we zijn en wat wij te zeggen hebben!


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus