Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

DE VERLOREN ZOON

Parochianen, een programma waar ik altijd graag naar kijk is het Tv-programma ‘Man bijt hond’. En waarom? Omdat dit programma gaat over gewone dingen van gewone mensen. Het is heerlijk om naar hún verhalen te luisteren. Geen zware betogen, geen ingewikkelde redeneringen, maar gewone de taal van gewone mensen, die hun gewone verhaal vertellen.

Ook de Bijbel staat vol schitterende verhalen. En als Jezus iets belangrijks te vertellen heeft, doet Hij dat bijna altijd in de vorm van een verhaal. In die verhalen wordt duidelijk wat Hij eigenlijk bedoelt. Sommige verhalen kennen we al vanaf de kleuterschool. Het gevaar bestaat dat je er dan maar met 'n half oor naar luistert. Je kent het verhaal immers! Zo luisteren wij steeds minder naar elkaars verhalen, want wij kénnen elkaars verhalen. We weten exact wat die ander ons te vertellen heeft. Daardoor ontgaat ons vaak heel iets kostbaars.

Het 15e hoofdstuk van Lucas bevat drie verhalen, die alle drie iets te maken hebben met verliezen: De parabel van het verloren schaap, de parabel van de vrouw die een geldstuk kwijt is en het verhaal van de verloren zoon. Een schaap dat verdwenen is. Hij zit vast in het struikgewas. Een vrouw die een drachme kwijt is - in onze tijd nauwelijks 50 eurocent - zou U zo gek zijn om voor dat bedrag je hele huis overhoop te halen? En dat verhaal van de verloren zoon. Dát vinden we pas echt sneu. Want wie raakt er graag zijn kind kwijt? We zien het in Tv-programma’s als opsporing verzocht. Afschuwelijk lijkt het me als je je kind kwijt raakt en je weet niet waar ze zit, wat er met hem gebeurt. Via amber alert proberen we tegenwoordig zo snel mogelijk aan alle omstanders te laten weten wie we kwijt zijn en wie iets heeft gezien. Hoe sneller hoe beter. Misschien kan het kind gered worden uit de klauwen van de ontvoerders.

Dat is ook het geval van het verhaal van de Verloren Zoon. Een verhaal over een vader en zijn twee kinderen. Een van de twee kon thuis zijn draai niet vinden. Hij trekt er op uit, verkwist veel geld, maar doet ook veel ervaringen op. Als zijn centen op zijn en hij z'n vaders erfdeel er doorheen heeft gejaagd, verhuurt hij zich als arbeider in een vreemd land. En dan heeft hij het zó slecht dat hij denkt: beter een knecht bij mijn vader thuis dan hier werken bij een vreemde die me nauwelijks te eten geeft. Zijn vader ontvangt hem weer met open armen, schuift een ring aan zijn vinger, laat hem een mooi gewaad aantrekken en organiseert een geweldig feest, want zegt hij: ‘Mijn zoon leek verloren, maar hij is weer terug’. Einde verhaal. We kennen het van buiten.

Toch wil ik u vanmorgen wijzen op de andere hoofdrolspelers in dit verhaal. Want je kunt 't verhaal ook een ándere titel geven: bijv. de trouwe vader. Als je dat doet, dan lees je het verhaal ánders. Dan heeft Jezus het ongetwijfeld over 'zijn vader God' die niemand loslaat en altijd zijn kinderen weer nieuwe kansen geeft. Het is de vader die zijn zoon vrijlaat, zelfs als die een kant uitgaat die hem ongewenst lijkt. En als zijn zoon dan terugkomt, gaat die vader niet allemaal uitpluizen wát er gebeurd is. Hij neemt zijn zoon weer op alsof er niets gebeurd is. Of in de woorden van vele ouders: ‘Onze deur blijft openstaan voor onze kinderen, wat er ook gebeurd mag zijn’. Inderdaad, het is ook de parabel van de trouwe vader.

Ik zou de parabel ook kunnen noemen: de verontruste zoon, want als deze parabel wordt verteld wordt de rol van de oudste zoon altijd wat onderbelicht. De oudste zoon zou tevreden zijn geweest als zijn jongere broer met hangende pootjes teruggekomen zou zijn. Hij had zijn excuses moeten maken, door het stof moeten kruipen, want hij had het halve familievermogen er doorgedraaid. En niet eens om er een zaak van op te zetten, maar om er plezier mee te maken. Intussen had hij zich kapot gewerkt op de boerderij van zijn vader. Je kunt dan wel goed zijn, maar dat betekent nog niet dat je een gaatje in je hoofd hebt! Deze oudste zoon doet me dan ook denken aan Jezus’ verhaal over ‘de werkers van het elfde uur’. Zij komen op het laatste moment en krijgen evenveel uitbetaald als de mensen die de hele dag onder de hete zon hebben gewerkt en geploeterd. Is dat nou rechtvaardig?

De verloren zoon Maar is de zoon die experimenteert met het leven, naar eigen wegen zoekt, slechter dan de zoon die veilig onder en de wet van het huis leeft? In het Museum Boymans-van Beu­ningen in Rotterdam hangt het bekende achthoekige schilderij van Jeroen Bosch, de Verloren Zoon genaamd. Deze zoon, die een bordeel de rug toekeert, staat daar met knikkende knieën. Hij is bezig om zich te bekeren, om zich om te keren. Maar het wil nog niet helemaal lukken. Zijn hoofd heeft hij nog half naar het bordeel gewend. Maar uit het hele schilderij spreekt dat het goed komt met de verloren zoon.

Het verhaal van de Verloren Zoon is het verhaal van Schuld en Boete. De trouwe vader doorbreekt het gezeur. Hij zegt tot zijn oudste zoon: ‘het blijft je broer en zonder vergeving kan hij niet verder’. ‘Die zoon van jou’, zegt de oudste zoon tegen zijn vader. ‘Nee, die broer van jou’, antwoordt de vader. En voor alle duidelijkheid: het gaat vanavond niet alleen over verloren zonen, maar ook verloren dochters en verloren ouders, broers en zussen! Mensen die elkaar kwijt zijn geraakt, omdat ze elkaar niets meer te zeggen hadden.

Wie niet geloven wil, niet geloven kan, dat er altijd voor mensen een terugkeer mogelijk is, staat, net zoals de oudste zoon, vol wrevel buiten. Binnen is het feest, want de verloren zoon is teruggekeerd. De échte verloren zoon staat buiten en weigert deel te nemen aan het wereldfeest. Hij is boos. En weet u waarom? Omdat hij de zoon is van een bijzonder trouwe vader, voor wie alleen de mateloze vergeving telt!


© Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
locatie H.Augustinus