Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

NIET VAN DEZE WERELD?

Wij horen Jezus vandaag bidden: ‘Vader in de hemel, zij zijn niet van deze wereld zoals ik niet van deze wereld ben’. Ik kan me voorstellen, dat u denkt: daar heb je het weer, die tegenstelling tussen hemel en aarde. Alsof God apart zit in een eigen wereldje - de hemel dus - en daar zit Hij natuurlijk goed, en wij zitten hier in die slechte wereld, ’t aardse tranendal. Maar zolang hemel en aarde tegenover elkaar blijven uitgespeeld, zal deze wereld nooit de wereld van God kunnen worden. Veel mensen leven vanuit het idee dat dit aardse tranendal eerst moet worden opgeblazen voordat er een nieuwe wereld - de wereld van God – gerealiseerd kan worden. Deze slechts wereld is voor hen maar tijdelijk en dus waardeloos. Je mag er eigenlijk geen heil en geluk van verwachten. Pas na de dood mogen wij op een betere wereld hopen. Een schrale troost.

In het Onze Vader bidden we: ‘Onze Vader die in de hemel zijt’. Over welke hemel gaat het dan eigenlijk? En als God in de hemel is, waarom verlost Hij ons niet van deze hopeloze wereld? Waarom doet God zo ingewikkeld? Waarom laat God de mensen eerst een tijdje rondlopen op een wereld die niet deugt en die van alle kanten kraakt in haar voegen van het onrecht? Snapt u er iets van: God geeft ons een wereld die niet deugt (en waar u en ik niet om hebben gevraagd). Vervolgens stuurt Hij zijn Zoon en offert Hem op aan de ellende van deze wereld. Daarna roept Hij zijn Zoon en ook ons naar zijn hemel. Wie zo redeneert, lijkt het gelijk aan z'n kant te hebben. Ga daar maar eens tegen in. 't Valt niet te ontkennen dat het Evangelie van dit weekend in 't verleden maar ook nu aanleiding geeft tot allerlei misplaatste opvattingen over de aarde hier en de hemel ergens anders.

Als je het Evangelie goed leest, dan ontdek je dat Jezus het niet zozeer heeft over twee verschillende plaatsen alswel over twee verschillende manieren van leven. De ene manier is ‘leven vanuit de verbondenheid met de Vader’; de andere manier is ‘leven zonder de Vader, leven los van God’. Dan raak je verstrikt in een wereld vol leugens en bedrog. ‘Onze Vader die in de hemel zijt’. De hemel is: je verbonden weten met God de Vader. En dat houdt ook in dat je leeft vanuit de krachten van liefde en niet vanuit haatgevoelens.

In de afgelopen weken kwamen twee kernwoorden uit ons christelijk geloof aan de orde. Het waren de woorden: vriendschap en liefde. Dat zijn woorden waar je niet over uitgepraat raakt, omdat ze de wortels van je bestaan raken. Liefde, kalverliefde, rozengeur en maneschijn, apenliefde, lief zijn voor elkaar, de suikerzoete liefde van driestuiverroman­netjes (u kent dat wel: ‘en ze leefden nog lang en oppervlakkig’). In het slechtste geval praten we over liefde-bedrijven, alsof het hierbij om een misdaad gaat!

‘Blijf in mijn liefde;’ zegt Jezus. En die liefde heeft niets te maken met liefde-bedrijven, maar van elkaar houden. Elkaar je leven geven. En nu niet meteen denken aan het moment waarop je de laatste adem uitblaast. Nee: je leven geven - het kan van minuut tot minuut, van uur tot uur, van dag tot dag, van jaar tot jaar. Deze uitnodiging van Jezus staat averechts op onze tijd. Bij ons overheersen andere wetten dan de wetten van de liefde. Wetten van eigenbelang; de economische wetten van voor-wat-hoort-wat; de politieke wetten van het recht van de rijkste en de sterkste. Je leven over hebben voor ’n ander, mij niet gezien! Toch vraagt Jezus dit van ons. Voor de God-van-liefde staan de mensen van de zelfkant vooraan: kinderen, publieke vrouwen, zieken en zondaars. Hij zegt: hier begint ook júllie uur. Je geloof in de God-van-de-liefde zal zichtbaar worden als je in je leven met dáden verwijst naar God. Geen vrijblijvend gepraat dus.

Als mensen aan jouw gedrag merken dat je je door andere wetten in de wereld laat leiden dan door economische en politieke wetten. Als je je zó gedraagt dan komt door jou God aan het licht, en dan breng je 'n stukje hemel op Gods eigen aarde. Deze wereld heeft een veel behoefte aan mensen die als zuurdesem in deze wereld werkzaam willen zijn, het licht-op-de-kandelaar willen zijn, het zout-van-de-aarde. Soms tegen de verdruk­king in zullen wij moeten getuigen van ons geloof dat Gods hemel op aarde gerealiseerd kan worden als mensen niet op zichzelf maar op elkaar gericht zijn, op elkaars levensgeluk. De hemel en de aarde staan dan niet langer tegenover elkaar, maar komen concreet hier op aarde elkaar tegen.

Diezelfde gedachte vond ik ook terug bij de Zuid Amerikaanse priester-dichter Ernesto Cardenal in zijn boekje ‘protest achter prikkeldraad’: ‘Ik zei tot de Heer: ik ken geen geluk buiten U! Ik aanbid geen filmster, geen politieke leider, geen dictator. Wij zijn niet geabonneerd op hun kranten, wij zijn geen lid van hun partij, wij leven niet volgens hun program. Wij zijn geen lid van hun clubs, eten niet in hun restaurants. Ik ben niet afgunstig op hun feestmenu, want hun wijn smaakt naar bloed, ik zal er niet van proeven. Toen het beloofde land werd verdeeld, trof ik een goed stuk grond: want mijn akker is de Heer!’

Mijn akker, mijn land, mijn leven is de Heer. Hij is mijn hemel op aarde. Daarom bad Jezus ook dat z'n vrienden niet zouden worden weggenomen uit deze wereld, want in déze wereld moet onze roeping worden waargemaakt. Een leven dat zich mag laten leiden door de hemelse wetten van de Liefde. Voor de liefde is geen berg te hoog, geen ravijn te diep, geen last te zwaar. Misschien kent u het verhaal van die jongen die zijn gehandicapte broertje naar de markt droeg. Het zweet stond op zijn voorhoofd. Omstanders vroegen hem: ‘Is je broertje niet zwaar?”. En het joch zei: ‘hij is niet zwaar, hij is mijn broertje’. Kijk, dat is denken en leven vanuit de wereld van God. Voor degene die leeft van de Liefde is geen mens te zwaar!


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
locatie H.Augustinus