Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

GOED GEZIEN MAAR HALF GEKEKEN

ongelovige Thomas Niet zien en toch geloven? Wat is dat voor een vreemde eis? Wij gaan liever van feiten uit en niet vanuit vage dromen. Toch heeft het evangelie geen moeite met harde cijfers en nuchtere feiten, maar pleit er juist voor. De man die een huis gaat bouwen of de veldheer die ten strijde trekt wordt juist geprezen, omdat ze hun zaak goed en nuchter hadden ingeschat. Sommigen bouwen een huis zonder zich te realiseren of ze verder kunnen komen dan de fundamenten. Anderen trekken ten strijde en schatten hun kansen vantevoren niet goed in. Degenen die hun talenten verdubbelen - ook al maken ze fouten - worden door hun Heer in het zonnetje gezet. Soms kijken we maar half.

Voorbeelden? Ze zijn er te over: in onze wereld geldt alleen het recht van de sterksten. Dat is goed gezien maar half gekeken. De zwakkeren in de samenleving worden op­nieuw de dupe. Dat is goed gezien maar half gekeken. Er is geen jongere meer die geloof en kerk nog serieus neemt. Dat is goed gezien maar half gekeken. Geen bisschop kan onze verdeelde kerk bij elkaar kan houden. Dat is goed gezien maar half gekeken. Vrede in de het Midden-Oosten is onmogelijk. Dat is goed gezien maar half gekeken. Waarom goed gezien? Omdat al de feiten waar zijn. Waarom half gekeken? Omdat zij die geloven verder kijken dan hun neus lang is. Zij blijven kijken, onvermoeibaar. Ook als er geen feiten meer voorhanden zijn. Ze blijven kijken, net zolang tot de verlossing komt. Dat is "niet zien en toch geloven".

Vanmorgen is het de nuchtere Thomas, die na een nuchtere constatering van de feiten (Jezus is dood) verder leert kijken en tot de meest volledige geloofsbelijdenis komt die er in het Johannesevangelie maar te vinden is. De gebeurtenissen van Goede Vrijdag waren als een schok door Thomas heengegaan. Het bracht hem uit zijn evenwicht. Terwijl 'n mens sterft aan het kruis, gaat buiten alles zijn gewone gangetje. Het oude leven gaat verder: vrouwen op de markt, de drukte, de gezinnen. Alles verliep zoals anders: in de winkels, in de stegen van de sloppen van Jeruzalem. Alleen voor een klein groepje was alles ánders geworden. Jezus was hen verschenen. En als Thomas binnenkomt, krijgt hij de verhalen van zijn collega's. Door wie kun je beter overtuigd raken dan alle apostelen samen? Maar de verhalen overtuigen Thomas niet. Dit tot troost van alle predikanten!

Thomas is voor mij een sympathiek figuur. Hij lijkt ook zoveel op ons. Ook wij hebben het vaak moeilijk met ons geloof. Ook wij maken veel van die schokkende dingen mee. Er zitten tal van Thomassen onder de jongeren: zij horen zoveel op hun school of op hun werk (als ze dat hebben). Voor hen hoeft God niet meer. Ze hebben al genoeg meegemaakt. Er zitten tal van Thomassen onder de bejaarden. Mensen die gebukt gaan onder eigen ziekten, aftakeling en sterfgevallen onder leeftijdsgenoten. Ze hebben hun beste vrienden, hun tijdgenoten, hun partners, zien verdwijnen achter de horizon van de dood. Ze hebben genoeg meegemaakt. Er zijn volwassen mensen die zwaar teleurge­steld zijn in de kerk, in hun leven, in hun relatie. Er is veel pijn en verdriet. Er zijn tal van mensen die niet verder kunnen komen dan de puinhopen van Goede Vrijdag. Ze geloven niet meer in een betere wereld. Ze hebben genoeg gezien.

Bij hen voelt Thomas zich thuis. Maar er is één groot verschil, denk ik. Toen Thomas alles om zich heen in elkaar zag storten, bleef Thomas bij de groep. Thomas blééf zoeken. Een les voor ons: wie alles om zich heen in elkaar ziet storten moet blijven zoeken. "Die goeie Thomas" zeggen we. Ongelovig? Hij geloofde in Jezus' lijden en sterven (11:16). Daar was hij kapot van. Hij kon zijn weg niet vinden (14:5). Thomas moet door een hel gegaan zijn. En stappen we niet te snel over de lijdenservaringen van Thomas heen. In zijn naam roepen alle predikanten van de wereld vandaag: blijf je verbazen over de wonden van de mensheid, over het verdriet in zovele levens, over ziektes, ontrouw, oorlog, hongersnood. Blijf je verbazen over al die littekens van de mensheid.

Ook het geloof kent z'n seizoenen. Het is een heen en weer pendelen tussen verzet en overgave, tussen opstanding en hoop, tussen teleurstellingen en liefde, tussen Goede Vrijdag en Pasen. Zoals bij elke groei gaat de groei van ons Paasgeloof meestal gepaard met pijn en durven loslaten. Dat groeiproces is geen recht kanaal, maar eerder een rivier met vele bochten. Soms is het hoog water, soms sta je bijna droog. Zoals Thomas na Goede Vrijdag bijna droog stond, maar Jezus werd toch voor hem glashelder als water.

Er zijn mensen die net als Thomas in het randgebied van de dood terecht gekomen zijn. Ze zien alleen maar het bloed van Goede Vrijdag. Dat is goed gezien, maar half gekeken. Want geloven in Pasen is vérder durven kijken: Dan zie je dat er veel jongeren zijn die tegen alle mode in laten zien dat ze een overtuiging in hun lijf hebben. Vanmorgen zijn wij de gast van Thomas. Van hem mogen wij leren dat hij dezelfde worsteling heeft doorgemaakt als wij in onze dagen. Hij leert ons hoe je - aangeslagen door het leven - tóch de woorden over je lippen kan krijgen: Mijn Heer en Mijn God! Thomas heeft verder leren kijken dan hij met z'n ogen kon zien.


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
locatie H.Augustinus