Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

HOE IS JE NAAM?

Veertien kinderen die zich voorbereiden op de Eerste Communie stellen zich vanmorgen aan u voor. Ze dragen mooie namen die allemaal een diepere betekenis hebben. Een goede gelegenheid om eens na te denken over de betekenis van onze eigen naam en de namen die u aan uw kinderen hebt gegeven. Waarom heeft u die namen gekozen? Soms ben je trots op je naam, soms kun je er behoorlijk last van hebben.

Toen ik nog bij de KRO werkte stelde ik op een vrijdagmorgen luisteraars de vraag 'ondervindt u wel eens last van uw naam en wat doet u daar dan tegen? Wordt u kwaad of haalt u voor de zoveelste maal uw schouders op?' Er belde toen ook een meisje van tien/elf jaar oud op. Half huilend vertelde ze dat ze op school altijd werd uitgescholden voor 'dierenbeul'. Hoe heet je dan?, vroeg ik haar. 'Natasja de Jager', antwoordde ze. En ze voegde er snotterend aan toe: 'en ik hou heel veel van dieren!'

Ik vind het altijd erg flauw als mensen grapjes over namen maken. Het is een goedkope manier om lachers op je hand te krijgen! De Heilige Schrift is erg voorzichtig in het gebruik van namen. Voorzichtiger dan wij. De Bijbel laat zijn keuze niet vallen op 'mooie namen', maar probeert in de naam het levensprogramma van iemand uit te drukken. De naam die ouders aan hun kind geven drukt dan ook iets uit van de verwachtingen die zij ten aanzien van hun kind hebben. En de ergste straf was vroeger als je naam onder de hemel werd uitgewist. Dat lezen wij bijvoorbeeld in het boek Job: 'Zijn nagedachtenis verdwijnt van de aarde, van hem wordt niet meer gesproken op straat'. (Job 18, 17).

Namen hebben in de Bijbel altijd hun betekenis. Zo betekent de naam Adam 'mens'. De naam Eva betekent 'moeder van al wat leeft'. David betekent 'lieveling van het volk'. De naam Mozes betekent 'Ik heb je uit het water getrokken'. Een toepasselijke naam, want de dochter van Farao die hem uit de Nijl redt zegt: 'Ik noem hem Mozes, want ik heb hem uit het water getrokken'. En ook Jezus' leerling Simon krijgt een nieuwe naam. Hij zal voortaan Petrus heten. En die Griekse naam betekent: 'steenrots'. Simon Petrus krijgt daarmee zijn verdere levensprogramma mee.

Ook kloosterlingen kozen zich een nieuwe naam, waarmee ze wilden aangeven dat zij een nieuwe levensfase waren ingegaan. Hoewel tegenwoordig veel kloosterlingen weer aangesproken willen worden met de naam die ze bij hun doop ontvangen hebben. En onze nieuwe paus koos de nieuwe naam 'Franciscus' en alleen de naam al laat zien wat we van hem kunnen en mogen verwachten'. Het leven van Sint Franciscus is zijn levensprogramma.

Ook Jezus heeft een naam die zijn levensprogramma ten volle uitdrukt. De naam van Jezus wordt door de engel al genoemd bij de aankondiging van zijn geboorte. We horen de engel Gabriël tegen Maria zeggen: 'Zie, je zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen, die gij de naam Jezus moet geven. Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden". (Lucas 1,31-32). De naam Jezus betekent 'God zal verlossen' of 'de Heer redt'. En Jezus is zijn naam. Zijn levensopdracht zal bestaan uit 'verlossen' en 'redden'. Redden wat verloren dreigt te gaan, het zwakke ondersteunen, de kwijnende vlaspit niet doven, het geknakte riet niet breken. Het recht, maakt hij openbaar. (Jesaia 42,3).

Jezus leeft niet van grote woorden. Hij is mens met de mensen. Hij huilt als een klein kind als Hij in aanraking komt met het intense verdriet en de gebrokenheid van mensen. Bij het graf van zijn vriend Lazarus schiet zijn gemoed vol. (Joh.11,33). Hij kon enorm geschokt zijn bij het zien van onrecht. Hij zag meer dan wie ook hoe mensen om wat bezit, macht en aanzien bereid waren hele volksstammen af te slachten. Hij kon dan ook verschrikkelijk kwaad worden als hij zag hoe mensen het slachtoffer werden van onrecht en rechteloosheid. Maar zijn grote kracht lag toch in het feit dat Hij zijn naam als Redder wist waar te maken.

Daarin schuilde ook Zijn geheim. Hij had een onverwoestbaar geloof in de kracht van ieder mens: een huisvader, een huismoeder, een weduwe, een publieke vrouw, kleine kinderen, een tollenaar, een eenzaam mens. Hij gaf hen het gevoel dat ze de moeite, alle moeite waard waren. Geloven in mensen, ook als ze geknakt zijn door het onrecht, ook als ze hun lichamen verkopen voor wat heroïne en geld, ook als ze verschraald zijn door intens verdriet. De tollenaar Zacheüs en de zondares konden dankzij Hem weer verder.

Jezus liefde is grenzeloos. Ook voor de Samaritanen, waar de vrome Joden niet zo gek op waren. Zij wonen aan de andere kant van de Jordaan. Hun zonen en dochters zijn veelal met niet-joden getrouwd. Ze hebben de naam dat zij het niet zo nauw nemen met de regels en voorschriften van het Joodse Volk. Ze horen er eigenlijk niet bij. Maar Jezus discrimineert niet. Sterker nog, hij zoekt ze als eerste op! Hij vertelt het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Priesters en Levieten van het eigen volk hebben het te druk en laten de man die door rovers overvallen is hulpeloos langs de weg liggen. Het is een Samaritaan die de helpende hand biedt en hem verzorgt

En vandaag horen we dat Hij met een Samaritaanse in gesprek gaat. Jezus keert zich om en begeeft zich over de grens. Voor Hem is ieder mens geschapen naar Gods Beeld en Gelijkenis. Hij doet niet mee aan het spel van discrimineren en aan de kant zetten. Ik heb Hem nooit horen zeggen 'willen jullie meer of minder Samaritanen?' En zeker heeft Hij nooit gezegd: 'Dat regel ik dan voor jullie!'. En de Heilige Augustinus, naar wie onze parochie is genoemd? We beelden hem af als een westerse man. Maar als je wilt weten hoe hij er uit heeft gezien, is het beter om in Amsterdam-west te gaan kijken. Want Augustinus was een Algerijn/Marokkaan. Als een van hen moet hij er uit hebben gezien!

Voor Jezus bestaan er geen grenzen tussen mensen. Daarom heeft Hij geen moeite met de Samaritaanse en speldt haar niet vast op afkomst of beroep. En zó maakt Jezus zijn naam als 'Redder' waar. Daarmee maakt hij de Naam van zijn Vader in de hemel waar. Zijn naam betekent: 'Ik-ben-er-voor-jou!'. En die naam verkondigt Hij dag en nacht. Zijn hele leven lang was Hij er op uit om mensen te redden, zonder discriminatie, zonder onderscheid. Dat is wat Híj wel zou regelen! Hij deed dat ook en had er alles voor over, zelfs zijn leven!


© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen