Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

DE EINDAFREKENING

In het Evangelie van vanavond horen we dat God aan ons mensen veel vertrouwen geeft, als hij aan ons de toekomst en het beheer van zijn aarde toevertrouwt. Wij mogen zijn rentmeesters zijn. De ondertoon is dat God de mens vele mogelijkheden heeft gegeven. Deze parabel gaat niet over het spreekwoord ‘als je voor een dubbeltje geboren bent, zul je nooit een kwartje worden’. God heeft ons allemaal voldoende talenten gegeven om deze aarde bewoonbaar te maken en bewoonbaar te houden. Die talenten hebben we niet van onszelf, we hebben ze gekregen. Daarmee heeft God het lot van de wereld, en de lot van onze naasten, ook in onze handen gelegd.

God investeert in mensen. Hij heeft de mensen ideeën gegeven om zélf ook initiatieven te ontwikkelen. Daarmee laat God zien dat Hij vertrouwen in ons mensen heeft. Maar Hij vraagt ons wel onze talenten te gebruiken. In het Evangelie is er één man doodsbang. Hij durft zijn verantwoordelijkheid niet aan en begraaft zijn talent in de grond. Daarmee begaat hij de grootste fout van zijn leven! Want ‘niets doen’ is de grootse fout die je in je leven kunt maken!

Het evangelie van de talenten wordt vaak gelezen tijdens een uitvaartmis. Dan vertellen familieleden hoe de overledene met zijn talenten heeft gewoekerd of geworsteld. Bij een begrafenis van een oude pastoor zei de voorzitter van het parochiebestuur: ‘De pastoor was niet zo getalenteerd, maar hij is wel tot zijn laatste snik dicht bij God en dicht bij zijn parochianen gebleven.’ Is trouw dan geen talent? Of die vrouw van tachtig. Dag en nacht heeft ze klaar gestaan voor mensen die haar nodig hadden en die haar door God waren toevertrouwd. Ze vond dat heel gewoon. Maar is trouw dan geen talent? Nee, elk mens is getalenteerd en heeft talenten.

Groot zijn in het kleine. Ik denk aan dat Engelse parlementslid dat hooghartig tegen een afgevaardigde van de vakbond zei: ‘Ik geloof dat uw vader nog de schoenen heeft gepoetst van mijn vader’. De man antwoordde: ‘Het is niet belangrijk of hij uw vaders schoenen heeft gepoetst, maar of hij die goed heeft gepoetst!’. Het gaat er niet om of je veel talenten hebt gekregen, maar of je die talenten weet te gebruiken!

Bij het woord talenten gaat het niet om verstandelijke vermogens, maar om de mate waarin mensen naar God en naar elkaar zijn gegroeid. Van mensen die hun talenten hebben kunnen vermeerderen, daar in gegroeid zijn, wordt niet verwacht dat zij op hun lauweren gaan rusten. Integendeel, ze moeten er zelfs extra tegen aan. En ook de mens die er maar half in slaagt, wordt gevraagd in de relatie met God en met elkaar te inves­teren. Ook zijn er mensen die geen enkele moeite doen. Zij begraven hun talent.

Veel menselijke talenten zijn gedevalueerd, in waarde gedaald, ineengeschrompeld. Door gebrek aan vertrouwen. Daarom: laten we onze talenten gebruiken en geven wij de mensen om ons heen voldoende ruimte om hun talenten te ontwikkelen. Zo niet, dan mag je weten dat er bij de eindafrekening heel wat op je huid zal staan en dat God je dan op je huid zal zitten. Maar gelukkig krijgt de mens voldoende talenten van God mee om dít te voorkomen!

De eerste lezing gaat het ook over talenten. Het is een gedeelte uit de wijsheids­literatuur, waar het boek der Spreuken deel van uitmaakt. ‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?’(31:10). Is het toeval dat ook deze lezing vaak gebruikt wordt bij een uitvaart? Het gaat in dit Bijbelgedeelte niet om geloven met mooie woorden, maar geloven met concrete daden. Niet mooi praten, maar gewoon doen! Sommigen hebben moeite met deze passage. Vrouwen zouden te gemakkelijk in een dienende rol worden gedrukt. Maar als je de hele tekst leest, kom je een vrouw tegen die bijzonder zelfstandig en daadkrachtig is. En als de lezing spreekt over ‘een sterke vrouw’, dan gaat het niet om lichaamskracht, maar om een krachtige, karaktervaste vrouw. En de uitdrukking ‘wie kan haar vinden?’, wijst op haar kostbaarheid. Geen mens die aan haar kan tippen. Het gaat om een vrouw die haar talenten niet heeft begraven, maar zich talentvol heeft ingezet voor mensen die haar nodig hadden. Je zou maar zo’n talent hebben… Haar ‘eindafrekening’ had in in ieder geval een positief saldo! Ze is dicht bij God!


© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
locatie H.Augustinus