Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

ABRAHAMITISCHE MINDERHEDEN

De derde zondag van de Advent wordt ook wel ‘zondag Gaudete’ genoemd. Dat Latijnse woord Gaudete betekent:’Verheugt u’. Verheugt u, want de Messias is in aantocht. We leven in deze Adventsweken vanuit de duisternis van de nacht naar het Licht van de Messias. Samen met de profeet Jesaia behoort Johannes de Doper tot de poortwachters van het kerstfeest. Op deze derde Adventszondag staan beide profeten centraal.

In de eerste lezing is de profeet Jesaia aan het woord. De naam ‘Jesaia’ betekent ‘God-bewaar-me’. Als je zo'n naam draagt, dan moet je wel een profeet zijn! Evenals Johannes de Doper is Jesaia is een wegwijzer, die verwijst naar Hem die komen moet: de Messias. En hij profeteert: ‘Hij zal komen om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, Hij zal genezen wiens hart gebroken is, Hij zal vrijlating melden aan allen die opgesloten zijn. Verheugt u, want het genadejaar is in aantocht’.

Is het geen wartaal die Jesaia uitspreekt? Is hij wel goed bij zijn hoofd? Wat snapt hij nu als een jongen van net in de twintig, van het échte leven? In termen van onze tijd verkondigt Jesaia dat de dag zal komen dat in alle veertig oorlogsgebieden de mensen samen 'n partijtje golf spelen! Ze zitten niet alleen broederlijk en zusterlijk naast elkaar aan dezelfde tafel, ze hebben zelfs hun armen om elkaars schouders geslagen! In de termen van Jesaia: er is geen speld meer tussen te krijgen! Zelfs familieleden, die jarenlang geen contact met elkaar hebben, sluiten elkaar in de armen.

Terug naar de realiteit. Is er nog toekomst voor deze eeuwenoude wereld met zijn verziekte longen en zijn verzwakte hart? Of is het alleen nog maar wachten op de botte bijl van de sanering? Jesaja blijft optimistisch: Hij zegt: ‘het genadejaar van de Heer komt er aan’. Ook Jesaia weet dat onze oude aarde ziek is, op sterven na dood. Maar hij verwijst naar de Heer, ‘want zoals de aarde haar vruchten voortbrengt en zoals de tuin het zaad laat rijpen, zo laat de Heer gerechtigheid ontluiken en de glorie voor het oog der volkeren’.

Johannes de Doper beweert hetzelfde. Ook hij is geen onheilsprofeet. Hij wijst op Hem die komen gaat, Jezus Messias. Profeten leven van visioenen. Maar niet alleen zij, wij allemaal hebben iets van een visioen in ons leven gezien. We weten dat deze wereld weer gezond kan worden! Maar is het visioen nog wel krachtig genoeg in ons? Helpt het ons over grenzen heen? Is ons visioen niet verbleekt bij het klimmen der jaren?

Of behoren wij tot die groep van mensen die bewust deze wereld maar hebben dichtgeplakt om zich te verbergen achter de romantische ijsbloemen? Schuilen we bij elkaar in onze warme huiskamer, in onze verwarmde kerken, en laten we daarmee miljoenen anderen letterlijk in de vrieskou staan? Of heeft de Heer in deze Adventstijd ook ons ge­zalfd om aan armen de blijde boodschap te brengen, om te genezen wier hart is gebroken. om aan te kondigen het genadejaar van de Heer? Is het niet wonderlijk dat Jezus zelf de woorden van de profeet Jesaja aanhaalt en zichzelf zo introduceert, als hij in zijn woonplaats Nazareth ter verantwoording wordt geroepen? ‘Ik ben gekomen om aan armen de blijde boodschap te brengen en het genadejaar van de Heer aan te kondi­gen.

Het aankondigen van ‘het genadejaar van de Heer’ dat in aantocht is. Ik denk in dit verband terug aan die kleine Braziliaanse aartsbisschop Dom Helder Camara, die in de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw bekend werd als de ‘rode bisschop’. Het is al weer lang geleden en velen zullen zijn naam niet eens meer kennen. Vader Camara zocht voor de baby een naam. Met zijn ogen dicht prikte hij in de atlas op een willekeurige plaats. Het werd het stadje Den Helder. En zo noemde hij zijn zoon ook: ‘Helder Camara’. In 1977 bezocht Dom Helder Camara de Universiteit van Amsterdam om daar zijn eredoctoraat te ontvangen.

(“Als ik de armen eten geef, word ik een Heilige genoemd. Als ik vraag waarom de armen geen eten hebben, word ik een communist genoemd.”)
En ik zal nooit vergeten dat hij toen zei: ‘When I give food to the poor, they call me a Saint. When I ask why the poor have no food, they call me a communist!’

Toen Dom Helder Camara werd gevraagd: ‘wat kunnen wij als eenling, als klein landje, nu aan die gerechtigheid doen?’ Zijn antwoord was simpel en eenvoudig. Hij zei: ‘U hebt een democratie. U hebt vrijheid. Profiteer van die vrijheid die u hebt. Probeer de publieke opinie te wekken! Geef een voorbeeld aan grotere landen, want juist kleine landen kunnen een stem hebben die van belang is voor heel de wereld. Zorgt er voor dat u altijd staat aan de kant van de gerechtigheid, ook in uw eigen land. Want de problemen van Brazilië zijn de problemen van heel de wereld. Overal worden mensen gediscrimineerd, kleingekregen, doodgezwegen. Laten alle minderheden zich verenigen. Zo alleen kunnen wij de machtmisbruikers te lijf gaan.

Dom Helder sprak toen over ‘Abrahamitische minderheden’, zoals Abraham door God overgehaald wordt in het duister te springen, weg te trekken en op tocht te gaan, zo stuurt God elk van ons op weg om elkaar vrij te maken. Dat is wat Helder Camara, getuige van het licht, evenals Sint Jan de Doper en alle andere profeten van onze tijd die de tekenen van het licht verstaan ons willen zeggen: “Het gaat om Gerechtigheid.’ Om dat woord draait heel onze wereld, heel onze vrede en vreugde.

Gerechtigheid voor iedereen, want alle mensen zijn gelijkwaardig: vrouwen, mannen, zwarten gelen, blanken, gehuwden en ongehuwden, werkgevers en werknemers, ar­men en rijken, jongeren en bejaarden, gehandicapten en gezonden, homo- en hetero­seksuelen. Allemaal hebben we recht op leven: het kind in de moederschoot, de demente in het zorgcentrum. Allemaal hebben we recht op vrijheid, op vrijheid van me­ning en vrijheid van geweten, op vrijheid van godsdienst en vrijheid van taal; en allemaal hebben we recht om tot ons recht, dat wil zeggen terecht te komen. Elk mens heeft als grondrecht dat hij of zij in zijn leven terecht mag komen. Gaudete, verheugt u.

Alleen via deze weg kan het een goed kerstfeest worden, want in de profeet - in-ieder-van-ons - is de weg gebaand voor de komst van het Christuskind. Met alle kracht, zoals Johannes dat zegt, maak recht de weg van de Heer, want midden onder u staat Hij die gij niet kent... En Gaudete – ‘verheugt u, want het genadejaar zal aanbreken, tegen alle verdrukking in.


© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
locatie H.Augustinus