Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

BROOD EN SPELEN

brood en spelen

Vier weken lang lezen we uit het zesde hoofdstuk van Johannes ‘de Broodrede”. Volgend weekend sluiten we de serie af. De evangelielezingen van de laatste weken gaan telkens over hetzelfde. Steeds komen ze op hetzelfde onderwerp terug. ‘Ik ben het brood, Ik ben het leven, Ik ben het vlees, Ik kom van de Vader. Geloof me toch. Ik heb de Vader gezien. Ik werd door de Vader gezonden. Eet van dit vlees, drink van dit bloed. Als je mijn vlees eet zul je leven, als je mijn bloed niet drinkt dan is er geen leven in je.’ Het is een bijna eindeloze, geheimzinnige, en moeizame discussie. Jezus insisteert, herhaalt, maar er wordt niet naar Hem geluisterd.

We houden niet alleen van brood, maar vooral van brood én spelen! Ten tijde van Jezus probeerden de keizers in Rome het volk rustig te houden met brood en spelen. Een volle maag en een zorgeloze ontspanning deden het volk inslapen. Ze zagen de brandende problemen en dreigende gevaren niet meer. De keizer wilde alleen maar dikke mensen om zich heen. Dikke mensen om je heen, met gladde gezichten, die goed kunnen slapen. Zulke mensen veroorzaken geen moeilijkheden en laten je rustig op je troon zitten. Dat doen veel machthebbers. Terwijl onder het volk armoede troef is, heeft een of andere dictator voor de derde keer in 'n half jaar tijd de salarissen van de officieren fors verhoogd. Zorg dat je ze goed betaald en dat ze voldoende te eten hebben, dan heb je geen last van ze. Dan volgen ze je overal waar je heen gaat. Dan gaan ze voor je door het vuur! In veel Derde Wereldlanden omgeven machthebbers zich met mensen die het goed hebben en dus geen moeilijkheden veroorzaken. Die zijn veel te bang om hun bevoorrechte positie te verliezen! Zij hebben er alle belang bij de bestaande orde te handhaven, als is het de wanorde van het onrecht.

Eigenlijk hoeven we niet eens de grens over. Hoeveel mensen in ons eigen land zijn al heel tevreden met hun brood en spelen? Mensen die genieten van de TV, 'n grote wagen hebben en zich bekommeren om geld en goede vakanties en die zich niet druk maken om de grote problemen van de wereld. Ze hebben geen behoefte aan levensverdieping. Ze zijn al dik tevreden als hun kleine levensbehoeftes vervuld zijn. Tot die mensen zegt Jezus: ‘Ik ben het Brood van het Leven’ en ‘niet van brood alleen leeft de mens.’ De Mensenzoon, die zelf geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen, houdt ons telkens voor dat het leven meer is dan brood en spelen. Als een mens oververzadigd is met lichamelijke behoefte, wordt zijn geest verlamd. God wil dat mensen delen in het leven en daarom biedt Hij ons in Jezus zijn levend brood.

Jezus wil niet dat wij leven op klein formaat en dat alleen onze materiële behoefte vervuld worden. Leven in overvloed zal Hij geven en het diepste heimwee van de mens zal Hij bevredigen. De mens die hongert naar vrijheid, gelijkheid en broederlijke saam­horigheid. Diep in zijn wezen draagt elk mens de roep naar eeuwigheid. De mens die hunkert naar bevrijding van schuld en eenzaamheid. De mens die verlangt naar liefde en onsterfelijkheid.

De opvattingen omtrent de eucharistie zijn de laatste 30 jaar veranderd. Bij de voorbereiding op de eerste H.Communie werd je vroeger geleerd, na 't ontvangen van de heilige Hostie, mooi je handen voor je ogen te houden, alles rondom je te vergeten en te bidden tot Jezus die in je hartje gekomen was. De communie was iets persoonlijks tussen jou en God. Zeker, Jezus kwam ook bij anderen, maar daar hoefde je niet aan te denken.
Maar de eucharistieviering is op de eerste plaats een feest van mensen-samen. Jezus heeft heel bewust gekozen voor het brood als teken van Zijn aanwezigheid onder de mensen. Brood eet je aan dezelfde tafel. Zoals 't brood samengesteld is uit vele korrels graan, groeiend op verschillende velden, en zoals wijn is uitgeperst uit vele druiven, zo worden wij allemaal samengebracht om 't ene Lichaam van Christus te worden in deze wereld. Door het levende brood worden wij omgevormd tot mensen die niet meer willen leven voor zichzelf, maar alleen ten bate van anderen.

Als u straks het hemels brood krijgt uitgereikt, zal ik zeggen: ‘Dit is het Lichaam van Christus’. Sommigen zeggen dan: ‘dank U’ of ‘ik geloof’. Maar het enige juiste antwoord is eigenlijk het woord ‘Amen’. Deze gewoonte stamt uit de oude Noord-Afrikaanse liturgie. Als je het brood ontvangt met de woorden ‘Het Lichaam van Christus’, dan zeg ik eigenlijk: ‘zorg dat je zelf dat Lichaam van Christus wordt’. Dan volgt het ‘Amen’. Dat woord betekent: ‘het zij zo’, ‘mag dat ook zo gebeuren’.

Zo is de Eucharistie geen vrijblijvend gebeuren tussen Jezus en de individuele mens. 't Is ‘ja en amen’ zeggen op Zijn opdracht om je niet te laten meeslepen door brood en spelen, maar om het leven van Jezus door te zetten in je eigen leven. Zo is de communie niet alleen 'n gave, maar vooral ook ’n opgave, een overgave zelfs. Niet alleen in die kleine wereld, maar door je inzet voor een wereld waarin geen lichamen meer worden gebroken en geen onschuldig bloed meer wordt vergoten". Geen brood en spelen, maar brood en liefde. Dat is eigenlijk alles wat we nodig hebben. En het evangelie van vanmorgen geeft daar antwoord op: ‘Ik, Jezus, houd zoveel van je dat ik in jou wil opgaan.’ Laten we er maar aan toevoegen: wie zó bemind wordt, kan toch wel wat liefde missen voor iemand die in deze wereld tekort komt. En dan die geweldige belofte: ‘Wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven, Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag, zoals Ik door de Vader ben gezonden en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet leven door Mij.’ Dat is ‘het Woord van de Heer!’


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H.Augustinus