Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

ECHTSCHEIDING

Echtscheiding

We horen vandaag de uitspraak van Jezus ‘Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden.’ De kans is groot dat we nu onderuit zakken en denken: ‘Dus, dat gaat vanavond over mijn buurman en buurvrouw, want wij zijn toch nog keurig bij elkaar! Maar de les van vandaag gaat verder dan dat, want het gaat vandaag over trouweloosheid en trouw, liefde en haat, vriendschap en vijandschap.

‘Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden.’ Deze tekst uit het Marcus-evangelie is een schoolvoorbeeld van een bedrieglijk eenvoudige tekst die op het oog een vierkant dogma poneert, maar die in feite dikke delen uitleg behoeft. Scheiden mag en kan niet volgens de Rooms Katholieke Kerk. Maar van de andere kant ontdek je hoeveel – ook vaak gelovige mensen - in hun relatie tekort kunnen schieten. Tegenover het verheven ideaal staat de bitterheid van de praktijk.

Nog steeds zijn er mensen die als de Farizeeën, met de wet in de hand, aan Jezus de vraag stellen: ‘Is het geoorloofd dat getrouwde mensen elkaar verlaten?’ Wat willen we eigenlijk weten? De Bijbel bevat geen rubriek als ‘Margriet weet raad’ of ‘Vraag het aan Mona’. Het evangelie geeft ons geen kant en klare recepten voor onze problemen, zoals: hoe vertel ik me meisje dat ik niet meer van haar hou?

Als Marcus de vraag naar de echtscheiding stelt, komen we niet in een rechtszaal te­recht. Marcus wil ons iets meedelen over Jezus zelf. Jezus is op weg naar Jeruzalem. Een zware weg ligt voor Hem. Hij wil zich niet onttrekken aan Gods programma, want niet Zijn wil geschiede, maar de wil van Zijn vader in de hemel. Het gaat hier niet om rechten en plichten. Maar om de vraag: wie ben jij voor je vrouw, je man, je kinderen, je ouders, je vrienden? Wat speelt er zich af in jullie relatie? Geven jullie elkaar voldoende ruimte om tot volle ontplooiing te komen? Hoe trouw zijn jullie eigenlijk aan elkaar?

Het gaat niet om een stukje geschiedenis. Het gaat in de Bijbelverhalen evenzeer over de gebrokenheid van ons mensen. Af en toe raken we onze idealen aan. Maar dan moeten we wél op onze tenen lopen. Hou je dat je levenlang vol? Niet alleen gescheiden mensen, de hele wereld zit vol barsten en scheuren. Het gaat daarom vandaag vooral ook over ons zelf. Wij, Adam en Eva. Ons leven speelt zich af tussen ideaal en werkelijkheid. Wij dromen van een wereld zonder geweld, zonder oorlog, zonder milieuvervuiling, zonder ziektes, zonder kanker, zonder dood. Een wereld waarin mensen bij elkaar kunnen schuilen als een wolf naast het lam. Een wereld waar mensen elkaar geen strobreed in de weg liggen. Een wereld waar de mens wérkelijk één is: in liefde, in trouw, in waarachtigheid, in vrede. Maar daar tegenover staat de bittere realiteit. Ondanks al onze goede bedoelingen staan er overal in de wereld nog concentratiekampen en geven wij jaarlijks nog miljarden uit aan onze bewapening, terwijl zoveel mensen van honger omkomen. Was dat wat God heeft bedoeld in den beginne, toen Hij zei: ‘Onderwerp de aarde en beheers haar’.

Wij wijzen echtscheiding af, want scheiden mag niet van God. Alsof de grenzeloze vernieling van de aarde wél van God mag. Onze aarde is een gebroken aarde met ge­broken mensen. Dagelijks vindt er een gevecht plaats tussen het kwade en het goede. Soms overwint de liefde, soms het kwaad. Dan verliezen miljoenen mensen hun leven. In de liefde staan we met reserves tegenover elkaar. Al in den beginne schamen de mensen zich voor hun naaktheid en kruipen weg voor God. Nog steeds klinkt die stem; ‘Adam, waar ben je?’

We weten allemaal hoe de wereld er uit moet zien. Op de eerste bladzijde van de Bijbel staat dat ideaal geschilderd. Mensen vinden elkaar, sluiten vriendschap en brengen nieuw leven voort. Maar toen is het gebeurd: de mensen braken in tweeën en begonnen verschillende talen te spreken. De liefde werd een spel van afstoten en aantrekken. Liefde werd tot bezit. Dan kun je ook met elkaar doen wat je wilt. Bevalt de ander je niet, dan zet je hem of haar maar aan de kant.

Ook ten tijde van Jezus waren er mensen die bezitterig met elkaar omgingen. Soms was de vrouw niet meer dan een meubelstuk. Wanneer ze niet meer zo aantrekkelijk was, onwillig en niet meer zo gehoorzaamde, dan kon ze het raam uit. De man kon dan een scheidingsbrief aanvragen. Natuurlijk moest er wél een geldige reden zijn, overspel bij­voorbeeld. Maar voor overspel heb je toch twee mensen nodig? Maar de man - en dat gebeurt zo vaak - blijft buiten schot. Farizeeën komen naar Jezus toe om te zien of Hij tot de strenge of minder strenge groep behoort. Maar Jezus laat zich niet pakken en inpakken. Kijk, zegt Jezus, omdat mensen zo bezitterig met elkaar omgaan, daarom heeft Mo­zes toegestaan dat er een scheidingsbrief wordt opgesteld." Een scheidingsbrief is in ieder geval een goeie zaak. Mannen kunnen niet ‘zomaar’ van hun vrouw af.

Maar dan komt de tweede reactie van Jezus, die veel dieper gaat dan de termen van macht en bezit. Jezus gaat terug naar de oorspronkelijke betekenis van de relatie. Wat betekent het als mensen voor elkaar kiezen? Waarom heeft God de mens als man én vrouw, mens en medemens geschapen? Niet om elkaars bezit te worden, maar om met elkaar het leven te delen. Samen worden ze één vlees. Sterke kun je het niet uitdrukken om aan te geven hoe mensen op elkaar zijn aangewezen als bondgenoot.

Jezus wil dit weekend niet met het vingertje wijzen. Hij schrijft met zijn vinger schijnbaar gedachteloos in het rulle zand, terwijl Hij zegt: ‘Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’ Gun elkaar toch het leven. Wanneer je elkaar in het leven versterkt, dan sta je op heilige grond, op Gods grond. Daar wil God mee van doen hebben. Mensen zijn niet elkanders bezit, maar mogen 't leven met elkaar delen: in hoop en vrees, in dagen van voor- en tegenspoed, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid.


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus