image/svg+xml

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

MENSEN VAN DE ONDERKANT

KortjakjeWeet u wie er bijna altijd ziek? Juist: Kortjakje! Altijd is hij ziek, behalve op zondag. Zondags gaat hij naar de kerk, met een boek vol zilverwerk. Eigenlijk is het liedje een oud liedje, maar ook sterk verouderd, want de Kortjakjes zijn nu niet alleen door de week ziek, maar ook op zondag. Alleen met kerstmis komen vele Kortjakjes nog naar de kerk met een boek vol zilverwerk. Na kerstmis gaat het boek weer voor een jaar de kast in.

Vandaag vieren wij het intiem menselijk geluk van de geboor­te van een mensenkind. We gaan met de herders op weg naar de stal. Miljoenen malen klonk in de kerstnacht over heel de wereld het ‘Stille nacht, heilige nacht’ .Het sprookje heeft zich voor de zoveelste maal voltrokken. Maar ik ben erg benieuwd wie van de vele kerkgangers het paasfeest zullen halen! En dat is belangrijk. Geen kerstmis zonder Pasen. Pasen is het belangrijkste feest voor Christenen. Of zoals Paulus dat zegt: ‘Als Christus niet verrezen is ons geloof ijdel en zonder hoop’.

Is het u trouwens wel eens opgevallen dat ín het geboorteverhaal het lijdensverhaal al aanwezig is? In het kerstverhaal komen er wijzen uit het oosten. Ze brachten cadeautjes voor het Kindje mee: goud wierook en mirre. Als kind dacht ik: een baby heeft meer aan een rammelaar of een knuffeldiertje, maar goud wierook en mirre…? Maar Lucas geeft aan dat het goud staat voor de Koninklijke macht van het kerstkind, en mirre en wierook worden gebruikt voor een begrafenis. En de evangelist gebruikt in zijn evangelie de uitdrukking ‘Zij wikkelde hem in doeken’ twee keer. Eén keer na zijn kruisafname, als zijn dode lichaam op de schoot van zijn moeder Maria ligt. Dan staat er: ‘en zij wikkelde hem in doeken’. Maar deze uitdrukking komen we nog een keer tegen. Na de geboorte wikkelde Maria haar kind in doeken. Het wikkelen in doeken vormen de accolades van Jezus’ leven. Ze brengen Kerstmis en Pasen bij elkaar. In het geboorteverhaal vinden we al een voorspel, een prelude op het lijdensverhaal.

Wij vieren wereldwijd het kerstfeest. In onze oren klinkt nog vanuit de beide nachtmissen het lied van de engelen, zoals een melodie die je blijft meeneuriën en maar niet kwijt raakt. De afgelopen nacht zijn miljoenen en miljoenen mensen over heel de wereld door de kerstnacht naar de honderdduizenden verlichte kapellen, kerken en kathedralen getrokken. Ook vannacht hebben wij opnieuw het kerstverhaal verteld. En steeds weer treft me de eenvoud van dit verhaal: Een timmerman met zijn vrouw, Jozef en Maria in een stal. Hun pasgeboren kind, bedekt met wat hooi, ontdekt door herders, eenvoudig van hart, nabij het gehucht dat Bethlehem heet. Het was een stille, heilige nacht. Ook vanmorgen verkondigen wij die blijde tijding: een Kind is ons geboren, een bron van vreugde, want God heeft zich eens en voorgoed het lot van de mensen aangetrokken. God, gekomen in de tijd, in een stille, heilige nacht.

Stille nacht, heilige nacht, Kerstmis 2015: liederen gezongen, een oud verhaal opnieuw verteld. Bedenk dit wel, dit wonder is te groot voor mensen. Alleen wie zijn hart openzet zal de boodschap kunnen verstaan: vrede op aarde en alle goeds aan de mensen van goede wil. En het Woord is Vlees geworden en heeft onder ons zijn intrek genomen. In deze dagen zijn veel mensen door de donkere nacht getrokken, op zoek naar het Licht. Naar een plek om te schuilen bij elkaar, al is het maar voor één dag of nacht. En op vele plekken wordt door kinderen het kerstspel in dezer dagen opnieuw gespeeld en afgebeeld. Het verhaal blijft blijkbaar boeien. Wat is dat toch: veel mensen die je anders met geen stok meer de kerk in kunt krijgen, knielen in de kerstnacht neer voor een kribbe en zingen met schorre stem hun herdertjeslied.

De hoofdrolspelers van het kerstverhaal zijn geen mensen van de gevestigde orde. De herders bijvoorbeeld waren in die tijd mensen van de onderkant. Het waren mensen die stonken naar hun beesten en soms dagen niet uit de kleren kwamen. Zij waren ongelet­terd en ongeschoold. Ze hadden ook geen stemrecht. Als je helemaal niets meer kon, kon je altijd nog herder worden. In onze taal: ze waren de putjesscheppers van die tijd. Mensen die stonken naar kuilgras. En later zal Jezus zich met hen vergelijken door zichzelf ook herder te noemen. Een herder die hart heeft voor zijn schapen en er zelfs zijn leven voor over heeft. En daarmee staat het pasgeboren Kind in het voetspoor van de legendarische koning David en van Abraham en Mozes, die allemaal eerst herder waren.

Paus Franciscus op Lampedusa
En is het niet verrukkelijk dat we tegenwoordig een paus hebben die zijn hart vooral heeft liggen bij degenen die aan dit leven tekort komen. Hij was een van de eerste die aandacht vroeg voor de situatie van de vele vluchtelingen, toen hij naar Lampedusa ging om daar bloemen te strooien in de woelige zee, ter nagedachtenis aan zoveel mensen die tijdens de oversteek hun leven verloren. 60 miljoen vluchtelingen telt onze wereld. En de paus wil hun spreekbuis zijn. Ook voor andere mensen die terecht gekomen zijn in de berm van het leven, zoals de vele daklozen en eenzamen. Het was déze paus die zijn eerste interview niet gaf aan de New York Times, maar aan de daklozenkrant. En hij deed dat wereldwijd en stak daarmee ook de daklozen en zwervers een hart onder de riem.

Kerstmis is het feest van de onderkant. De eerste getuigen van het kerstverhaal zijn niet de machthebbers, niet de geleerden, maar ‘gewone’ mensen als u en ik. Daarom plaatste Sint Franciscus naast de herders een os en een ezel in de stal. Ossen en ezels behoren ook tot de eerste getuigen. Met hun adem houden ze het kindje warm. Toch komen de os en de ezel in het eigenlijke kerstverhaal niet voor. Sint Franciscus heeft ze in de stal geplaatst aan de hand van een tekst van Jesaia 3:1: ‘Een os kent zijn heer en de ezel de krib van zijn meester, maar Israël kent zijn Heer niet.’ Mensen van onderop, het schorriemorrie, zal de Messias eerder (h)erkennen dan de gevestigde orde. Dat is de boodschap van kerst: het gaat om mensen aan de onderkant.

Een Stille nacht, heilige nacht. Wat zouden we graag willen dat er zo'n nacht was! Al is het maar voor één keer per jaar. Nergens geweld, nergens agressie. De dood, al is 't maar voor één nacht, buiten de deur. 'n Adempauze in alle pijn en verdriet. Een nacht zonder angst, en een wereld die een beetje meer lijkt op onze droomwereld. God rakelings nabij. Als je dan één nacht 'n stukje hemel mag zien, kunnen wij de draken van morgen weer aan. In de kerstnacht kan er van alles gebeuren. Maar in die eerste kerstnacht gebeurde er niets. Nou ja, er werd een kind geboren: een wonder, een Godsgeschenk. Maar voor dit kind moesten de ouders de beestenstal in. Er wordt verteld van een proclamatie door een heraut van hogerhand en van muziek door een hofkapel uit de hemel, imposant genoeg. Maar ze bereikten alleen de mensen van de onderkant: eenvoudige herders. Verder gebeurde er niets. De wereld veranderde niet. Er brak op aarde geen vrede uit. Geen keizer en geen koning viel van zijn troon. Soldaten hadden hun zwaarden al getrokken. Want zo is de harde werkelijkheid! Want ook deze kersttijd is geen tijd van vre­de, geen tijd zonder angst. Ook op dit ogenblik zwerven er mensen doelloos rond op straat. Zoveel vluchtelingen, vreemdelingen, hongerlijders.

Waarom zijn we dan toch in een feestelijke stemming bij elkaar? Omdat er vanmorgen woorden gebeuren. ‘En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons zijn intrek genomen’. En in het hele kerstverhaal is er geen woord zo vurig als de laatste woorden: ‘Vrede en alle goeds aan de mensen van goede wil’. Vrede op aarde - het brandt in je mond als je deze woorden uitspreekt. En als we zingen over vrede, doen we dat niet een­stemmig, maar elke vogel zingt zijn eigen lied. Wij, zelfs hele volkeren, proberen elkaar te overstemmen in onze spreekkoren. Vrede is vanmorgen geen toverwoord, maar een eindpunt van een lange weg van zoeken en luisteren, van werken en vechten. Ook 'n weg van lijden, tegenslagen en soms diep menselijk verdriet. Zo heeft Jezus zijn spoor getrokken dat door geen machthebber is uit te wissen. De profeten hadden Jezus de droom gegeven dat alle zwaarden zullen worden omgesmeed tot ploegijzers.

En het vleesgeworden Woord, het Kerstkind, eenmaal volwassen geworden, heeft Hij begaanbare wegen naar vrede gewezen. Hij gaf woorden, vleesgeworden woorden, een Bergrede vol. Woorden die hijzelf voorleefde. Wij mogen Zijn liefdeslessen nooit vergeten. Een leven vol aanrakingen waar mensen van opknapten. Maar Hij is er zelf kapot aan gegaan, kapot gemaakt. Maar Hij leeft, na 2000 jaar, als ooit tevoren. Ook in 2015 brengt en bracht Hij honderden miljoenen mensen weer in beweging. Het is een bewe­ging geworden van mensen die blijven dromen van ongekende verten.

Zo is de vanmorgen opnieuw Gods hoge woord er uit gekomen: Vrede en alle goeds aan mensen van Gods wil. Gods Woord is werkelijk vlees geworden! Ik wens u een zalig en gezegende kerstmis toe. Vooral al de vele mensen die zich bevinden aan de onderkant van onze samenleving en verblijven aan de andere kant van het kerstverhaal. Zij samen vormen het hart van Gods Vleesgeworden Woord! Ik wens u een Zalig kerstfeest!


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus