Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

VANDAAG GEBEURT HET

Quidcumque dixerit vobis faciteAls iemand de bisschopswijding ontvangt, dan krijgt hij ook een wapenspreuk, die hij dan zelf kiest. Zo heeft de bisschop van Haarlem de Latijnse tekst:‘ Sub tuum presidium’. (onder uw bescherming). De hulpbisschop heeft als wapenspreuk: ‘Quidcumque dixerit vobis facite’ (doe maar wat Hij u zeggen). Die motto’s geven aan op welke manier zij als bisschop in het leven willen staan.

Maar niet alleen bisschoppen hebben dat. Ook als iemand priester gewijd wordt, plaatst hij zijn eigen tekst boven zijn leven als priester. En hij mag daar voortdurend aan herinnerd worden. Zo stond in 1970 op de aankondiging van mijn priesterwijding de Nederlandse tekst: ‘ondanks alles blijf ik geloven in de innerlijke goedheid van de mens’, een zin, ontleend aan het Dagboek van Anne Frank. Maar ook bij de aankondigingen van een overlijden staat vaak boven het bericht een enkele tekst die ons aan het leven van de overledene herinnert. Ook bruidsparen doen dat in een enkele zin, soms in een enkel woord. Op belangrijke momenten, bij keuzes waar het er op aan komt, willen we iedereen laten weten op welke wijze wij bisschop, priester en een getrouwd willen zijn. We kiezen dan een devies, een motto, voor het leven. Ook Jezus van Nazareth kiest een motto, dat verwijst naar een tekst uit de profetie van Jesaja. Het kernwoord is: bevrijding, een genadejaar, aankondigen. Daartoe is Hij gezalfd met de Geest van God.

De vier evangelisten hebben allemaal een eigen motto als ze het hebben over Jezus van Nazareth. De verhalen over het begin van Jezus' optreden verschillen heel sterk. Marcus vertelt over de uitdrijving van demonen, Matteüs begint met genezingen, heel kort, en laat dan de Bergrede volgen. Johannes vertelt van dat teken op die bruiloft in Kana waar water wijn werd en Jezus wordt gepresenteerd als het Vleesgeworden Woord, waarin Hij zijn glorie openbaarde. En Lucas begint zijn verhaal over een synagogedienst in Nazareth, waarin Jezus in zijn eerste openbare optreden zijn devies, zijn motto afgeeft. Waarom dat verschil? Omdat in het begin het thema van het hele evangelie doorklinkt. Zo laat Marcus ons zien dat Jezus zijn hele leven gevochten heeft tegen demonische machten die onze wereld tiranniseren. Zo laat Matteüs ons zien hoe Jezus kwam om het Koninkrijk en zijn Gerechtigheid te verkondigen en in zijn tekens duidelijk te maken. Johannes laat zien hoe Jezus kwam om getuigenis af te leggen van Gods glorie, Gods vleesgeworden Woord. Lucas laat Jezus beginnen in de synagoge van zijn moederstad Nazareth.

Maar over één ding zijn de evangelisten het met elkaar eens: Jezus is begonnen in Galilea. En Galilea was de zelfkant, de achterbuurt, van Israël. Het land met de slechte naam: vol buitenkerkelijkheid, achterlijke sociale toestanden, morele verwildering, politieke complotten. Donker Galilea: 't land waar de mensen plat praten en vuile handen hebben. Jezus mag dat een goede naam hebben, het feit dat Hij uit Galilea komt bezorgt Hem een slechte naam. Bij Lucas houdt Jezus in Galilea, in de synagoge van Nazareth, zijn eerste preek. Het is waarschijnlijk de kortste preek aller tijden. Twee regels: ‘Het Schriftwoord dat u zojuist gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan’. Dat was zijn hele preek! Misschien dat sommigen van u nu denken: waren alle predikanten maar zo kort van stof! Waarom een omhaal van woorden, als je het in enkele raken zinnen kan zeggen?

Bewust keert Jezus na zijn doop naar Galilea terug. Dat is het de rode draad. Hij is altijd bezig aan de onderkant. Waar is Jezus mee bezig? Een godsdienstige opwekkings­campagne, een genezingstournee? Geen sprake van. Hij leert in hun synagogen. Dat wil zeg­gen dat Hij de Schiften zó gaat uitleggen dat ze weer nieuw en bevrijdend gaan klinken voor mensen van nu. Alleen zo kunnen mensen loskomen van hun gebondenheid. Alles is dan nog rozengeur en maneschijn. Zijn naam en faam gaan door het land, zijn eigen land. Hij kan rekenen op het applaus van velen. Maria en Jozef kijken er naar uit: Hij is weer back-in-town. Het is sabbat: dienst in de synagoge. Onder het geroezemoes voltrekt zich de eeuwenoude liturgie: gebed en gesprek gaan door elkaar heen. Het is 'n mondige gemeente daar: niemand houdt zijn mond. Iedereen kan uit de Bijbel lezen, de preek houden. Wie zal het vandaag doen? Nazareth wordt niet teleurgesteld. Jezus staat op en neemt de boekrol aan. Het wordt spannend. Het is alsof Lucas de spanning aangeeft door het verhaal te rekken, als een vertraagde film. Het boek aangegeven krijgen, het openen, de tekst vinden, het boek sluiten, het teruggeven aan de dienaar, beginnen te spreken. De werkwoorden rollen over elkaar heen. Alle ogen zijn op Hem gericht. Wat gaat Hij nu zeggen?

Vandaag gebeurt hetJezus leest Jesaja 61. Een bekend en geliefd Bijbelgedeelte. Het gaat over goed nieuws voor armen en slaven. Het grote uur van God is aangebroken. Schulden worden kwijtgescholden, de slavernij wordt ongedaan gemaakt, Israël zal weer vrij zijn. Maar die mooie woorden zijn nog steeds geen werkelijkheid! Dan gaat Jezus uitleg geven. Hij begint te spreken: Heden is dit Schriftwoord in uw oren vervuld. M.a.w.: als je ernst maakt met deze woorden dan is dat grote moment nu aangebroken. Heden. Dat is een typisch Lucas-woord. ‘Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer’. Het staat midden in onze tijd die gonst van verwachtingen: morgen, overmorgen, zal het gebeuren. Lucas' kernwoord is niet morgen, maar heden! Morgen wordt van­daag in en om Jezus. En Jesaia 61 is zijn programma, als het ware zijn regeringsverklaring. Niet morgen, maar vandaag gebeurt het!

Dan gebeurt er wat in die synagoge van Nazareth. De stemming slaat om. Dat horen we in het evangelie van volgende week. Eerst is er bewondering en instemming, pas later boosheid en ergernis. Waarom die boosheid? Omdat Jezus die woorden verbindt aan zijn optreden? Zij getuigende over Hem. In Bijbelse taal: ze discussieerden over Hem. Ze waren geschokt door de woorden van genade die uit zijn mond kwamen. Waar hééft Hij het over? Het genadejaar is aangebroken? Maar de soldatenlaarzen stampen nog door vele pijnlijke plekken van onze wereld. En ook de tollenaars gaan door met hun uitzuigerij. Is dit schriftuitleg? En dan komt de kleinering: waar haalt-ie het vandaan, die zoon van onze timmerman? Is Hij soms beter dan wij? Je hoort het woedend gesis: deze stem moet het zwijgen worden opgelegd. Maar Jezus gaat tussen hen door, op de afgrond van hun haat en woede, begeeft Hij zich op weg naar Jeruzalem, richting Goede vrijdag. We horen dat verhaal volgende week zondag.

Zo begint elke evangelist met zijn eigen verhaal over Jezus' eerste optreden. Lucas zegt: Hij is gekomen als Redder van de armen en de slaven. In Hem is het Messiaanse uur aangebroken. Hij zoekt geen hoorders, maar mensen die zijn woorden willen vertalen in hun eigen ontferming. Over medemensen, de gekraakten en gekreukten, de gebeukten en gebukten. Heden gebeurt het. Jezus staat aan 't begin van zijn strijd en zijn lijdensweg.

Vandaag gebeurt het: de vredesbeweging en de vrijheidstrijd van God voor al zijn mensen, voor heel zijn schepping. Jezus heft de tegenstelling op tussen arm en rijk, zieken en gezonden, jong en oud, slecht en braaf, Nederlanders en vluchtelingen. Voor Jezus zijn wij, hoe dan ook, allemaal kinderen van één en dezelfde Vader, die zijn zon laat schijnen over alle mensen, zonder onderscheid. Het is een geweldig programma dat Jezus zich heeft gesteld en waarvoor Hij zijn leven heeft gegeven. Jezus heeft zijn programma aangekondigd in de naam van God, door de kracht van de Geest. In de kracht van diezelfde Geest zullen ook wij mogen delen, al wij ons in de naam van God blijven inzetten voor een wereld die ánders kan en ánders moet... in Jezus’ naam, in Gods naam!


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus